Ons geheugen bestaat voor het grootste gedeelte uit beelden. Veel van wat we zien en meemaken, slaan we op . Herinneren we ons iets, dan zien we die foto’s weer voor ons. Door de jaren heen vervagen sommige foto’s, sommigen raken - zoals dat gaat bij herinneringen - ook weleens vervormd. Het is dankzij die mentale foto’s dat we het vermogen hebben zoveel herinneringen op te slaan. Bovendien kunnen we bij het zien van nieuwe dingen, refereren aan die beelden en zo begrijpen wat we zien.

De meeste herinneringen die we hebben zijn heel persoonlijk. Intieme, unieke foto’s, die niemand kent behalve jij. Maar er zijn ook beelden die de meesten van ons kennen. Beelden uit het nieuws. Beelden uit de media. De beelden die we daar te zien krijgen, zijn bepalend voor de manier waarop wij ons de wereld, en de gebeurtenissen in die wereld, herinneren. De oorlog in Vietnam bijvoorbeeld, of Abu Ghraib. Of de Bijlmerramp. Dit is ons collectieve visuele geheugen.  

Nu is beeld maken de afgelopen decennia tijd onnoemelijk veel gemakkelijker geworden - het publiceren van beeld misschien nog wel gemakkelijker. Daardoor zien we steeds meer van de wereld om ons heen. Maar zoals dat innovaties vaker vergaat, schieten de technische mogelijkheden hun toegevoegde waarde soms voorbij. Want dat we meer beeld maken en tot ons nemen, betekent niet per se dat ons beeld van de wereld daardoor ook beter is. Niet ieder beeld is goed. En niet ieder beeld wordt goed begrepen.

Ik vraag me dan ook vaak af of we klakkeloos al dat beeldmateriaal moeten consumeren. Op school hebben we allemaal leren lezen en schrijven, maar niet hoe we beelden moeten bekijken, en vooral, interpreteren. Terwijl het een krachtig medium is, met grote invloed op hoe wij de wereld zien. Is het niet verstandig om ons dus ook meer bewust te worden van wat we elke dag, de hele dag zien als we naar beeld kijken?

op school hebben we allemaal leren lezen en schrijven, maar niet hoe we beelden moeten bekijken, en vooral, interpreteren.

Daar kom ik in beeld. Bij De Correspondent, mag ik voor het beeld zorgen. Ik zie enorm veel mogelijkheden. Vele vormen tussen het enerzijds het eendimensionale ‘plaatje bij het praatje’ en anderzijds het visuele spektakel van een mega-producties als . Het ontstaan van beelden is een proces waarin vijf factoren een rol spelen. En elke factor biedt kansen om dingen anders, misschien zelfs beter, te doen dan we uit de traditionele nieuwsmedia gewend zijn.

De eerste schakel is natuurlijk het beeld zelf. En met beeld bedoel ik alles: fotografie, illustratie, film, concept art, animatie, of een combinatie daarvan. Beeld heeft een zeggingskracht, die anders werkt dan tekst. Beeld moet niet die rol vervullen van een letterlijke visuele vertaling van wat er in de tekst beschreven wordt. Beeld is een op zichzelf staande auteursvorm. Niet in dienst van de tekst, maar in combinatie met de tekst. Zoals Fred Ritchin al schreef in zijn boek After Photography: ‘Een foto is geen waarheid, het is een visie op de werkelijkheid’.

De tweede schakel is de beeldenmaker. Iedereen kan het zijn, maar goed beeld maken is een vak. Net als schrijven is het een vaardigheid die je moet leren. Natuurlijk wordt het moment soms het beste gevangen door iemand die toevallig op het juiste moment op de juiste plek aanwezig is. Maar dat is eerder uitzondering dan regel. Wie de beeldenmakers van De Correspondent zullen worden, is nog niet bekend. Maar ik weet wel wie ik wil benaderen: beeldenmakers die nieuwsgierigheid, vernieuwing en experiment als uitgangspunten hebben.

Uitlichten en toelichten wat de moeite waard is om naar te kijken en weglaten wat overbodig is.

Ten derde is er de beeldkiezer. Dat ben ik. Als zet ik graag mijn vaardigheden in om dit digitale platform volledig te maken. Niet alleen in het kiezen van het beeld, maar ook in het toelichten en verantwoorden van mijn keuzes. Jarenlang kijkend naar het aanbod van nieuwsfoto’s, heb ik de parels leren herkennen. Maar ook de clichés en de trends, de herhalingen en patronen, de iconen en kopie-iconen. Uitlichten en toelichten wat de moeite waard is om naar te kijken en weglaten wat overbodig is. Dat wil ik gaan doen.

Dan is er nog de beelddrager. Dit hier, De Correspondent. Maurits was me al voor, toen hij schreef: ‘Waarom kunnen lezers niet ook horen of zien hoe een geïnterviewde praat?’ Inderdaad, waarom niet? Geen papier. Geen ruimtegebrek. Wel geluid en beweging. Daarmee wil ik straks dolgraag experimenteren.

Last but not least is er nog: de beeldkijker. Jullie. Iedereen. De belangrijkste schakel. Het is een uitdaging en een eer om jullie straks met beelden te verrassen, te verwarren, de raken en te inspireren. Om, kortom, zo goed mogelijk beeld aan jullie geheugen toe te voegen. Als dat lukt, dan hebben al die beeldschakels en ik ons doel bereikt.