Podcast: Hoe komt het dat de zeeën zo ziek zijn geworden?
Volgens filosoof René ten Bos heeft het westerse denken al vroeg in de geschiedenis een fatale wending genomen: weg van het water, op zoek naar de droogte. Hij analyseert de gevolgen daarvan in zijn boek Water. Het wordt tijd voor een andere verhouding tot dit alomtegenwoordige element, aldus de filosoof.
‘Water is iets fantastisch moois […]. Je kan er echt alles mee doen. Bovenal is het een zeer Hollands, een oer-Hollands iets.’ Dat zei Willem-Alexander in 1997, toen hij nog kroonprins was, in een interview met Paul Witteman. Hij onderstreepte met die woorden zijn keuze om zich te gaan storten op watermanagement. Slimme stap voor de aanstaande koning. Nederlanders hebben zo’n goeie verstandhouding met water, dat is een beproefde combinatie.
Maar voor filosoof René ten Bos (1959) is dit niet meer dan een mooi sprookje. In zijn onlangs verschenen boek Water analyseert hij de relatie die wij hebben met water vanuit het perspectief van de filosofie. En niet alleen wij Nederlanders, maar in feite iedereen in het Westen.
Zijn stelling is dat wij na Thales van Milete – de eerste bekende filosoof, voor wie water nog een soort oerbeginsel was – het water stelselmatig hebben weggedacht. Vanaf Plato zoekt de filosofie vaste grond onder de voeten, weg van de fundamentele grondeloosheid van het water die voor Ten Bos juist wel het uitgangspunt is. Ten Bos beschrijft op prikkelende manier het werk van een aantal filosofen en schrijvers die dat uitgangspunt in hun werk behandelen: Helmreich, Melville, Sloterdijk e.a. Je staande houden zonder grond onder de voeten, daar komt het op aan.
De gevolgen van de wending die ons denken heeft genomen, zijn immens. Ten Bos is ervan overtuigd dat die wending bijvoorbeeld verklaart waarom de zeeën vandaag ernstig ziek zijn. Ook dat brengt hij ter sprake. Een ander belangrijk deel van zijn betoog gaat over de ontwikkeling van het kapitalisme, vaak op verrassende wijze. Lees zijn analyse van Herman Melvilles beroemde klassieker Moby Dick er maar eens op na: zonder zee (en haar wetteloosheid) geen kapitalisme, is de stelling.
Water is een sprankelend essay dat zelf ook alle trekken heeft van het element dat Ten Bos zo liefdevol wil rehabiliteren. Carel Peeters noemde het in Vrij Nederland ‘een oceaan van een boek.’ Het relaas meandert alle kanten op, in een lange stroom onverwachte associaties, waarin paradoxen niet geschuwd worden. Zo blijkt algauw dat Ten Bos zelf helemaal niet van water houdt! Zijn appèl om je onder te dompelen is er niet minder om: in het menigvuldige van de wereld, in een andere manier van denken. Met als belangrijk resultaat: eerherstel voor de zintuigen!