Het boek Infra van de Ierse fotograaf Richard Mosse (1980) vind ik een van de beste fotoboeken van vorig jaar. En zijn nieuwste project The Enclave (een fotoboek én filminstallatie), dat tijdens de Biënnale in Venetië te zien is in het paviljoen van vind ik misschien nog beter.

Het werk van Richard Mosse leerde ik kennen door zijn project waarvoor hij met fotorolletjes naar Congo was gereisd in zijn poging een ander soort beeldtaal voor oorlogsfotografie te vinden. Door al het beeld dat we dagelijks van oorlogen te zien krijgen, zijn we ongevoelig geworden voor de heftige realiteit, zo stelt hij in zijn boek.

Geweld staat daarom niet centraal in zijn foto’s, het is slechts een uitgangspunt. Ook richtte hij zich niet alleen op de slachtoffers van de oorlog, maar trok evengoed veel op met verschillende rebellengroepen. Een land verscheurd door een conflict dat zo lang duurt, veroorzaakt geestelijke verminking bij hele generaties en maakt van een prachtig landschap een schuldig landschap.

Een land verscheurd door een conflict maakt van een prachtig landschap een schuldig landschap


Voor het project The Enclave op de Biënnale is hij met cameraman Trevor Tweeten en geluidsontwerper Ben Frost naar gewapende rebellengroepen in het oosten van Congo afgereisd. Samen hebben ze dit vervolgproject naar een hoger niveau getild. Zijn foto’s zijn esthetisch en gruwelijk tegelijk. Of beter: prachtig en psychedelisch. Mosse confronteert ons niet met de oorlog zelf, maar met wat oorlog doet, zowel met de bevolking als met onze westerse blik erop.

Mosse’s doel was niet journalistiek, hij wilde zich op een meer vrije manier, als kunstenaar, tot het onderwerp verhouden. Het gaat niet om de feiten van de oorlog, om wie goed of slecht is of hoe het kan worden beëindigd. De kunstenaar probeert bloot te leggen wat niet zichtbaar is.

Foto: Rob Wetzer

is het landschap magenta van kleur. De rebellen donkerrood. De filmcamera dwaalt er als een dolende geest doorheen. Ze vliegt achter rebellen aan die door het hoge gras rennen. Ze glijdt tussen de mensen door in een propvol vluchtelingenkamp van kleine witte tenten, om daarna uit te kijken over een kamp dat volledig is verwoest. Ze dwaalt over lege wegen waar dode mensen en konijnen op de weg liggen.

De rebellen accepteren de camera. Het levert indrukwekkende groepsportretten op. Ruige mannen in de jungle. Ze kijken uitdagend recht in de lens, alsof ze zich niet willen verstoppen voor hun daden. De directe manier van filmen maakt je bijna medeplichtig.

Terwijl je toekijkt wisselen zwaar gedreun, het geluid van ontploffende bommen en het gezang van een meisje elkaar af. Maar geen gepraat. Het gaat om kijken en ervaren, zonder dat iets of iemand je expliciet vertelt wat je moet denken of vinden.

De zee is neutraal, onverstoorbaar en ontembaar. En ook de Aerochrome Infrared-film kan het niet beïnvloeden. Blauw blijft blauw. De zee vormt zowel inhoudelijk als visueel momenten van rust. Foto: Rob Wetzer

Wat The Enclave echt goed maakt, is de manier waarop het wordt getoond. Niet op één maar op zes schermen, die zo door een volledig verduisterde grote ruimte staan opgesteld dat het onmogelijk is alle schermen tegelijk te bekijken. Soms tonen twee schermen hetzelfde, meestal is op alle schermen iets anders te zien. Toch gaat het wel om het geheel. Ieder scherm toont iets anders van hetzelfde moment: rebellen die samen smakkend een homp ugali (Afrikaanse maïspap) eten, een kind dat wordt begraven en een grote groep mensen die een houten huis in zijn geheel optilt.

Deze oorlog is niet in te delen in oorzaak en gevolg

Sommige toeschouwers van The Enclave zijn zichtbaar geïrriteerd dat ze niet alles tegelijk kunnen zien. Ze lopen zuchtend rond, staan stil in het zicht van anderen, gaan even zitten en staan toch weer op. Maar het doel is niet een hapklaar verhaal te vertellen. Deze oorlog is niet in te delen in oorzaak en gevolg. Mosse vangt dit in confronterende en verwarrende beeldtaal.

Dat je veertig minuten lang heen en weer wordt geslingerd tussen bloederige beelden en gruwelijke daden, prachtige landschappen en stoere mannen, en het besef dat je niet alles tegelijk kunt zien en je dus nooit een volledig beeld kunt vormen,

Het doet wat journalistiek (vaak) niet durft te doen: verwarring scheppen in plaats van een eenduidig en coherent verhaal creëren (zoals ik nu ook weer een samenvattend einde aan mijn stuk probeer te breien). Terwijl, en dat bewijst dit project, juist die verwarring voor inzicht zorgt. Niet waar de oorlog óver gaat, maar over wat er in een oorlog ómgaat. Nu maar hopen dat de tentoonstelling naar Nederland komt.

Vimeo
Een video-impressie van The Enclave. Beeld: Rob Wetzer
Nog een recensie: The Sochi Project in Amsterdam en Antwerpen Zowel in Huis Marseille in Amsterdam als in FoMa in Antwerpen is een overzichtstentoonstelling te zien over The Sochi Project van Rob Hornstra en Arnold van Bruggen. Beide musea hebben gekozen voor een totaal andere insteek. Welke vind ik beter, en waarom? Lees hier mijn recensie over de twee tentoonstellingen