Mensensmokkelaars hebben een beroerde reputatie. Autoriteiten geven hen de schuld van elke dode "illegaal" die in de verborgen laadruimte van een vrachtwagen op weg naar Groot-Brittannië wordt aangetroffen en elke vluchteling die in de Middelandse zee verdrinkt. Maar dat zijn bedrijfsongevallen.

Mensensmokkelaars worden vaak verward met mensenhandelaren. Er is één groot verschil. Mensenhandelaren dreigen of dwingen. Mensenhandelaren buiten uit. Ze verleiden een Nigeriaans meisje om zich in de schulden te steken. Om de lening af te betalen moet ze jaren in Italië werken als prostituee. Stribbelt ze tegen, dan wordt ze in elkaar geslagen of anders haar moeder in Nigeria wel.

Mensensmokkelaars zijn vaak ook maar gewone reisagenten. Ze leveren meestal wat klanten vragen, zoals een enkeltje Europa. De routes en vervoersmiddelen variëren, net zoals de risico’s en prijzen. Mensensmokkelaars jagen klanten niet doelgericht de dood in. 

Mensensmokkelaars doen doorgaans niet aan dwang. Ze leven van de vraag naar reizen van mensen die niet in het gelukkige bezit van de vereiste documenten zijn.

Vraag maar aan Shahram Khosravi uit Iran, tegenwoordig assistent-hoogleraar Sociale Antropologie aan de Universiteit van Stockholm. Hij schreef een  over zijn ervaringen als reiziger zonder papieren. Hij kwam Europa binnen als "illegaal".

Mensensmokkelaars worden vaak afgeschilderd als maffiamaatjes, constateert Khosravi. Volgens hem zijn ze beter te vergelijken met kleine en grote ondernemers. Soms vragen ze woekerprijzen en maken ze misbruik van de rechtenloze positie van hun klanten. Bijvoorbeeld door vrouwen ‘een premie’ in de vorm van seks te vragen, of die met geweld te nemen. Een "illegaal" kan toch geen verhaal halen bij de politie. 

Khosravi trof ook fatsoenlijke mensensmokkelaars. Mensen die cruciale diensten verleenden, zich aan afspraken hielden en geen exorbitante bedragen (2.000 tot 3.000 euro) vroegen. Dat waren vaak bewoners van grensgebieden. Of andere "illegalen" die de smokkelroutes kenden en contacten hadden, en zo het geld verdienden voor hun eigen "buitenlandse reis". De echte criminelen zijn in de ogen van veel ‘"illegalen" de corrupte grensbewakers en politieagenten die hen tegenhouden en ook nog eens beroven van hun bezittingen.

Khosravi’s route

De eerste keer dat Khosravi uit Iran probeerde te ontsnappen was in de winter van 1986. Hij wilde niet het leger in. Irak en Iran voerden al zes jaar oorlog. Een half miljoen Iraanse jongens sneuvelden.

Een mensensmokkelaar had hem verraden. Bij de grens werd hij meteen gearresteerd. Later hoorde hij dat hij als pion was geofferd in het schaakspel dat langs de grens gespeeld werd. Als een smokkelaar de grensbewakers af en toe tipte over een klein transport, lieten ze de grote transporten met rust.

Khosravi had het geluk dat hij uit een min of meer vermogende familie kwam. Hoe meer geld een "illegaal" bij elkaar kan krijgen, hoe sneller en veiliger hij kan reizen. Hij kan reisdocumenten en vliegtickets kopen. Hij heeft smeergeld om beambten op de juiste momenten weg te laten kijken. Maar een "illegaal" loopt altijd risico, al beschikt hij over geld.

Hij redde me van de corrupte grensbewakers

Bij de tweede poging ging hij in zee met Homayoun, een jonge Afghaan die illegaal in Iran werkte en al vaker via Afghanistan naar Noord-Pakistan had gereisd. ‘Hij redde mijn leven,’ schrijft Khosravi. 

Uiteindelijk belandde Khosravi in het Pakistaanse Karachi. Kamer 404 in het goedkope Hotel Shalimar was acht maanden lang zijn thuis. Het wemelde in Karachi van de mensensmokkelaars, maar ze hadden alleen maar bestemmingen in de regio in de aanbieding. Khosravi wilde naar het Westen. Welk land, dat kon hem niks schelen. 

Dus maakte hij dat hij wegkwam uit Karachi. Hij kocht een Iraans paspoort voor 500 dollar. Hij regelde een visum voor India. Zo kwam hij per vliegtuig terecht in New Delhi. Khosravi looft en prijst in zijn boek ‘de gastvrijheid van onbaatzuchtige vreemdelingen zonder wie ik het nooit had gehaald.’

Vijf maanden woonde hij in New Delhi, eerst in een park, later deelde hij een kamer met lotgenoten. Cruciaal voor elke migrant zijn volgens Khosravi sociale netwerken, gebaseerd op verwantschap, vriendschap en gemeenschapsbanden. Zij leveren de steun en informatie die een migrant nodig heeft om te overleven en verder te reizen.

Een "illegaal" heeft geen enkele zekerheid dat hij zijn familie of zijn land ooit terugziet. Hij weet niet wat de route van zijn reis is, niet eens zijn eindbestemming. Misschien strandt hij wel onderweg. Elke keus blijft een gok.

Lijm en schaar

Begin 1988 stelde Khosravi zijn lot in handen van mensensmokkelaar Nour, een Afghaan van middelbare leeftijd die samenwoonde met zijn bejaarde moeder. Nour had altijd maar een handvol klanten. Hij accepteerde pas nieuwe als een oude op zijn bestemming was gearriveerd.

Hij koos Nederland. Hij had geen idee waarom

Voor de meeste Europese bestemmingen vroeg hij tussen de 2300 en 2500 dollar. Khosravi mocht kiezen: Nederland of Zweden. Hij koos Nederland. Voor hem was het één pot nat. Het werd toch Zweden, omdat de smokkelroute naar Nederland was ontdekt.

Nour verspilde geen geld aan een echt paspoort. Hij flansde er één in elkaar met lijm en schaar en kopieerapparaat. Volstrekt ongeloofwaardig. Maar dat was niet belangrijk, zei Nour. De douanebeambte in New Delhi was toch omgekocht.

Hij besteedde wel veel aandacht aan instructies. Aan de kleren die Khosravi moest dragen om voor een Grieks staatsburger te kunnen doorgaan. Hoe Khosravi zich moest bewegen. ‘Met zelfverzekerdheid,’ zei Nour, ‘passeer je elke grens.’

Khosravi reisde via Londen. Eenmaal aan boord van het vliegtuig naar Stockholm verscheurde hij paspoort, vliegticket en boarding pass en spoelde de snippers door het toilet. Hij wandelde op Arlando Airport uren door de aankomsthal. Zo kon niet meer worden vastgesteld met welk vliegtuig hij was gekomen en welke route hij had gevolgd. Zo kon hij niet meteen worden uitgezet.

Een half jaar later verleende Zweden hem asiel op humanitaire gronden nadat hij de uitgebreide procedure probleemloos doorlopen had.

Het verhaal kreeg wel een buitenissig staartje.

Splinters van die kogel zitten nog altijd in zijn schedel

Het was op een koude avond drie jaar later, op 21 oktober 1991. Khosravi studeerde inmiddels antropologie. Hij was op weg van een sporthal naar zijn studentenkamer. Een kogel trof hem recht in het gezicht. Splinters van die kogel zitten nog altijd in zijn schedel.

Kort daarop werd in Stockholm een andere immigrant neergeschoten. En nog één. Populaire media doopten de dader al snel ‘Laserman’. Hij gebruikte een geweer met laservizier.

Tussen augustus 1991 en februari 1992 schoot hij elf immigranten neer. Eén stierf, tien raakten zwaargewond. In juni 1992 werd ‘Laserman’ gearresteerd.

Hij bleek een zoon van immigranten. Duitse moeder. Zwitserse vader. Als kind was hij altijd gepest met zijn zwarte haar en zijn niet-Zweedse naam.

Het Zweedse boulevardblad Aftonbladet interviewde Khosravi. In de krant verscheen alleen zijn foto. Met onderschrift: ‘Ali dankt God dat hij nog leeft.’ Khosravi is niet gelovig en heet ook geen Ali.

Kwaad

Hij gelooft wel dat mensensmokkelaars niet per definitie boeven zijn, dat er ook fatsoenlijke exemplaren bestaan. Zoals Amir Heidari, decennialang een van de meest succesvolle mensensmokkelaars aller tijden. In 1953 in Iran geboren als zoon van Koerdische ouders. Sinds beginjaren tachtig hielp hij tienduizenden "illegalen" naar Europa.

Khosravi interviewde de smokkelaar twee keer in een Zweedse gevangenis. Dat deed hij in het kader van antropologisch onderzoek. Hij was in Zweden antropologie gaan studeren. Hij had het in Stockholm tot assistent-hoogleraar gebracht.

De eerste keer was in mei 2004. Heidari had twee jaar cel voor het vervalsen van documenten. De tweede keer was in juni 2009. Heidari zat vier jaar vast voor mensensmokkel.

De fragmenten uit de interviews hieronder zijn ontleend aan het  ‘Illegal’ Traveller van Shahram Khosravi.

Waarom bent u mensensmokkelaar geworden?

Na de Islamitische Revolutie in Iran in 1979 sloot ik me aan bij de socialistische beweging als guerilla. Ik werd in mijn been geschoten. Voor behandeling werd ik via Turkije naar Zweden gestuurd. Geen enkel land wilde Koerdische vluchtelingen opnemen. Dat maakte me kwaad, dus ik ging terug naar Turkije om mijn mensen te helpen. Duizenden Koerdische vluchtelingen zaten klem in Turkije en konden elk moment naar Iran worden teruggestuurd. Ik ging langs bij westerse ambassades en de Verenigde Naties in Ankara. Ik vroeg ze druk uit te oefenen op Turkije om Koerden niet meer te deporteren. Vergeefs. Ik begon mijn smokkelorganisatie die nog altijd actief is. Ik besloot mensen in nood in veiligheid te brengen.

Hoe ging u te werk?

Ons grootste probleem was gebrek aan geld. De meeste Koerden konden geen vliegticket betalen. Dus begon ik een tapijtenzaak in Istanboel. De winst op elk verkocht tapijt gebruikte ik om een Koerd naar Europa te sturen.

Maar hoe zat het dan met paspoorten en grenscontroles?

Velen hadden paspoorten. Ik hoefde alleen maar de stempels te vervalsen die ze nodig hadden. Grenscontroles stelden in die tijd weinig voor. Later begon iedereen geld te vragen: reisbureaus, douanebeambten. Iedereen wilde een stuk van de taart. Dus werd de reis steeds duurder.

U hielp niet alleen Koerden en politieke activisten?

Dat idee heb ik ontleend aan het Zweedse belastingstelsel

Na een tijdje was de tapijtenzaak niet meer winstgevend. Dus begon ik ook niet-politieke migranten te helpen voor geld. Mijn idee was om winst te maken op mensen met geld zodat ik mensen zonder geld gratis kon sturen. 

Wat vindt u van de benaming ‘mensensmokkelaar’?

Ik word niet graag smokkelaar genoemd. Ik doe het niet voor het geld. Ik doe het omdat ik om mensen geef. Als ik rijst stuurde van het ene naar het andere land, in plaats van mensen, zou ik rijk zijn en niet hier zitten.

Hoeveel jaren bracht u door in de gevangenis?

In Zweden bij elkaar veertien jaar. Ik zat korter in de gevangenis in Denemarken, Duitsland en Turkije. Het kan me niet schelen. Zolang je gelooft dat je het juiste doet. Net zoals Socrates. Hij betaalde een hoge prijs voor zijn overtuiging.

Zweden heeft een dubbele moraal. Ik doe wat Raoul Wallenberg deed in de Tweede Wereldoorlog. Hij was een held omdat hij veel joden redde. Maar ik word beschouwd als crimineel.

Hoe werkt u vanuit de gevangenis?

Ik ben als een architect. Ik laat ze zien wat ze moeten doen. Ik weet hoe de politie redeneert.

Wie zijn ‘ze’?

De mensen met wie ik werk.

Werkte u vroeger alleen?

Nee, ik werkte altijd samen met een groep. Aan het eind van de jaren tachtig met wel vijftig mensen. Op verschillende plaatsen, van Iran en Turkije tot Duitsland en Zweden.

Waren dat allemaal Iraniërs of Koerden?

Ze was blond en zou niet makkelijk verdenking wekken

Nee, ik had zelfs een Zweedse vrouw in mijn groep. Haar taak was het om passagiers per auto van Denemarken naar Zweden te brengen. Ze was blond en zou niet makkelijk verdacht worden.

Hoe heeft u haar gerekruteerd?

Simpel. Ik plaatste een personeelsadvertentie in een lokale krant. Zweedse vrouw gezocht voor een goed betaalde man. Veel mensen reageerden en ik zei ze eerlijk wat ze moesten doen. Sommigen weigerden, één accepteerde. 

Waarom migreren mensen zonder papieren, met alle risico’s van dien?

De rijke wereld plundert de arme wereld. Zolang er plunderaars zijn, zullen beroofden komen kijken waar de rijkdom terecht gekomen is. Zo gauw iemand onderkent dat hij ergens niet kan leven, zal hij naar elders trekken. Dat is een mensenrecht.

Bent u daarom mensensmokkelaar geworden?

Ik ben existentialist. Ik deel de zienswijze van Jean-Paul Sartre. Ik geloof dat individuen vrije keuze hebben en dus ook verantwoordelijk zijn voor zichzelf. Ik geloof dat iedereen in staat moet zijn om iets te maken van zijn leven. Ik werk voor mensen die een paspoort of visum wordt geweigerd.

Wat vindt u van bootvluchtelingen die omkomen in de Middellandse Zee?

Ik zou mensen nooit in zo’n situatie brengen. Ik stuur mensen per vliegtuig, Het moet wel veilig zijn.

Tot zover de fragmenten uit de interviews.

Per mail informeerde ik bij Shahram Khosravi wat er van Amir Heidari was geworden. Nadat hij zijn gevangenisstraf had uitgezeten, heeft Zweden hem naar Iran uitgezet. Sindsdien is niets meer van hem vernomen. Door dankbare klanten wordt dat diep betreurd.

Mensensmokkelaars hebben een slechte reputatie. Soms terecht. Niet altijd. Voor een "illegaal" zijn de grootste criminelen de autoriteiten die hem beletten om te gaan en staan waar hij wil. En daarbij over lijken gaan.