Weet jij hoe een dinosaurus eruitziet? Of dénk je dat te weten?

Sterre Sprengers
Front-end developer
Auroch #1. © Daan Paans

Nooit heeft iemand een dinosaurus met eigen ogen gezien en toch weten we hoe ze eruitzien. Dat komt door de films en tekeningen die ons collectieve geheugen vormen. Maar wat nu als die beelden eigenlijk niet kloppen? Dat is het thema van de expositie Rhinoceros van fotograaf Daan Paans.

Vijfhonderd jaar geleden maakte de Duitse kunstenaar Albrecht Dürer een houtsnede van een neushoorn. Dürer stond destijds bekend om zijn natuurgetrouwe verbeeldingen van flora en fauna, maar met zijn Rhinoceros was dat anders. In de zestiende eeuw was er in West-Europa namelijk geen neushoorn te vinden. Dürer baseerde zijn prent daarom op losse beschrijvingen en een schets van een onbekende kunstenaar.

Door zijn feilloze reputatie werd de afbeelding van de neushoorn als natuurgetrouw aangenomen in de eeuwen die volgden. In de schilderkunst zie je vanaf de zestiende eeuw overal verkeerd getekende neushoorns opdoemen.

Links: de Rhinoceros-gravure van Albrecht Dürer. Rechts: ‘Les Nouvelle Indes’ van Alexandre Franc?ois Desportes.
‘1684’ van Francis Barlow.

Een op fictie gebaseerde voorstelling wordt onderdeel van ons visuele geheugen. Het laat zien hoe beeldvorming werkt. We begrijpen, of denken te begrijpen, wat we zien. Dát beeld bevestigt en verrijkt onze kennis. Nog steeds is het heel waarschijnlijk dat je eerst een foto van een neushoorn zag, voordat je ‘m in het echt zag.

Deze dynamiek is de thematiek van het nieuwe project van Door de oorsprong van beelden te onderzoeken en daar eigen foto’s tegenover te zetten, wil hij die vaak vreemde oorsprong van beeldvorming onderzoeken. Het resultaat is een bestaande uit drie casussen, dat je idee over de oorsprong van beeldvorming op zijn kop zet.

Want ook in de eenentwintigste eeuw wordt ons collectieve visuele geheugen gevoed door representaties die wij als mensheid nooit met eigen ogen hebben kunnen aanschouwen. Neem Jurassic Park. Deze film laat fauna uit vervlogen tijden tot leven komen. Vraag iemand een dinosaurus te tekenen, en wat je krijgt zijn de dieren uit die film. Maar in hoeverre kloppen deze representaties ten opzichte van de kolossen die op de aarde rondliepen?

In 1886 schreef auteur en astronoom Camille Flammarion het boek Le monde avant la creation de l’homme. In tekst en gravures presenteerde hij de geschiedenis van de aarde, vóór het ontstaan van de mensheid. Duidelijk is te zien hoe de beelden in dat boek leunen op voorgaande beeldende tradities, namelijk die van bijbelse prenten. De prenten van Flammarion zijn zodoende een samenvloeisel van elementen als wetenschappelijke kennis, tijdgeest en artistieke interpretatie.

Gravures uit het boek ‘Le monde avant la creation de l’homme’ (1886) van astronoom Camille Flammarion.
Le monde avant la cre?ation de l’homme #1. © Daan Paans

Met dat spel van tijdlagen die het perspectief op de werkelijkheid bepalen, ging Daan Paans op zoek naar landschappen die daadwerkelijk flora bevatten die ook voor het ontstaan van de mens voorkwamen. Een eiland dat geen ijstijd of andere grote klimatologische ontwikkelingen heeft gekend. Met de prenten van Flammarions in zijn achterhoofd, fotografeerde hij de plekken in dezelfde picturale traditie.

Waar dat was? Dat houdt hij liever geheim. Maar eigenlijk is dat ook niet belangrijk. Het gaat om de verbeeldingskracht en het (on)vermogen van een modern medium als fotografie om een werkelijkheid uit een ver verleden te verbeelden. Als een tijdmachine. Als een

Le monde avant la cre?ation de l’homme #2 en #3. © Daan Paans

Niet alleen in onze beeldcultuur creëert de mens zulke tijdmachines. Ook in de wetenschap en techniek zijn tal van voorbeelden te noemen.

Het Nederlandse Project Taurus bijvoorbeeld. zou het verleden het liefst letterlijk tot leven laten komen. Hun doel is om het in 1627 uitgestorven oerrund te laten herleven. Eeuwen geleden al werd het dier gedomesticeerd en voorziet het tot de dag van vandaag voor een groot deel in ons voedsel. Door middel van kruisingen is het mogelijk het dier als het ware te

Lascaux VI #1. © Daan Paans

Er bestaan natuurlijk geen foto’s van het oerrund, want de domesticatie begon al zo’n 10.000 jaar geleden. De enige afbeeldingen zijn gemaakt op de wanden van grotten. Zoals die van Lascaux in Zuid-Frankrijk. Grotten die, na de ontdekking in de jaren veertig van de vorige eeuw, zo’n grote toeristische trekpleister werden, dat de kwaliteit van de tekeningen snel terugliep. Om het verleden zichtbaar te houden, werden exacte replica’s van de grot gemaakt. Lascaux II genaamd. Maar ook die kwam in verval en zal binnenkort sluiten. In plaats daarvan wordt een nog uitgebreidere Lascaux IV geopend. De replica is ook geschiedenis geworden.

Daar stond Daan Paans. In een snikhete loods in Zuid-Frankrijk, oog in oog met puzzelstukken uit een ver verleden. Maar dan wel van polystyreen, kunststof en epoxy. Zijn ontroering bij het zien van deze “brokstukken” was er niet minder om, vertelt hij later. ‘Dat een levensgrote afbeelding van het oerrund meer indruk op me maakte dan het beeld zelf deed me herinneren aan de overkoepelende thematiek van mijn project.’

Lascaux IV #2 en #3. © Daan Paans

Twee casestudies over het verleden. Maar hoe zit het met het verbeelden van de toekomst? Dan kan niet worden teruggegrepen op (pseudo-)wetenschappelijke bronnen. Zeker als het om het verbeelden van een niet-aardse wereld gaat, is het altijd behelpen.

Zoals een meteoriet. In veel sciencefictionfilms speelt dat object een belangrijke rol in de vorming van het toekomstige en buitenaardse beeld. Dat plus een flinke dosis fantasie.

‘Beyond Space’ (links) en ‘When World Collide’ (rechts). © Daan Paans
‘Evolution’. © Daan Paans

Terwijl de materie ouder is dan de aarde zelf. Een interessante paradox dat we juist dat object kiezen als van de toekomstverbeelding. In het boek After Finitude legt de Franse filosoof Quentin Meillassoux uit waarom. Dat komt, zo stelt hij, doordat dergelijke objecten ons dwingen om verder te denken dan het typische moderne eindigheidsdenken.

Het blijft behelpen. Kijken, zien en hopen te begrijpen. Beeldvorming en ons collectieve geheugen. Dit project van Daan Paans biedt in elk geval een interessant kader om erover na te denken. En zijn foto’s zijn schitterend. Wat mij betreft mogen die sowieso worden toegevoegd aan ons collectieve geheugen.

Verder lezen?