In Nigeria lekt meer olie weg dan Shell ons wil doen geloven
Al jaren worden er misstanden over de oliesector in Nigeria gerapporteerd. Grote hoeveelheden olie die lekken, land en water vervuilen en de broodwinning van de lokale bevolking bederven. Maar om hoeveel olie gaat het eigenlijk? Adriana Homolova en ik zochten het uit.
‘Kijk, hier stonden mangrovebossen,’ zegt Veronica Adakobana, lid van de Goigemeenschap in Ogoniland, een gebied in de Nigerdelta. Ze wijst naar de rivier waarop glimmende olievlekken duidelijk zichtbaar zijn.
Kinderen springen vanaf aanlegsteigers het vervuilde water in, ondanks de waarschuwingsborden dat zwemmen gevaarlijk is. Net als het drinken ervan of het gebruiken voor de was. Ook dat gebeurt nog steeds. ‘Het mangrovebos zat vol vis en schelpdieren, waar de vissers uit deze dorpen van leefden. Nu kunnen ze niets meer vangen,’ zegt Adakobana.
Bovenstaand gesprek vond plaats in Bodo, in juni 2014. Maar het had net zo goed in Goi, Ikot Ada Udo of een van de andere honderden dorpen in de Nigerdelta kunnen zijn. Oliebedrijf Shell Petroleum Development Company (SPDC), de joint venture waarin oliegigant Shell 30 procent en de Nigeriaanse overheid 55 procent van de aandelen heeft, boort op verschillende plekken in de Nigerdelta naar olie en heeft meerdere pijpleidingen door het gebied lopen. Die vervoeren honderdduizenden vaten ruwe olie per dag. Als er een lek in zo’n leiding ontstaat, stromen enorme hoeveelheden ruwe olie de kwetsbare natuur in. Het probleem van de Nigerdelta in een notendop.
Maar hoe groot is dat probleem nu precies? Om die vraag te beantwoorden gingen wij op zoek naar openbare data over olielekkages in de Nigerdelta.
De eerste dataset bevat waarschijnlijk veel onjuiste aantallen
Shell mag zich graag op de borst kloppen vanwege het feit dat het bedrijf sinds 2011 de onderzoeksrapporten over elk incident (de zogenoemde Joint Investigation Visits, of JIV-rapporten) online zet. ‘SPDC is het enige internationale oliebedrijf in de Nigerdelta dat dat doet,’ zegt SPDC-voorzitter Mutiu Sunmonu in Shells duurzaamheidsverslag van 2013.
Maar de publicaties zijn pdf-bestanden van ingescande handgeschreven formulieren. Als je data wilt gebruiken, moet je die eerst overtypen. Een deel van de informatie uit die bestanden wordt in tabellen weergegeven op de website van SPDC.
‘Je moet de tabellen zien als de samenvatting van de informatie,’ zegt Sola Abulu, manager international relations van SPDC. ‘En de JIV-rapporten zijn het bewijs dat gedegen onderzoek is uitgevoerd.’ De gegevens in de tabellen op de website zijn de enige manier waarop het oliebedrijf informatie uit de rapporteren digitaliseert, zegt SPDC.
Over de JIV’s schreef Amnesty International in 2013 een kritische analyse. ‘Het is aannemelijk dat het volume van de gelekte olie dat genoemd wordt in veel gevallen onjuist is,’ schrijft Amnesty. Sinds 2011 is de kwaliteit van JIV’s verbeterd, erkent de organisatie, maar ‘er blijven serieuze fouten bestaan. Zo is het bewijs dat gebruikt wordt om sabotage als oorzaak van een lekkage aan te wijzen vaak zwak.’
De tweede dataset bevat grote gebreken
Daarom gaan we op zoek naar een andere dataset over olielekkages in de Nigerdelta. We komen uit op de Oil Spill Monitor-website, een online kaart van de Delta met alle olielekkages van de verschillende oliebedrijven erop.
De data zijn afkomstig van de National Oil Spill Detection and Response Agency (NOSDRA), de toezichthouder op de olie-industrie in Nigeria. SPDC-voorzitter Sunmonu noemt de Oil Spill Monitor in het duurzaamheidsverslag van 2013. Volgens hem volgt de monitor het voorbeeld van de SPDC-website.
Volgens de Oil Spill Monitor-website worden de data over olielekkages ‘op systematische wijze’ verwerkt. Navraag leert dat dit betekent dat de afgevaardigde van NOSDRA bij de Joint Investigation Visit handmatig de informatie van het formulier invoert.
Dat verklaart mogelijk waarom de data grote gebreken vertonen. NOSDRA hanteert alle variabelen, zoals schoonmaakdatum en geschatte vervuilde oppervlakte, die op het formulier te vinden zijn, maar vaak zijn die niet ingevuld in de digitale dataset. Een dataset met veel lege cellen maakt het lastig gegronde uitspraken te doen over de gegevens die er wél in staan.
Een opmerkelijk verschil tussen de datasets
Om toch iets zinnigs te kunnen zeggen over de schaal van olievervuiling in de Nigerdelta, hebben we onze eigen dataset samengesteld uit de tabellen op de SPDC-website (die slechts een beperkt aantal variabelen tonen, maar wel volledig zijn ingevuld) en de NOSDRA-data op de Oil Spill Monitor. Al snel blijkt er een vreemd verschil te bestaan tussen de twee sets: NOSDRA rapporteert véél meer lekkages sinds 2011 dan SPDC.
Dat is opmerkelijk: de brondocumenten voor beide datasets zijn de JIV-rapporten. Wat blijkt? Tijdens één Joint Investigation Visit kunnen er meerdere lekken worden geconstateerd. SPDC rapporteert die in de tabellen als één incident en telt de hoeveelheid olie die uit al die lekken komt bij elkaar op. Dit omdat – krijgen we te horen als we ernaar vragen – je niet kunt zien welke olie uit welk fysiek lekpunt komt. NOSDRA telt de volumes ook bij elkaar op, maar rapporteert elk lekpunt afzonderlijk in de dataset.
Shell goochelt met cijfers. Het slimme ervan is dat ze in de meeste gevallen níét liegen.
Shell doet dat laatste niet en verwijst daarbij naar regels van NOSDRA over hoe dicht verschillende lekpunten bij elkaar moeten liggen om die als één incident te benoemen. Waarom NOSDRA dan wél apart lekpunten rapporteert en Shell niet, blijft onduidelijk.
Geert Ritsema, internationaal campagnewoordvoerder bij Milieudefensie en nauw betrokken bij de rechtszaak die vier Nigeriaanse boeren voeren tegen SPDC, vindt het een voorbeeld van hoe Shell zegt transparant te zijn, zonder het écht te zijn. ‘Shell goochelt met cijfers. Het slimme ervan is dat ze in de meeste gevallen níét liegen. Dat lijkt hier ook weer het geval.’
Een Nederlandse woordvoerder van Shell wijst erop dat elk apart lek wel wordt gerapporteerd. ‘Die staan in de JIV-rapporten gewoon opgeschreven.’ We vroegen ook NOSDRA naar de verschillende werkwijzen, maar kregen geen antwoord.
Elf miljoen liter olie
Na maandenlang dataonderzoek en vragen stellen aan SPDC en NOSDRA kunnen we een paar voorzichtige uitspraken doen over de omvang van de olievervuiling in de Nigerdelta. Tussen begin 2011 en juli 2014 zijn er 624 incidenten (dat kunnen meer fysieke lekkages zijn) geweest, waar zowel SPDC als NOSDRA melding van maakt.
SPDC en NOSDRA rapporteren op verschillende manieren over de omvang van lekkages. SPDC rekent in volume, NOSDRA in verontreinigd oppervlak. Volgens SPDC ging het in de onderzochte periode om 72.080 vaten, ruim elf miljoen liter olie, oftewel 62,5 keer een Boeing 747 voltanken.
Het gaat doorgaans om kleine incidenten, waarbij een kleine hoeveelheid olie lekte. Slechts een enkele keer gaat het om lekkages waarbij grote volumes aan olie in de natuur terechtkomen. Uit 2 procent van de lekken stroomt 40 procent van de totale hoeveelheid gelekte olie.
Als we kijken naar de NOSDRA-cijfers, zien we dat in dezelfde periode 90 vierkante kilometer aan natuurgebied vervuild is geraakt. Dit is een voorzichtige berekening, want de vervuilde oppervlakte is slechts in de helft van de gevallen ingevuld. De grootste lekkage in de NOSDRA-database was er een van 27 vierkante kilometer. Dat is ruim drie keer de oppervlakte van het centrum van Amsterdam.
Waar komt al die olie dan vandaan?
Er zijn twee mogelijke oorzaken voor olielekkages: oliediefstal en operationeel falen. Volgens SPDC is diefstal veruit de belangrijkste oorzaak van lekkages. Dat blijkt ook uit ons dataonderzoek. In 78 procent van de gevallen ging het om sabotage.
Een van de notoire locaties voor oliedieven is de Trans-Nigerpijpleiding. Op meerdere plekken in deze leiding, waaronder bij Bodo, wordt regelmatig olie gestolen. In drieënhalf jaar tijd zijn daar ten minste 65 incidenten geweest. Dat is meer dan één per maand. Daarbij lekte in totaal anderhalf miljoen liter olie de natuur in. 30 procent daarvan door één diefstal. Shell heeft de pijpleiding inmiddels gesloten.
En is het erg?
Oliediefstal is een bedreiging voor mens en natuur, maar ook voor zeldzame wilde dieren. In het Edumanom Forest Reserve, in het zuidelijkste puntje van de Nigerdelta, leven de laatste chimpansees en andere bedreigde diersoorten in Nigeria. In de door ons onderzochte periode werden ten minste negentien diefstalincidenten in dat gebied gerapporteerd, waarbij bijna 200.000 liter olie lekte.
Volgens de Nigeriaanse wet hoeft een oliemaatschappij geen compensatie te betalen aan door olievervuiling getroffen inwoners als de oorzaak sabotage is. Maatschappelijke organisaties zeggen dat oliebedrijven, zoals Shell, er daarom belang bij hebben tijdens een Joint Investigation Visit sabotage als oorzaak aan te wijzen.
Amnesty International schreef in het eerder genoemde rapport uit 2013 dat er serieuze twijfels bestaan over het aanwijzen van een oorzaak tijdens het JIV-proces. Alleen als het lek aan de onderkant van de leiding zit, heet het operationeel falen. Shell werpt tegen dat tijdens een JIV niet alleen vertegenwoordigers van het oliebedrijf en overheden aanwezig zijn, maar ook omwonenden en lokale organisaties.
Schoonmaak laat op zich wachten
Het oliebedrijf dat de pijpleiding beheert, is verantwoordelijk voor de schoonmaak van gelekte olie, ongeacht de oorzaak van de lekkage. Als we alleen kijken naar de SPDC-data (we keken ook naar lekkages die nog niet zijn opgeruimd, maar die al wel gepland staan – informatie die alleen SPDC biedt), duurde het gemiddeld 2,5 tot 9,5 maanden om een lekkage op te ruimen. 2,5 maand voor incidenten waarvan de gelekte olie al is opgeruimd, 9,5 maand voor incidenten uit 2013 en 2014 waarvan het opruimen nog gepland staat. Dat grote verschil kan komen door moeilijk bereikbare lekkages en misschien niet-geactualiseerde data.
Volgens Shell krijgen medewerkers soms maandenlang geen toegang tot vervuild gebied. Dat is moeilijk te toetsen, omdat er bij slechts 18 procent van de incidenten een vermelding van vertraging staat. Als we deze incidenten weglaten in onze berekening, blijft de opruimtijd 2,5 tot 8 maanden.
Tot in de rechtszaal
De olievervuiling in de Nigerdelta is een complex probleem waarin verschillende groepen lijnrecht tegenover elkaar staan – in sommige gevallen tot in de rechtszaal aan toe. Openbare data zouden het probleem beter inzichtelijk kunnen maken, maar de data die wij gevonden hebben roepen meer vragen op dan dat ze beantwoorden. De data van de nationale toezichthouder NOSDRA zijn grotendeels onbruikbaar omdat die heel vaak niet volledig zijn ingevuld, maar geven, in tegenstelling tot SPDC, wél de coördinaten van lekkages.
Het is goed dat SPDC de JIV-rapporten integraal op zijn website plaatst, maar het is weinig relevant voor data-onderzoek. De tabellen geven maar heel beperkt aan hoe de vork in de steel zit. Wie op basis van openbare data iets wil zeggen over de mate van olievervuiling in de Nigerdelta, komt bedrogen uit.
Dit artikel is geschreven met medewerking van Nicholas Ibekwe, Lagos, Nigeria. Missen we iets? Of wil je zelf een analyse uitvoeren? Download dan hier de dataset die we hebben samengesteld. Dit artikel verschijnt vandaag ook in OneWorld, dat een special wijdt aan Shells activiteiten in Nigeria.