Het was welletjes geweest, vond het kabinet-Rutte I. Uitkeringsfraudeurs kwamen er veel te makkelijk vanaf. ‘Elk fraudegeval ondermijnt de solidariteit en het draagvlak voor de sociale zekerheid,’ ‘en [het] benadeelt de hardwerkende Nederlanders, die onnodig hogere belastingen en premies moeten afdragen.’

En dus werd de Fraudewet flink aangescherpt. ‘Met dit simpele voorstel,’ zei minister Henk Kamp (VVD, Sociale Zaken) tijdens het Kamerdebat over de wet, ‘regelen wij dat iemand die voor 1.000 euro fraudeert en gepakt wordt, die 1.000 euro terugbetaalt en 1.000 euro boete krijgt.’ Dan zou de fraudeur wel twee keer nadenken voor hij gemeenschapsgeld zou stelen. ‘Het lijkt me logisch dat er een afschrikwekkende werking uitgaat van een strengere aanpak en hogere boetes,’ zei de minister. ‘Daar heb ik geen onderzoek voor nodig.’

De gaf nog aan dat er op basis van de cijfers geen noodzaak was voor een hardere aanpak: bijstandsfraude was geen groot probleem. Ook wees de Raad op het nogal ruime gebruik van de term ‘fraude.’ Bij fraude is er sprake van opzet, maar het wetsvoorstel definieerde fraude zo breed dat er ook zonder opzet sprake kon zijn van fraude.

De bezwaren werden terzijde geschoven. Per 1 januari 2013 ging de wet van kracht.

Zwart geld alsnog opgeven

In datzelfde jaar werd ook een nieuwe aanpak van belastingfraude aangekondigd. Zwartspaarders die jarenlang hun vermogen voor de Belastingdienst verborgen hielden op een Zwitserse bankrekening, in een Luxemburgs beleggingsfonds of een exotisch oord, konden voortaan rekenen op zwaardere straffen.

Als het achtergehouden geld netjes werd betaald, hoefde de fraudeur niet bang te zijn voor sancties

Althans: in de toekomst. Eerst gaf staatssecretaris Frans Weekers (VVD, Financiën) de zwartspaarders nog ‘de kans om boeteloos schoon schip te maken.’ In september 2013 kondigde staatssecretaris Weekers een uitbreiding aan van ‘de inkeerregeling.’ Geld dat op een geheime Zwitserse bankrekening geparkeerd stond, kon alsnog worden aangegeven bij de Belastingdienst. Als het geld dat jarenlang bewust was achtergehouden netjes werd betaald, hoefden de ‘inkeerders’ niet bang te zijn voor sancties. Maar, sprak de staatssecretaris, ‘daarna is het klaar met de coulance.’

Waren het wel fraudeurs?

Uitkeringsfraude werd ondertussen stevig aangepakt. In 2014 kreeg het UWV van minister Lodewijk Asscher (PvdA, Sociale Zaken) om uitkeringsfraude op te sporen. En met resultaat: het UWV haalde tussen januari 2013 en augustus 2014 maar liefst 140 miljoen euro op bij mensen met een uitkering die verkeerde informatie hadden verstrekt. Het ging om ongeveer 1.500 euro per fraudegeval. Daarbovenop legde het UWV nog eens 67,3 miljoen euro aan boetes op.

Bij de meeste ‘fraudegevallen’ was er helemaal geen sprake van opzettelijke fraude

Forse bedragen dus. Maar er was een klein probleem: de meeste van deze mensen waren geen fraudeurs.

In december 2014 publiceerde de Nationale Ombudsman over het rigoreuze boetebeleid van het UWV. Bij de meeste ‘fraudegevallen’ was er helemaal geen sprake van opzettelijke fraude. De Ombudsman constateerde dat de medewerkers van het UWV ‘zonder uitzondering aangeven dat een groot deel van de mensen dat een boete krijgt zich vergist of er door overmacht van weerhouden is de juiste informatie aan te leveren.’

Uit een steekproef van 176 ‘fraudegevallen’ bleek dat slechts in 57 gevallen (32 procent) sprake was van doelbewuste fraude. Bij de overige 68 procent was er sprake van andere motieven; het ging vooral om mensen die ‘fraudeerden’ uit onkunde of onwetendheid.

Een ‘krachtig signaal’

Via de inkeerregeling voor vermogende Nederlanders die jarenlang en doelbewust hadden gefraudeerd, werd ondertussen maar liefst 6,1 miljard euro aangegeven. De Belastingdienst legde 900 miljoen euro aan naheffingen op, per inkeerder ging het om gemiddeld 73.170 euro. Niemand kreeg een boete.

Bron: UWV en Belastingdienst, jaarverslag 2013 en halfjaarverslag 2014

Desondanks schreef de Belastingdienst in zijn laatste verslag dat het ‘een krachtig signaal [heeft] afgegeven dat het uiteindelijk niet loont om vermogen voor de fiscus verborgen te houden.’ Maar zet je de maatregelen tegen elkaar af in een grafiek, zoals hierboven, dan zie je hoezeer de aanpak uit verhouding is: waar zwartspaarders van gemiddeld ruim 73.000 euro wegkomen zonder boete, betalen uitkeringstrekkers die nog geen 1.500 euro fraudeerden het volle pond.

Het is maar wat je een krachtig signaal noemt.

Hoe de Nederlandse wet belastingontwijking mogelijk maakt Belastingontwijking is een van de allersaaiste onderwerpen die er zijn. Toch dienen de mazen in de wet die de ontwijking mogelijk maken, nauwgezet in de gaten te worden gehouden. Vooral in Nederland. Lees de column hier terug Het ‘ethische zakendoen’ van de bank die belastingontduiking faciliteert Afgelopen week werd bekend dat de Engelse bank HSBC belastingmijdend geld stalt én klanten actief helpt belasting te ontduiken. Gezien de geschiedenis van het bedrijf mag het niet verbazen: het hielp eerder drugskartels geld wit te wassen en dubieuze regimes geld te stallen. Lees het stuk hier terug Hoe de Fraudewet burgers tot fraudeurs maakt (maar fraudeurs onbestraft laat) Te veel Nederlanders worden als fraudeur bestempeld en bestraft. De twee jaar oude Fraudewet schiet dan ook zijn doel voorbij. Bovendien is de pakkans van echte fraudeurs door de wet niet omhooggegaan. Dat blijkt uit een rapport van de Nationale ombudsman dat vandaag verschijnt. Gastcorrespondent Maaike Goslinga zet de belangrijkste bevindingen op een rij. Lees het stuk hier terug Vergeet de politiestaat. Welkom in de belastingstaat De Belastingdienst is de grootste informatiefabriek van Nederland. Het is niet overdreven om te stellen dat het instituut bijna alles weet over iedere Nederlandse belastingbetaler. En hij mag die informatie ook nog vijf tot zeven jaar bewaren. Topjuristen luiden de noodklok. Lees het stuk hier terug