Zo is het dagelijks leven in oorlogsgebied Oost-Oekraïne
Donetsk. De beloofde wapenstilstand in het oosten van Oekraïne was amper van kracht, toen deze alweer werd verbroken. Aan de randen van de stad klinken nog altijd explosies, gewonden blijven de ziekenhuizen binnenstromen en het dodental stijgt. Fotograaf Andreas Stahl bezocht het gebied en doet verslag in woord en beeld.
In kamer 4 van het Algemeen Ziekenhuis in Donetsk staart Daniel Lutshenko, vijf jaar oud, wanhopig naar zijn 42-jarige grootmoeder Ludmila Lutshenko. Zijn blik is vervuld van angst en pijn.
‘Hij speelde voetbal voor ons huis met zijn broer en grootvader, toen er plotseling een granaat insloeg,’ legt Ludmila uit, terwijl ze met moeite haar tranen weet te onderdrukken.
‘Zijn grootvader, mijn man, was op slag dood en Daniels broer raakte ernstig gewond. Hij ligt ook hier in het ziekenhuis.’
Daniel zal nooit meer kunnen voetballen. De granaataanval beschadigde zijn ruggenmerg zo ernstig dat hij vanaf zijn middel verlamd is. Hij heeft hoge koorts en heeft veel antibiotica nodig. Het valt te betwijfelen of zijn familie die kan blijven betalen.
Daniel is slechts een van de vele patiënten in het ziekenhuis die werden getroffen sinds de oorlog in het oosten van Oekraïne zeven maanden geleden begon. Volgens de artsen wordt ongeveer één derde van de 1200 bedden in de kliniek bezet door de lokale bevolking, in de overige bedden liggen vooral gewonde separatisten.
Terwijl Ludmila Daniel kalmeert en hem slokjes vruchtensap geeft, doet ze op luide toon haar beklag over de aanvallen van het Oekraïense leger op de door de separatisten bezette stad.
‘Ik kan niet begrijpen waarom ze het eigen volk aanvallen, waarom onschuldige kinderen moeten worden opgeofferd voor een oorlog die wij niet willen.’
‘We willen deel zijn van Oekraïne’
Om van West- naar Oost-Oekraïne te reizen, moet je langs talloze door rebellen bewaakte checkpoints. Ze controleren daar mensen die het gebied in en uit gaan. Honderdduizenden Oekraïners zijn het geweld ontvlucht; het oosten van het land is dunbevolkt geraakt.
Toch besloot Sasha, een 21-jarige student, om terug naar zijn geboortestad Donetsk te reizen. De afgelopen drie maanden leefde hij bij familie in het westen van het land, nu keert hij noodgedwongen terug om zijn studie te voltooien.
‘Ik vertrok omdat het te gevaarlijk was om te blijven. Er waren constant beschietingen in de stad, zelfs recht voor mijn raam,’ zegt hij.
Sasha spreekt zacht, zodat de andere busreizigers ons niet kunnen horen. Hij vertelt dat hij nog steeds niet weet of hij sympathiseert met de rebellen of juist met de regeringstroepen.
Ik zou zeggen dat de meningen hier in het oosten gelijk verdeeld zijn. Het is erg moeilijk om te bepalen wat waar is en wat niet
‘Ik zou zeggen dat de meningen hier in het oosten gelijk verdeeld zijn. Het is erg moeilijk om te bepalen wat waar is en wat niet.’
Hij stopt met spreken wanneer een van de passagiers iets in het Russisch tegen hem zegt. Tijdens de eerstvolgende rookpauze vervolgt hij zijn verhaal.
‘Het is onmogelijk om te bepalen of de separatisten of juist de Oekraïense militairen het beste voorhebben met de mensen in Donetsk. Russische en Oekraïense media zijn propagandamachines met een totaal gebrek aan objectiviteit. We weten niet wie we kunnen vertrouwen.’
Hij neemt een flink hijs van zijn sigaret. ‘Eén ding weet ik wel: iedereen wil dat er weer vrede komt. Het is onwaar dat mensen uit het oosten van het land iets hebben tegen de mensen uit het westen. We hebben lange tijd in harmonie samengeleefd.’
De buschauffeur roept dat de pauze voorbij is. Als we terug naar de bus lopen, vertelt Sasha dat hij de onlangs aangekondigde beperkte autonomie voor het oosten van Oekraïne als positief ervaart. ‘Veel mensen uit Donetsk willen onderdeel van Oekraïne blijven en deze beperkte autonomie is misschien wel de enige manier om dit zo te houden. Ik denk dat Oekraïne een brug moet zijn tussen Oost en West. Samenwerking met zowel Rusland als de EU is absoluut het beste voor het land.’
Er is nooit een wapenstilstand geweest
Terug in het ziekenhuis. Buiten klinken luide explosies. Op slechts een paar kilometer afstand ligt de internationale luchthaven van Donetsk, waar al lange tijd zware gevechten aan de gang zijn. De wapenstilstand die op 5 september werd afgekondigd wordt duidelijk niet serieus genomen.
Volgens een nieuw rapport van de Verenigde Naties zijn er sindsdien meer dan 330 mensen omgekomen. Sinds het conflict zeven maanden geleden begon, zijn meer dan 3500 mensen omgekomen en meer dan 8200 gewond geraakt. Een cijfer dat in werkelijkheid waarschijnlijk veel hoger ligt.
‘Er is nooit een wapenstilstand geweest. We hebben nog evenveel gewonden als daarvoor, en nieuwe gewonden komen nog altijd naar ons ziekenhuis,’ zegt Ivan Louikyin, 44, aansturend arts in het ziekenhuis.
Buiten klinkt een luide explosie.
‘Het gaat maar door – ik ben eraan gewend geraakt,’ zegt hij, terwijl hij lacht om mijn geschrokken reactie.
Dan reikt hij me een witte doktersjas aan. Om de gevolgen van de recente gevechten te illustreren wil hij me de vele gewonde separatisten laten zien die de afgelopen dagen het ziekenhuis zijn binnengebracht.
‘De separatisten staan het journalisten niet toe om gewonde separatisten te bezoeken. Je kunt hen niet fotograferen of vragen stellen,’ zegt hij zacht.
De kamers zijn gevuld met separatisten met afgerukte ledematen, ernstige brandwonden, gezichten beschadigd door granaatscherven en schotwonden die provisorisch zijn dichtgenaaid. Louikyin geeft gedetailleerde instructies aan zijn collega’s over de gezondheidssituatie van iedere patiënt, terwijl de patiënten hun uiterste best doen om niet te laten merken hoeveel pijn de aanrakingen van de artsen doen.
‘De oorlog moet stoppen,’ zegt hij terwijl we verder lopen. ‘We hebben moeite om iedereen te verzorgen omdat er niet genoeg personeel is en er een gebrek aan medicijnen dreigt. Het is een moeilijke situatie en hoe langer de oorlog doorgaat, hoe meer patiënten last zullen hebben van onze tekortkomingen.’
Naar de schuilkelder
In de kamer naast Daniels vertrek zit de veertienjarige Maxim Birgukova op zijn bed. Hij werd een paar weken eerder opgenomen in het ziekenhuis met een ernstige schedelbreuk, nadat hij geraakt werd door een granaat. Hij was op weg naar de bakker.
‘Hij moet de operatie opnieuw ondergaan omdat hij een stuk van zijn schedel mist,’ zegt zijn moeder Valentina Birgukova, 42, terwijl ze wijst op de hechtingen op het hoofd van haar zoon.
‘De hele familie rende naar de schuilkelder toen we explosies hoorden. Iedereen was er, behalve Maxim. Ik bad tot God dat er niets met hem zou gebeuren. Mijn zorg voor hem was veel erger dan het gebrul boven mijn hoofd – geen moeder zou de angst dat je je kind verliest mogen voelen.’
Granaat op het ziekenhuis
Ook het ziekenhuis is geen garantie dat Daniel, Maxim en de anderen veilig zijn. Op 23 augustus raakte een granaat het ziekenhuisgebouw.
‘Er was paniek onder het personeel en de patiënten. We probeerden iedereen zo snel als we konden naar de kelder te krijgen. Het was chaotisch, maar gelukkig stierf er niemand bij de aanval,’ zegt dokter Andrey Sagalevick, 55 jaar oud, en de behandelend arts op de afdeling van Maxim.
Hij zucht en vervolgt: ‘Het is onmogelijk om te weten wie er achter de aanval zat, maar we verdenken het Oekraïense leger. Er liggen hier veel gewonde separatisten.’
Valentina kijkt naar haar zoon en zegt dat de familie uit Donetsk zal vertrekken wanneer Maxim het ziekenhuis kan verlaten.
‘We gaan naar Rusland. Er zijn geen andere opties, het leven is hier te gevaarlijk. We vertrouwen er niet op dat er echt een wapenstilstand komt of dat er nieuwe wetten voor de regio zullen komen. Niets zal veranderen, en alleen maar meer onschuldige mensen zullen sterven.’
Deze reportage is geschreven door Andreas Stahl en vertaald door Lennart Hofman.