Het onweert boven de circustent. De anders zo tamme olifanten van vader Casselly beuken op elkaar in. Patrick zit op het trapje van zijn trailer: ‘Ik heb haar eruit getrapt.’ Merrylu borstelt een paar wagens verderop de staart van haar paard: ‘Hij heeft in mijn gezicht gespuugd.’

Het is het einde van het sprookje dat zou moeten gaan over pisteprinses Merrylu en prins-op-het-showpaard Patrick. Toch is de kater vooral groot bij hun beider (groot)ouders. Opa Berdino is niet te genieten. Vader Casselly wil huilen, maar kan het niet. Moeder Casselly vindt dat het jonge koppel maar gewoon een oplossing moet vinden voor hun problemen. ‘We hadden allemaal plannen voor de toekomst gemaakt.’

Maar Merrylu kan niet meer. Patrick is te jaloers. ’s Avonds staat hij in de circustent verwijten in haar rechteroor te blaffen terwijl ze met haar linkerhand de kaartjes van bezoekers knipt. Patrick lijkt het advies van zijn opa toe te passen: ‘Een circus overleeft niet als er te veel meningen zijn. Iemand moet de baas zijn.’

Op elkaars hoofd

Een paar maanden voor het onweer staan opa Berdino en vader Casselly naast elkaar te mijmeren in de coulissen. ‘We denken al jaren: hoe zou het zijn als die twee wat kregen? We zouden ze in de markt kunnen zetten als het koningskoppel van de Europese kermis, wat ze ook zijn.’

Vader Casselly wees, om de twee tortelduiven bij elkaar te houden, zelfs het aanbod af waar hij al zijn hele leven op had gewacht

Even mocht het zo zijn. In de ring stonden ze op elkaars hoofd. Buiten de ring kusten ze elkaars neus en noemden ze elkaar giechelend ‘lelijkerd.’ Vader Casselly wees, om de twee tortelduiven bij elkaar te houden, zelfs het aanbod af waar hij al zijn hele leven op had gewacht: met de hele familie meereizen met een Amerikaans circus.

Het bezoek van de Amerikaanse circusdirecteur zegt veel over de machtsverhoudingen tussen de families. De directeur bezoekt eerst Berdino, die nonchalant een foto laat zien. Genomen vlak na het moment waarop hij een lintje had gekregen van de koningin van Denemarken. Een paar salonwagens verder staat vader Casselly, armen gespreid, zijn stem twee octaven hoger dan anders, te kwispelen. ‘Willkommen in my home! This is America! Yes!’

Een grijnzende opa Berdino vreesde het vertrek van de familie Casselly nooit echt. Weggaan bij Circus Arena zou vrijwel zeker het einde betekenen voor de prille romance van Merrylu en Patrick, en derhalve ook het einde voor de plek van de familie Casselly in zijn circus. ‘Als ze Amerika zo graag willen zien, dan zal ik wel een ticket naar Disneyland voor ze kopen.’

Blijven de families bij elkaar?

De Casselly’s blijven. Merrylu en Patrick winnen een prestigieuze prijs voor hun gezamenlijke paardenact. Dan begint het te donderen.

Vader Casselly, die zijn arm niet meer zelfstandig kan optillen vanwege een oude blessure, probeert te redden wat hij kan als duidelijk wordt dat Merrylu en Patrick weigeren nog langer hun prijswinnende act uit te voeren. Met een verbeten gezicht hijst hij zijn dochter op zijn schouders. Dat levert een kopie op van een scène die eerder in de film zit: Casselly en zijn dochter, hij nog met zijn kleur in zijn haar, zij een jaar of vier, die een acrobatische truc doen op een grasveld naast de tent. Hij juicht: ‘Dit is Merrylu. Ze is vier en ze kan álles.’ Vijftien jaar later zit Merrylu weer op zijn schouders; een letterlijke last geworden, maar immer zijn oogappel.

De paardenact verdwijnt van het programma van Circus Arena. Niet veel later schudden vader Casselly en opa Berdino elkaar nog één keer de hand. Opa Berdino probeert de bedrukte sfeer te doorbreken met een overenthousiast ‘Auf Wienerschnitzel!’ Vader Casselly kan alleen nog maar huilen.

Als Shakespeares eeuwige geliefden Romeo en Julia zich niet meteen van kant hadden gemaakt op het moment dat het even moeilijk werd, dan waren ze elkaar wellicht na twee jaar alsnog spuugzat geworden. Zij was tenslotte pas veertien. Met het jonge circusdroomkoppel Patrick Berdino en Merrylu Casselly loopt het in ieder geval wel zo af. De Deense documentaire The Circus Dynasty vertelt hun verhaal.

De circusfamilies Berdino en Casselly (respectievelijk de grootste en de meest bekroonde van Europa) zijn minder rivalen dan vrienden. Ze werken goed samen. Kroonprins Patrick is de gedoodverfde opvolger van zijn opa, spreekstalmeester en directeur Berdino; Merrylu is het paradepaardje van de acrobatenfamilie Casselly. De twee zijn met elkaar opgegroeid, hebben samen een act – zij staat op zijn hoofd terwijl hij op een galopperend paard balanceert – ze delen een caravan en ze zijn smoorverliefd. Hun beider ouders zijn blij: de geliefden zullen het imperium voortzetten.

De verteller zie je niet

Een sprookje. En zo brengt regisseur Anders Riis-Hansen het ook. Het openingsshot van de rood-geel gestreepte circustent onder een donkere lucht bij vollemaan – er oehoeën zelfs uilen – zet de romantiek vanaf het begin goed aan. Hansen laat gordijnen opengaan en de cast presenteert zich in tableaux vivants voor hun woonwagens. Onder alles klinkt lieflijk pingelende muziek.

Hansen moet deze mensen lange tijd gevolgd hebben en grote hoeveelheden materiaal hebben verzameld

De maker hoor en zie je nooit. Hij heeft de families zover gekregen dat hij overal bij mocht zijn. In het dierenverblijf, op de oefenpiste, in de krappe caravans. Daarvoor moet vertrouwen zijn opgebouwd. Hansen moet deze mensen lange tijd gevolgd hebben en grote hoeveelheden materiaal hebben verzameld. Dat de liefde tussen Merrylu en Patrick zou bekoelen kan hij niet geweten hebben. Achteraf zal ervoor gekozen zijn om die verhaallijn uit te lichten.

Die focus is scherp; wat er om Merrylu en Patrick heen gebeurt krijgt wel wat aandacht – de jonge René Casselly bijvoorbeeld, Merrylu’s broertje, die voor dag en dauw al over de ruggen van de olifanten heen en weer hopt –, maar het koppel is het epicentrum van de vertelling. Dat vergroot het drama en houdt de aandacht vast, maar het maakt tegelijk nieuwsgierig naar wat er allemaal nog meer achter zo’n familie schuilgaat.

Meer dan een sprookje

Vooral René Casselly senior is een fascinerend figuur. Naast het nodige, half grappende machismo – ‘ik tel tot drie en dan wil ik mijn jas hebben!’ – zien we hem een paar keer diep ontroerd – met trillende onderlip – over de verstoorde banden tussen de twee families. De film gaat middels een goed gemonteerd verhaal van Merrylu’s moeder en zwart-witbeelden kort in op Renés verleden als acrobaat, maar je voelt dat hij met zijn aftakelende atletenlijf en markante grijze slapen voor meer mooie scènes had ingestaan.

Slechts een kort moment zien we een harde kant van René, wanneer Merrylu geblesseerd raakt. Maar Hansen plaatst deze hardwerkende artiesten vooral in flatteus licht. We zien geen dierenleed, geen genadeloos zakendoen, geen slaande ruzies en met politiek lijkt niemand zich bezig te houden. Eigenlijk gaat het er verbazingwekkend beschaafd aan toe daar bij het circus.

Het frame van de filmmaker zal daaraan bijgedragen hebben; dit is een sprookje, geen allesomvattend portret. Dat past bij het onderwerp: the show must go on. Toch zijn het juist de subtiel geregistreerde smarten – Merrylu’s afbrokkelende glimlach, haar moeder die een traan wegpinkt, vader die over zijn kapotte schouder wrijft – die The Circus Dynasty een complete en rijke film maken.

The Circus Dynasty draait tot en met vrijdag op het International Documentary Film Festival

YouTube
Bekijk hier de trailer van The Circus Dynasty
Kermiskinderen hebben nooit zomervakantie, maar wel een school die met ze meereist Van april tot oktober trekt de kermiskaravaan door Nederland. Elke week een andere stad, elke week een ander thuis. En het is crisis, gemeenten wijzen soms geen plaats voor woonwagens toe, en de brandstofprijzen voor de attracties stijgen zienderogen. Wie ook met de kermis mee reist: de Rijdende School, waar kermiskinderen van vier tot twaalf jaar onderwijs volgen. Een verslag vanuit de schoolwagen in Heerlen. Lees hier het verhaal over de kermisschool terug In het leven van de kermismens is het zelden feest Achter de vrolijke lichtjes schuilt een zwaar bestaan: het gaat slecht met de kermis. Zo slecht dat Jan van de frietkraam de spaarrekeningen van zijn kinderen moest leegtrekken. Met de nog somberdere vooruitzichten staat de kermismens voor twee uitdagingen: het redden van zijn bedrijf en het voortzetten van zijn tradities. Hoe is het zover gekomen? Lees hier over Vera’s vorige bezoek aan de kermis