Na de bestelde dood van 43 studenten is de maat vol in Mexico

Jan-Albert Hootsen
Journalist, gespecialiseerd in Latijns Amerika
Een lid van de CRAC, een op het platteland van Zuid-Mexico opgerichte burgerpolitie in Tixtla. Foto: Miguel Tovar/Getty Images

Eind september werden 43 studenten in het Mexicaanse Aguala ontvoerd en vermoord. Bijna zeker in opdracht van de burgemeester. Het vertrouwen van burgers in staat en politiek is sindsdien tot het absolute nulpunt gedaald. Vanuit Mexico doe ik verslag van een land dat in opstand komt.

De twintig mannen stappen zwijgend voort. Gekleed in olijfgroene shirts, bivakmuts op het hoofd, jachtgeweer in hun hand, vormen ze samen een kleine colonne. Achter hen is het luidruchtiger; ongeveer duizend studenten, boeren, vakbondsleden roepen allerhande leuzen.

‘Levend hebben ze hen meegenomen, levend willen we hen terug!’ ‘Het was een misdaad van de staat!’ ‘Weg met de president!’

De gewapende mannen zijn lid van de CRAC, een op het platteland van Zuid-Mexico opgerichte burgerpolitie. Hier in Tixtla, de hoofdstad van de Zuid-Mexicaanse deelstaat Guerrero, zijn ze duidelijk aanwezig. Ze zwijgen, maar ze zijn woedend. Net als de andere demonstranten. Woedend op de Mexicaanse regering, woedend over onveiligheid in hun land, woedend over corruptie bij de lokale autoriteiten.

Die woede was er altijd al, maar was nog nooit zo duidelijk zichtbaar als de afgelopen weken. Op 26 september verdwenen in Iguala, een stad in het noorden van de deelstaat, 43 studenten van de in Tixtla gevestigde Raúl Isidro Burgos-lerarenopleiding.

Het staat inmiddels vrijwel vast dat de jongeren een dag later werden vermoord door leden van een drugsbende. Geholpen door politieagenten uit Iguala. In opdracht van de burgemeester.

Kinderen gedood?

‘Er is al jaren geweld in Mexico. We zijn de massaslachtingen en de corruptieschandalen gewend geraakt,’ zegt Sánchez. ‘Maar wat er in Iguala is gebeurd, is van een andere orde. Het waren geen criminelen, maar ongewapende kinderen die zijn ontvoerd en misschien vermoord. En het was niet de georganiseerde misdaad die daartoe de opdracht gaf, maar de politiek.’

Tixtla is waar de lont in het kruitvat werd gestoken. Tot een maand geleden was dit een onbetekenend plattelandsstadje waar men buiten Mexico nog nooit van had gehoord. In Mexico zelf was het plaatsje hooguit bekend als de thuisbasis van de docentenopleiding, in de volksmond beter bekend als de ‘Normal de Ayotzinapa.’ Ayotzinapa is een marxistische school, waar jongeren uit arme families naartoe gaan om een opleiding tot docent te volgen. Een opleiding die zo links is, dat actievoeren een verplicht onderdeel van het curriculum is.

De CRAC, de burgerpolitie in Tixtla, houdt ’s nachts de wacht in de stad sinds het onrustig is na de verdwijning van de 43 studenten. Foto: Miguel Tovar/Getty Images

Keizerlijk echtpaar

Tot 26 september. Die dag was een groepje eerstejaarsstudenten afgereisd naar Iguala, een industriestad in het noorden van de staat. Ze gingen erheen om geld in te zamelen en actie te voeren tegen discriminatie op de arbeidsmarkt. De studenten hadden gehoord dat Maria de los Ángeles Pineda, de vrouw van burgemeester José Luis Abarca, een toespraak zou gaan geven op het plein voor het gemeentehuis.

De volgende dag werd het lijk van een van de studenten teruggevonden. De huid was van zijn gezicht gestroopt, de ogen uit de kassen gegutst

Abarca en Pineda, wisten de studenten, dat was het ‘keizerlijke echtpaar,’ een schatrijk koppel dat door corruptie en banden met de georganiseerde misdaad de gemeente in een wurggreep hield. Meerdere broers van Pineda behoorden tot de lokale drugsbende Guerreros Unidos; Abarca wordt verdacht van de moord op een mensenrechtenactivist in 2013.

Abarca gaf via de radio zijn lokale politiekorps de opdracht de studenten koste wat kost tegen te houden. Aldus geschiedde, op gruwelijke wijze. Op vier verschillende plekken werden de studenten als uit het niets door politieagenten onder vuur genomen. Drie jongeren en drie omstanders kwamen daarbij om.

De volgende dag werd het lijk van een van de studenten teruggevonden. De huid was van zijn gezicht gestroopt, de ogen uit de kassen gegutst. 43 studenten bleken spoorloos verdwenen.

De afwikkeling gaat traag

Vrijdag, een dag na de demonstratie in Tixtla, bleek de ergste vrees van het land op waarheid te berusten. Procureur-generaal Jesús Murillo Karam gaf een persconferentie in Mexico-Stad. Uit de verklaringen van drie verdachten, die anderhalve week geleden waren opgepakt, bleek dat de studenten allemaal zijn vermoord. Corrupte politieagenten uit Iguala droegen de jongeren over aan leden van Guerreros Unidos, een lokale drugsbende. Op de vuilnisbelt van het naburige dorpje Cocula werden de studenten geëxecuteerd. Hun lichamen werden in brand gestoken. Uren later werden de resten in zakken gestoken en in de San Juan-rivier gedumpt.

Officieel is het onderzoek nog steeds niet afgerond. Officieel zijn de studenten nog steeds vermist. De menselijke resten die forensische onderzoekers inderdaad in de rivier hebben gevonden, zijn er dermate slecht aan toe dat een laboratorium in het Oostenrijkse Innsbruck nog wel even bezig is voor er uitsluitsel kan worden gegeven.

Meer dan zeventig mensen zijn in verband met de tragedie opgepakt. De meesten zijn politieagent in Iguala en Cocula en worden verdacht van banden met de Guerreros Unidos. Ook is een flink aantal bendeleiders gearresteerd. En de hoofdverdachten, burgemeester Abarca en zijn vrouw, werden vorige week in de kraag gevat in Mexico-Stad, waar ze zich schuilhielden nadat ze kort na de verdwijning uit Iguala waren gevlucht.

Die arrestaties hebben echter weinig gedaan om de publieke opinie te sussen. Integendeel; júist het feit dat er zoveel politieagenten bij de tragedie betrokken waren, heeft blootgelegd in hoeverre de Mexicaanse autoriteiten, en dan vooral op lokaal niveau, doordrongen zijn van corruptie en verweven met de georganiseerde criminaliteit.

Ook is er geschokt gereageerd op het feit dat de federale autoriteiten pas dagen na de verdwijning begonnen met hun zoektocht naar de studenten. Én op het feit dat het ondanks de vele arrestaties en de inzet van honderden onderzoekers in het gebied rond Iguala, bijna anderhalve maand heeft geduurd voor er concrete informatie over het mogelijke lot van de studenten bekend werd gemaakt.

#YaMeCansé

De federale regering heeft vooralsnog amper op die kritiek gereageerd. Procureur-generaal Murillo Karam was nors op de persconferentie van vrijdag, waarop hij de tragische tijdingen bracht. Naarmate hij steeds scherper werd ondervraagd door de aanwezige journalisten, werd hij steeds botter. Tot hij aan het einde van zijn optreden zuchtend naar een assistent keek. ‘Ya me cansé,’ zei hij. ‘Ik heb er genoeg van.’

Het aanwezige journaille was met stomheid geslagen. Nog dezelfde dag werd #YaMeCansé trending op Twitter. Woedende Mexicanen schreven tweets als: ‘Wij hebben er ook genoeg van, van de corruptie en van de

Ook president Enrique Peña Nieto lijkt zich nauwelijks te realiseren hoe groot zijn problemen in een maand tijd zijn geworden. Sinds hij in december 2012 aan de macht kwam, heeft hij het consequent niet over corruptie, georganiseerde criminaliteit en drugsgeweld

De CRAC, de burgerpolitie in Tixtla, controleren ’s nachts het verkeer in de stad. Foto: Miguel Tovar/Getty Images

Hervormen, hervormen, hervormen

Peña heeft het liever over economische hervormingen, over het privatiseren van het staatsmonopolie op de olieproductie, over het openbreken van de door conglomeraten gedomineerde telecom- en televisiemarkten. En tot september had de president de wind er goed onder; buitenlandse media prezen hem om zijn hervormingsdrift, in eigen land kreeg hij het gros van zijn plannen zonder veel problemen door het congres.

Dat wil niet zeggen dat met Iguala de onveiligheid in Mexico ineens is geëxplodeerd. Ze is nooit weggeweest

Iguala heeft dat allemaal tenietgedaan. Corruptie, criminaliteit en de perverse relatie tussen (lokale) overheden en georganiseerde misdaad zijn weer het belangrijkste thema. Dat wil overigens niet zeggen dat met Iguala de onveiligheid in Mexico ineens is geëxplodeerd. Ze is nooit weggeweest, met uitzondering van het officiële discours.

Hoewel de president de laatste weken meermaals heeft gezegd dat het vinden van de 43 studenten de topprioriteit van zijn regering is en er inmiddels meer dan tienduizend federale politieagenten naar Guerrero zijn gestuurd, blijft hij vooral over zijn economische hervormingen praten.

Een lange geschiedenis

Het is die ontkenning die ertoe leidt dat in steeds meer gebieden in Mexico de federale regering haar autoriteit dreigt te verliezen. Vorig jaar was dat al het geval in Michoacán, de westelijke buurstaat van Guerrero. Nadat de drugskartels La Familia Michoacana en Los Caballeros Templarios (‘Tempelridders’) daar jarenlang een schrikbewind voerden, waarbij ze op grote schaal afpersten, ontvoerden en met grof geweld drugssmokkelroutes controleerden, hadden de burgers er genoeg van.

Eerst kwamen de indiaanse bewoners in opstand. Ze richtten eigen politiekorpsen op, verjoegen burgemeesters die ze van banden met criminelen verdachten en verklaarden zich autonoom. Begin vorig jaar gebeurde dat ook in Tierra Caliente, het hete hoogland in het zuiden van de staat. Groepen burgers bewapenden zich en begonnen als een guerrillaleger de criminelen te bevechten. Tientallen burgemeesters vluchtten hun dorpjes uit, de gouverneur (wiens zoon dit jaar werd opgepakt op verdenking van banden met een drugsbaron) trad ‘om gezondheidsredenen’ af.

De federale regering kon slechts ingrijpen door honderden soldaten naar de regio te sturen en een speciale veiligheidscommissaris met verregaande volmachten de staat tijdelijk te laten besturen.

Protest van de CRAC, de burgerpolitie in Tixtla. Foto: Jan-Albert Hootsen

Doofpot

Nog veel erger is Guerrero eraan toe. Sinds de studenten zijn verdwenen, is het een totale chaos in de staat. Woedende studenten, docenten en vakbondsleden blokkeren al weken bijna dagelijks de belangrijkste snelwegen. De demonstranten richtten in hoofdstad Chilpancingo en Iguala een ravage aan; afgelopen zaterdag staken demonstranten meerdere auto’s in brand bij het paleis van de deelstaatregering. En twee weken geleden werd in Iguala het gemeentehuis in brand gestoken.

Het plein voor het uitgebrande gebouw in Iguala is het symbool van steeds verder ontbindende autoriteit van de Mexicaanse regering. De stad heeft eigenlijk geen gemeentebestuur meer, sinds Abarca en zijn vrouw zijn weggevlucht. Wel is het gebouw sinds enkele weken het tijdelijke hoofdkwartier van een andere organisatie van burgermilities in Guerrero die, net als de CRAC in Tixtla, de wapens hebben opgenomen tegen criminele bendes. Enkele tientallen leden van de UPOEG zijn in Iguala om te zoeken naar de studenten. Niet om de honderden federale agenten die er al naar de jongeren zoeken te helpen, maar omdat ze geen enkel vertrouwen in de regering hebben.

Boven: het uitgebrande gemeentehuis in Iguala dat sinds enkele weken het tijdelijke hoofdkwartier van de UPOEG is. Onder: Een demonstratie op het plein ervoor, voor de 43 vermiste studenten. Foto’s: Jan-Albert Hootsen

‘Wij geloven niet dat de federale regering echt geïnteresseerd is in het oplossen van het probleem,’ zegt Miguel Ángel Jiménez Blanco, die de zoektocht coördineert. ‘De zoektocht van de federale politie is schone schijn. Wat ze proberen te doen is de boel sussen en dan alles in de doofpot te stoppen.’

Of die beschuldiging klopt, maakt voor de publieke opinie nauwelijks uit. De meeste Mexicanen geloven hun politieke elite niet meer en eisen dat er koppen rollen. Dat is ook mondjesmaat gebeurd. Op 23 oktober trad Ángel Aguirre, de gouverneur van Guerrero, af, na zware kritiek over de wijze waarop de deelstaatautoriteiten het onderzoek naar de verdwijning had aangepakt. Eerder moest ook de deelstaatminister van Volksgezondheid het veld ruimen, nadat duidelijk werd dat hij hechte banden had met het burgemeestersechtpaar van Iguala.

‘De staat is de vijand van de burger geworden’

Critici zeggen dat het aftreden van een paar kopstukken hoogstens symboolpolitiek is. ‘Het heeft geen zin,’ zegt Arquimedes Rosales, voormalig rector van de Autonome Universiteit van Guerrero. ‘Er moet iets fundamenteel veranderen in Mexico. De huidige politieke elite is niet in staat de veiligheid van de burgers te garanderen.’

Rosales kan het weten. In de jaren zeventig had hij een hechte relatie met verschillende opstandelingen. Guerrero was in die tijd een broeinest van revolutionaire activiteit. Het was de staat waar de legendarische guerrillaleider Lucio Cabañas, een docent die zijn opleiding aan dezelfde school als die van 43 verdwenen studenten genoot, vocht tegen het Mexicaanse leger. Die strijd staat nog altijd bekend als de ‘Mexicaanse Vuile Oorlog,’ een conflict vergelijkbaar met de naamgenoten in Zuid-Amerika. Zo’n 170 activisten, studenten, boerenleiders en guerrillero’s verdwenen in die tijd. Hoogstwaarschijnlijk vermoord door het Mexicaanse leger.

Rosales staat aan het hoofd van de waarheidscommissie die probeert te achterhalen wat er in die tijd met de verdwenen slachtoffers is gebeurd. En hij ziet naar eigen zeggen angstaanjagende parallellen met het heden. ‘Eigenlijk komt het op hetzelfde neer. De staat, in dit geval de burgemeester van Iguala, is in plaats van de beschermer, de vijand van de burger geworden.’

De limiet is bereikt

Volgens Rosales is er de afgelopen veertig jaar niets veranderd. De Mexicaanse autoriteiten, zegt hij, laten zich leiden door corruptie en machtsmisbruik.

‘Het probleem is niet de mensen die het land leiden, het probleem is het systeem waarbinnen die mensen functioneren,’ zegt Rosales bitter. ‘Het is een systeem waarin voor niets verantwoording wordt afgelegd, waarin misdaad niet wordt bestraft en waarin straffeloosheid de norm is.’

De tragedie in Iguala lijkt duidelijk te maken dat zelfs bij de Mexicanen, die alle geweld, alle corruptie en alle machtsmisbruik van de laatste jaren schijnbaar lijdzaam ondergaan, de limiet is bereikt.