Waarom Saoedi-Arabië in moslimextremisten investeert
Hoe pak je het moslimextremisme aan? Saoedi-Arabië, het thuisland van vijftien van de Al-Qaida-terroristen die de Twin Towers neerhaalden, zet grove middelen in met een heus ‘deprogrammeringsinstituut.’ Vanaf het Arabisch Schiereiland doe ik verslag.
Het moslimextremisme staat volop in de aandacht met de opmars van de strijders van Islamitische Staat. Ook vanuit Nederland zijn de afgelopen tijd honderden jongeren naar het Midden-Oosten getrokken om er in naam van hun geloof de wapens op te nemen.
‘Het moslimextremisme betekent niet enkel imagoschade voor de moslims, het schaadt ook de islam. Het kan er bijvoorbeeld toe leiden dat moslims zich in westerse landen tweederangsburgers gaan voelen, waardoor ze op hun beurt weer gemakkelijker te rekruteren zijn door extremisten.’
Ondanks zijn koele analyse glimlacht Abdulrahman Alhadlaq minzaam. Het hoofd van de afdeling Ideologische Veiligheid bij het machtige Saoedische ministerie van Binnenlandse Zaken wijst ‘de gematigde islam’ aan als oplossing. ‘Een overtuiging is geen gebouw dat je zomaar kunt vernietigen. Ideologie is enkel met ideologie te bestrijden.’ Die gematigde islam is in Saoedi-Arabië overigens het strenge salafisme, dat zich onder meer kenmerkt door de absolute gehoorzaamheid aan het gezag.
Iedereen oppakken
De Saoediërs weten maar al te goed wat de gevaren van extremisme zijn. Van de negentien Al-Qaida-terroristen die in september 2001 de Twin Towers tegen de vlakte legden, kwamen er vijftien uit dit koninkrijk. Maar de terreur kwam later ook naar het thuisland. Tussen 2003 en 2005 pleegden religieuze extremisten hier verschillende bloederige aanslagen.
Het ging om meer dan 10.000 mensen. Vorig jaar zaten naar verluidt nog steeds 2.500 van hen achter de tralies
‘Het regime heeft in die periode snoeihard opgetreden en iedereen opgepakt die daar ook maar iets mee te maken kon hebben,’ zegt Adam Coogle, Midden-Oostenexpert van de mensenrechtenorganisatie Human Rights Watch. ‘Het ging om meer dan 10.000 mensen, vaak zonder enige aanklacht. Vorig jaar zaten naar verluidt nog steeds 2500 van hen achter de tralies.’
Coogle wijst het onderontwikkelde juridisch systeem aan als de schuldige. ‘De machthebbers hadden het gevoel dat er geen rechtssysteem was dat op een gepaste manier terrorisme kon aanpakken, en dus lieten ze veel arrestanten gewoon in de cel zitten.’
Beïnvloedbare moslims
Ook het profileren van de daders heeft geholpen bij het indammen van het extremisme, zegt Alhadlaq. ‘Het ging vaak om zeer beïnvloedbare moslims. We zagen mensen met een spirituele honger, die echter weinig van de islam weten en letterlijk bang zijn voor het hellevuur. Dat maakt ze bijzonder gemakkelijk beïnvloedbaar.’
Het is uiterst belangrijk om de voedingsbodem voor terrorisme weg te nemen, legt Alhadlaq uit. ‘We proberen de frustraties van die jongeren te ondermijnen door hen een goede opleiding te geven. We hebben de voorbije jaren verschillende nieuwe universiteiten opgericht en sturen jaarlijks meer dan 150.000 jongeren naar het buitenland om te studeren. Die keren dan terug met een open geest en een beter begrip van andere samenlevingen. Op hun beurt hebben ze zo een positieve invloed op hun broers en zussen.’
Veel interesse uit het buitenland
Saoedi-Arabië heeft concrete resultaten geboekt in de strijd tegen het radicalisme. Sinds 2007 is er het Mohammed bin Nayef Centre for Counselling and Care, een soort deprogrammeringsinstituut voor extremisten. Die worden hier vier tot zes maanden opgevangen door psychologen en therapeuten die hen onder meer creatief aan het werk zetten. Uiteraard behoort ook het religieus heropvoeden met de ‘ware’ interpretatie van de islam tot het rehabilitatieprogramma.
Coogle nuanceert het succes van het heropvoedingscentrum. ‘Jihadi’s, maar ook vreedzame hervormingsactivisten die aangehouden worden voor ‘ideologisch extremisme’ krijgen soms de keuze tussen rehabilitatie of een proces voor terrorisme dat in de meeste gevallen niet eerlijk verloopt. Dan is de keuze snel gemaakt.’
Ondertussen zijn al 2500 ‘patiënten’ na behandeling uit het centrum ontslagen. ‘Het kan dan ook op veel buitenlandse interesse rekenen,’ zegt Alhadlaq trots. ‘Er zijn al meer dan 200 delegaties op bezoek geweest. Onze succesratio ligt dan misschien niet op 100 procent, maar toch boven de 90 procent.’
Wat gebeurt er met de 10 procent mannen die hun leven blijkbaar niet gebeterd krijgen? Alhadlaq haalt verveeld zijn schouders op. ‘Die komen opnieuw voor de rechtbank, worden weer veroordeeld en gaan terug naar de gevangenis.’
Investeren om te voorkomen
Veel aspecten van deze benadering zouden in een rechtstaat als Nederland ondenkbaar zijn. Zo krijgen de mannen die het programma verlaten op allerhande wijze steun, bijvoorbeeld een baan of een auto, of een studie op kosten van de staat.
Wie wil trouwen, krijgt geld om de bruidsschat te betalen – gemiddeld zo’n 60.000 riyal (11.700 euro). ‘Huwen en kinderen krijgen is een goede investering,’ zegt Alhadlaq. ‘De mannen zien zo meer de zin van het leven, in plaats van die van de dood.’
De kostprijs van die cadeaupolitiek is relatief, meent hij. ‘Stel dat een terrorist een aanslag zou plegen die ons 100 miljoen euro kost, maar we dat kunnen voorkomen met een investering van 15.000 euro, dan is dat toch veel beter?’