Vanaf deze heuvel zie je de Koerden IS bestrijden

Lennart Hofman
Correspondent Verborgen oorlogen
Begrafenis van YPG-strijders in Suruc (Turkije). Foto: Andreas Stahl

De strijd tegen IS komt voor de Koerden samen in Kobani. Daar houden de slechtbewapende Syrische Koerden stand tegen IS, wachtend op de hulp van hun Iraakse buren, terwijl de wereld vanaf een Turkse heuvel toekijkt. Ik bezocht deze ‘hill of shame’, samen met mijn vaste oorlogsfotograaf Andreas Stahl.

Toen de in Irak buitgemaakte tanks van de Islamitische Staat (IS) anderhalve maand geleden het Syrisch-Koerdische dorpje Geriq binnenreden, verloor Fatimah Habasch (60) in één klap alles wat haar lief is. Haar zoon werd gevangengenomen, haar huis verbrand en haar dochter – Shamsa Afdah (17), die niet op tijd kon vluchten – , werd meegenomen naar het 150 kilometer verderop gelegen stadje Tell Abyad, pal aan de Turkse grens. Daar onthoofdden IS-strijders haar, hingen het verminkte lichaam op en gooiden haar hoofd naar de Arabische dorpelingen. ‘Als geschenk van jullie bevrijders,’ zeiden ze erbij.

Sinds 45 dagen woont Habasch met drie kinderen van haar gevangengenomen zoon in een in alle haast opgezet vluchtelingenkamp in Suruc, net over de grens in Turkije. ‘Ze hebben geen idee wat er gaande is,’ verzucht ze. ‘En hoe leg ik hen uit wat er is gebeurd? Hun tante is vermoord en ik ben bang dat ze hun vader nooit meer zullen zien.’

Fatimah Habasch (60) met haar kleindochter in het vluchtelingenkamp in Suruc (Turkije). Foto: Andreas Stahl
In het vluchtelingenkamp in Suruc (Turkije), waar veel Koerden uit Syrië naartoe zijn gevlucht. Foto’s: Andreas Stahl

Hoe IS boven kwam drijven

De oorlog in Syrië duurt nu ruim Het eerste jaar was het vooral het regime van Bashar al-Assad dat opstandige Syriërs met brute kracht van het leven beroofde. In de loop van 2013 kregen islamitische milities binnen de oppositie de overhand en begonnen ook zij te moorden. Eind 2013 kwam IS bovendrijven als dominante groep, en na een felle strijd met andere oppositiegroepen wist het begin juni de strijd naar Irak te verleggen. Daar namen IS-strijders met hulp van soennitische clans in korte tijd een enorm gebied in, riepen een kalifaat uit, maakten een gigantische hoeveelheid wapens buit en keerden sterker dan ooit terug naar

De Koerden in Syrië hadden zich tot die tijd redelijk buiten het strijdgewoel weten te maar na de opmars van IS in Irak wist iedereen dat die relatieve rust niet lang meer zou duren. De Koerden waren een makkelijke prooi voor de veel beter bewapende IS-strijders en werden gehaat vanwege hun banden met de ‘goddeloze’ Vanwege diezelfde banden sloot de toevoer naar de regio af en stonden de Syrische Koerden er

Tijdens een demonstratie tegen IS in Suruc (Turkije), voorafgaand aan de begrafenis van YPG-strijders. Foto’s: Andreas Stahl

Een doodstrijd van een miskend volk

De nachtmerrie van de Syrische Koerden kwam uit. IS rukte op, maakte talloze Koerdische dorpen met de grond gelijk, onthoofdde achterblijvers, verkrachtte vrouwen of nam hen mee om als slaaf te verkopen. Ruim 170 duizend Syrische Koerden vluchtten naar Turkije.

Het laatste bolwerk van de Syrische Koerden een stadje pal aan de Turkse grens. Daar verdedigden ruim tweehonderd slecht bewapende zich tegen ruim drieduizend goed bewapende IS-strijders. De ongelijke strijd leidde wereldwijd tot woedende reacties. Hoe kon de wereld toe blijven kijken terwijl de Koerden werden afgeslacht? En waarom deed niets?

Na ruim een maand begonnen de Amerikanen IS-stellingen nabij Kobani te bombarderen en dropten ze wapens voor de YPG. Turkije beloofde tweehonderd strijders van het door het Westen gesteunde Vrije Syrische Leger en honderdvijftig Iraakse -strijders toe te

Kobani verwerd zo van een Syrisch-Koerdische strijd tot een doodsstrijd van een miskend volk tegen een onmenselijke vijand. Afgelopen weekend gingen over de hele wereld mensen de straat op om de verdedigers van het belegerde stadje te steunen.

Hill of shame

Dat de strijd om Kobani zo nadrukkelijk de aandacht opeist, komt onder andere doordat het drama zich afspeelt voor het oog van de wereld. Dat oog ligt bijna letterlijk op een heuvel aan de Turkse kant van de grens, met enige schroom omgedoopt tot de ‘Hill of shame.

De heuvel is een verzamelplaats voor gevluchte Koerden uit Kobani, journalisten van over de hele wereld en Turkse Koerden. Mannen staan op de daken van hun auto’s en speuren het bestookte stadje af met verrekijkers, een broodverkoper loopt tussen de geparkeerde auto’s door en prijst met gedempte stem zijn waar aan. Achter een camera zit een gezin rustig te picknicken.

Op de ‘Hill of Shame’ bij de grens tussen Turkije en Syrië kijken mensen toe hoe anderhalve kilometer verderop in Kobani wordt gevochten. Foto’s: Andreas Stahl
We verdedigen ons tegen moordenaars die hoofden afhakken, onze vrouwen verkrachten en onze huizen afbranden

‘We verdedigen ons tegen moordenaars die hoofden afhakken, onze vrouwen verkrachten en onze huizen afbranden,’ zegt Abdelkader Beki (50) boos. Veertig dagen geleden vluchtte hij met zijn gezin uit Kobani. Sindsdien is hij iedere dag op de heuvel te vinden. De Koerdisch-Iraakse steun, waarvan de eerste strijders die ochtend arriveerden, geeft hem nieuwe hoop.

‘Honderd jaar geleden waren de Koerden één. Omdat we gedwongen werden in vier verschillende landen te leven, raakten we verdeeld. Nu helpen de Koerden elkaar weer en strijden we als één macht. Dat is een historisch moment.’

Gefrustreerd werpt hij een blik op de tegenoverliggende heuvel, waar een stuk of veertig Turkse tanks staan opgesteld die zich al ruim veertig dagen afzijdig houden van de strijd. Net als veel andere Koerden is hij ervan overtuigd dat Turkije IS in het geheim helpt om de Syrische Koerden te bestrijden: ‘Alleen omdat de Amerikanen druk zetten, opende Turkije haar grenzen. Ze doen er alles aan om het de Koerden zo moeilijk mogelijk te maken.’

Dan slaat er een bom in. Stukken puin vliegen door de lucht en de mensen op de heuvel klappen en roepen ‘Dank u Amerika!’ Vrijwel direct wordt de inslag geanalyseerd: ‘De bom sloeg in bij de grens, dat betekent dat IS oprukt,’ zegt een man. Een jongen roept: ‘Vanochtend waren ze nog een stuk verder weg.’

Beki staart met een sombere blik naar de rookpluimen boven zijn stad. ‘IS is nu een vijand van de hele wereld, maar de Koerden in Kobani moeten hen in hun eentje bevechten. Hulp had al veel eerder moeten komen, toen IS nog niet in de stad was. Nu sterven er iedere dag onnodig veel jongens en meisjes om onze vrijheid te verdedigen.’

Vimeo plaatst cookies bij het bekijken van deze video Vimeo
Beeld: Andreas Stahl

‘Erdogan, jij vermoordde mijn zoon’

De doden uit Kobani worden binnengebracht in het ziekenhuis van het Turkse Suruc, vanwaar vrijwel dagelijks een enorme rouwstoet naar het nabijgelegen kerkhof trekt. Ze komen met busladingen tegelijk uit Turks-Koerdische steden als Diyarbakir en Mardin. Vlaggen van de YPG en wapperen boven hun hoofden.

Het tafereel laat zien hoe de strijd in Kobani ook een Turkse aangelegenheid is geworden. Een kwart van de Turkse bevolking is Koerdisch, de passieve houding van de autoriteiten voerde de spanningen enorm op. De afgelopen weken stierven bij gevechten tussen Turkse Koerden, IS-gezinde Turken en de Turkse politie veertig mensen. Na een staakt-het-vuren van ruim een jaar, braken er ook weer gevechten uit tussen de PKK en het Turkse leger.

Tijdens de begrafenis van YPG-strijders in Suruc (Turkije). Foto’s: Andreas Stahl

Er is dan ook geen Turkse politie te zien, wanneer de lijkkisten arriveren en er een luid gejuich aanzwelt. Handen gaan de lucht in, vrouwen gillen. Camera’s zoomen in: op de PKK-vlaggen op de kisten, op de vrouwen die dansen om hun zonen te eren en op de oude mannen die in gedachten verzonken naar de rouwstoet kijken.

Terwijl de rook boven Kobani tegen de ondergaande zon omhoog kringelt, trekt de stoet naar een zanderige begraafplaats met betonnen zerken. Met rode verf zijn de namen en leeftijden van de doden opgeschreven. Abdullah Resat 27, Leyla Halip 28, Agit Bakur 15, Muhamed Mustafa 18, Demhal Kobani 21.

‘Erdogan, je vermoordde mijn zoon. Je vernietigde onze huizen,’ roept de moeder van een van de doden. Ze wordt omringd door zes huilende jonge vrouwen. ‘De wereld moet ons helpen,’ roept een van hen.

Op de achtergrond klinkt een doffe dreun, een nieuwe Amerikaanse bom op Kobani. De rouwstoet slaat er amper acht op.

De in witte doeken gerolde lichamen verdwijnen in de aarde, terwijl de lege kisten over de hoofden van de rouwenden worden afgevoerd. Je weet: ze zullen terugkeren met nieuwe doden uit Kobani.

Vrouwen rouwen tijdens de begrafenis van YPG-strijders. Foto: Andreas Stahl

‘Nu zal IS worden verdreven’

De Koerden in Suruc lijken het even te vergeten. Euforie overheerst, nu de Turken onder zware internationale druk beloofden door te laten om de Syrische Koerden in Kobani te helpen. Op het centrale plein staat een uitzinnige menigte de hulptroepen op te wachten.

‘De en we zijn heel erg blij dat ze ons komen helpen. Dankzij hun wapens zullen we IS in één week verslaan,’ zegt Kurd Hussein (19) vastberaden. Zijn vrienden knikken geestdriftig. Allemaal komen ze uit Kobani en willen zo snel mogelijk terug om te helpen, maar nu Turkije de grenzen dichthoudt gaat dat lastig.

De oorlog tegen IS begint in zekere zin pas net

Mensen hebben vlaggetjes van de Koerdisch-Iraakse regio op hun gezicht en armen geschilderd en er wordt gelachen en gezongen. De Turkse politie doet verwoede pogingen de weg vrij te houden. Maar zo gauw het gerucht gaat dat de Iraakse Koerden eraan komen, rent iedereen de weg op, smartphones omhoog houdend om hun aankomst te filmen.

Vimeo plaatst cookies bij het bekijken van deze video Vimeo
Beeld: Andreas Stahl

Maar de peshmerga komen niet opdagen die avond. Volgens sommigen omdat ze in de menigte een te makkelijk doelwit zijn voor een zelfmoordaanslag.

Het geeft weer aan hoe snel de situatie kan escaleren. Van alle kanten staan de Koerden onder druk, politiek zijn ze nog steeds erg verdeeld. De oorlog tegen IS begint in zekere zin pas net.

Het lijkt de jongens vanavond niet te deren. Hussein: ‘Sinds vandaag vechten de Koerden samen, dat is een historisch moment. Nu we goede wapens hebben, zullen we IS verslaan.’