Mensenrechtenactivist Sunny Ofehe niet schuldig aan mensensmokkel
Sunny Ofehe, de Nigeriaanse mensenrechtenactivist over wie ik eerder schreef, is niet schuldig aan mensensmokkel. De rechtbank in Dordrecht sprak hem vanmiddag vrij van die aanklacht. Eerder had de officier van justitie de nog veel zwaardere aanklacht voor terrorisme al laten vallen.
De rechtbank veroordeelde Ofehe wel voor het tijdelijk huisvesten van een Nigeriaanse illegaal in 2010. Ook achtte de rechtbank bewezen dat hij zich heeft schuldig gemaakt aan administratieve onregelmatigheden bij het verkrijgen van kantoorruimte en een lening.
Hij kreeg een celstraf die gelijk was aan de veertien dagen dat hij in 2011 in voorarrest heeft gezeten. Ook werd hem een taakstraf opgelegd van 240 uur. De officier van justitie had achttien maanden gevangenisstraf geëist.
Die beperkte straffen voor bescheiden misdrijven staan in schril contrast tot het machtsvertoon, de mankracht en de middelen waarmee het Openbaar Ministerie zich sinds november 2009 op Ofehe heeft gestort. Anderhalf jaar lang zette de politie bijzondere opsporingsbevoegdheden in, zoals het aftappen met telefoon- en computerverbindingen, het observeren van zijn huis in de Rotterdamse wijk Charlois en het plaatsen van een zender op zijn auto.
De enige aanleiding voor die grootscheepse aanpak was een ontmoeting die Ofehe op Schiphol had gehad met een oude vriend, een man die van mensenhandel werd beticht maar later werd vrijgesproken. Op de achtergrond speelde mee dat de politie juist een Nigeriaanse mensenhandelbende had opgerold, die Schiphol als tussenstation gebruikte. Ofehe was de verkeerde man op de verkeerde plaats.
Als Ofehe een mensenhandelaar was, had de politie dat snel genoeg ontdekt. Toch ging het onderzoek door. Ze moesten iets vinden. En zo kwamen ze erachter dat Ofehe bij de aanvraag van kantoorruimte en een lening zijn zaken gunstiger had voorgesteld.
De politie ontdekte ook dat Ofehe in de zomer van 2010 een Nigeriaanse illegaal had geholpen. Hij zou de man hebben klaargestoomd voor een valse asielaanvraag. Mensensmokkel, oordeelde het Openbaar Ministerie. Ik heb hem alleen maar de weg gewezen, zoals ik bij alle landgenoten doe, zei de mensenrechtenactivist Ofehe.
Februari 2011 werd hij van zijn bed gelicht en twee weken lang in voorarrest gehouden. In het persbericht dat het Openbaar Ministerie uitbracht, leek het om grote mensensmokkelaar te gaan. Maanden later werd hij ook nog eens aangeklaagd voor terrorisme, een beschuldiging die op ‘een foutje’ was gebaseerd, en die officier van justitie noodgedwongen introk.
Het kwaad was al geschied. De reputatie van Ofehe als pleitbezorger van de vervuilde Nigerdelta was voorgoed bezoedeld. Organisaties die altijd met hem hadden samengewerkt, zoals Amnesty International en Oxfam/Novib, trokken hun handen van hem af.
Van de zware beschuldigingen blijft in het vonnis niet veel over. Een pyrrhusoverwinning. Ofehe is wel veroordeeld. Hij overweegt in hoger beroep te gaan.
Lees hier mijn portret van Ofehe terug