Deze bevlogen journalist is de enige luis in de pels van de Verenigde Naties
Journalist Matthew Russell Lee loopt al tien jaar door het hoofdkwartier van de wereld. Waarom? Omdat hij de Verenigde Naties aan hun eigen idealen wil herinneren. Ik volgde hem op zijn gangen door het VN-gebouw en ontdekte welke prijs Lee betaalt voor zijn bestaan als lastpak.
‘Que tal?,’ roept Matthew Russell Lee vanaf het persgebied net voor de ingang van de Veiligheidsraad. María Emma Mejía Vélez, de Colombiaanse ambassadeur voor de Verenigde Naties, verlaat de zaal op de eerste verdieping van het Secretariaatsgebouw.
De journalist kletst even amicaal met de topdiplomaat en loopt met een brede glimlach terug naar zijn laptop. Nu de strijd met FARC praktisch voorbij is, heeft Colombia soldaten en agenten over. Die wil het land gaan inzetten voor internationale vredesmissies. ‘Ik ben benieuwd hoeveel het er zijn. En zijn die mensen wel allemaal zuiver op de graat? Hoe gaan de VN dat uitzoeken? Dat is een verhaal.’
Al het nieuws is wereldnieuws
Lee - peper en zout baardje, halflang haar naar achter gekamd en een beetje kalend - is de drijvende kracht achter Inner City Press, een door hem opgezette non-profitorganisatie die al sinds 1987 misstanden aan de kaak stelt.
Hij begon in de Bronx, waar hij een papieren nieuwsbrief maakte over banken die arme inwoners met onmogelijk dure hypotheken opzadelden.
Sinds 2005 is hij dagelijks vanaf tien uur ‘s ochtends in het gebouw aan de East River te vinden, met zijn laptop en audiorecorder bij de hand. Net zoals vandaag. Zijn strijd tegen oneerlijke banken in de Bronx heeft Lee nog niet opgegeven, maar het grootste deel van zijn tijd gaat op aan het bloggen over alle ontwikkelingen binnen de VN en in de landen waar de organisatie actief is. Dat doet Lee met een onvermoeibaar enthousiasme. ‘De VN zijn een plek waar alles kan. Als er iets gebeurt in de wereld - en het wordt hier besproken - kan je er meteen iets over schrijven of zelfs beïnvloeden.’
De journalist is berucht binnen de VN. De New Yorker staat bekend om zijn agressieve en drammerige interviewstijl. Daarmee valt hij op in het tamme perskorps van de VN. Wordt nieuws over de organisatie vaak weggestopt, voor Lee is elke ontwikkeling binnen de VN wereldnieuws.
‘Ik reageer niet op jouw vragen’
Lee stuift weer weg van zijn laptop als hij een diplomaat de Veiligheidsraad ziet verlaten. Ver buiten het persgebied schudt hij de hand van de diplomaat, lacht en rent weer terug naar zijn laptop. ‘Dat was Litouwen.’ Hij krabbelt snel wat in zijn notitieblok.
Hier kan het hoofd van de vredesmissies gewoon een journalist negeren
Niet iedereen is in zijn nopjes met zijn fanatisme. Hervé Ladsous, de ondersecretaris-generaal van de VN-vredesmacht, moet bijvoorbeeld niks van hem hebben. Tijdens een persmoment in januari, waar de diplomaat sprak over de vrijheid van meningsuiting in de Democratische Republiek Congo, weigerde hij Lee te woord te staan over een massaverkrachting door het leger in dat land. ‘Ik reageer niet op jouw vragen.’
Rechts vooraan zit steevast Lee
Het was niet de eerste keer. Lee zette in een ver verleden kwaad bloed door zich af te vragen of Ladsous, door hem de ‘underminer-in-chief’ genoemd, wel geschikt was voor zijn functie. Ladsous zou zich volgens hem als onder-ambassadeur voor de Franse VN-missie onvoldoende hebben ingezet om de schuldigen van de genocide in Rwanda aan te pakken. Ladsous was niet van deze beschuldiging gediend. Toch laat Lee zich niet uit het veld slaan: ‘Als dit zou gebeuren tijdens een persconferentie van het stadsbestuur van New York, dan sleepten mediaorganisaties hem voor de rechter. Hier kan het hoofd van de vredesmissies gewoon een journalist negeren.’
Een persconferentie met Ladsous staat vandaag - jammer genoeg - niet op het programma. Terwijl de Veiligheidsraad verder vergadert, pakt Lee zijn spullen in. Het is twaalf uur; tijd voor de dagelijkse noon briefing met de woordvoerder van secretaris-generaal. De briefing room met zijn karakteristieke groene stoeltjes bevindt zich op dezelfde verdieping en een kleine twintig meter van de Veiligheidsraad. Hij gaat rechts vooraan in de persruimte zitten. Het is al jaren zijn vaste plek: recht tegenover de woordvoerder.
De VN aan hun idealen houden
Lee volgt de VN juist zo scherp omdat hij gelooft in de organisatie. ‘Dit is een plek met idealen. Ik probeer ze daar simpelweg aan te houden. Er moet een hogere morele macht zijn waar mensen terecht kunnen met hun problemen.’ Voor Lee is het bijvoorbeeld onverteerbaar dat de VN geen verantwoording afleggen voor de rol zij speelden in de cholera-uitbraak op Haïti.
In 2010 verspreidden Nepalese vredessoldaten de ziekte in het door een aardbeving getroffen land. Meer dan 700.000 mensen raakten besmet en 8.600 mensen bezweken aan de ziekte die al honderd jaar was uitgebannen op het eiland. De VN hebben wettelijke immuniteit in deze zaak, een die zij vooralsnog niet hebben opgegeven. ‘Als Coca-Cola cholera had meegenomen naar Haïti, reken er dan maar op dat het bedrijf miljoenen aan schadevergoedingen had moeten betalen.’
Met zijn verslaggeving maakt Lee soms ook daadwerkelijk verschil. Zo zorgde hij eind vorig jaar met een scoop voor het ontslag van een van de medewerkers van de Monitoring Group on Somalia and Eritrea, dat toeziet op het wapenembargo in het gebied. De diplomaat in kwestie pleitte op VN-briefpapier voor het aanstellen van een nieuwe regeringsleider in Eritrea. Dat was onverdedigbaar, vindt Lee. ‘Ik ben absoluut geen fan van Eritrea,’ een land dat hij beschrijft als een echte outlaw binnen de VN. Maar Lee ziet geen verschil tussen goed bedoelende diplomaten en activisten of schurkenstaten. ‘Ik vind het verkeerd om de zogenaamde good guys niet aan te pakken als zij verkeerd bezig zijn.’
‘Daar heb je hem weer’
Je hoort diplomaten ‘daar heb je hem weer’ zuchten als ze Lee aan het werk zien. Maar ook zijn collega’s uit het perskorps doen dat. Zijn positie in het perskorps van de VN is op zijn zachtst gezegd ingewikkeld te noemen. In de eerste jaren in de VN kon hij rekenen op respect en complimenten voor zijn agressieve stijl, de afgelopen jaren was hij minder populair. In 2012 werd Lee een persona non grata bij de United Nations Correspondents Association. De journalistenvereniging van de VN die hij de ‘UN Censorship Alliance’ noemt, dreigde zijn persaccreditatie af te nemen. Hij moest zijn rommelige kantoor ontruimen, om te voorkomen dat hij uit het gebouw verwijderd zou worden.
Het is Lees offer voor het bestrijden van de hypocrisie van het perskorps. De VN-journalisten zitten volgens hem veel te dicht op de mensen die ze ter verantwoording moeten roepen. Vooral de oude garde. ‘Ze willen er te graag deel van uitmaken, alsof ze zelf diplomaten zijn.’ Op Inner City Press krijgen zij er ook flink van langs. Niet heel collegiaal, maar de joviale Amerikaan houdt van een beetje strijd. ‘Een vijandige sfeer kan erg productief zijn.’
Veton tegen veto
Lee is niet erg hoopvol over de toekomst van de VN. De organisatie heeft veel van haar relevantie verloren door te weinig onafhankelijk te zijn. Lee roemt de veroordeling van de Amerikaanse inval in Irak door voormalig secretaris-generaal Kofi Annan in 2004. Dat ziet hij niet gebeuren onder Ban Ki-moon of zijn opvolgers. ‘De permanente leden van de Veiligheidsraad (China, Frankrijk, Rusland, de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk) zullen niet meer zo’n onafhankelijke kandidaat goedkeuren.’
Een ander belangrijk probleem van de VN is volgens Lee het veto van de permanente leden in de Veiligheidsraad. Die vetoën alles wat niet in hun voordeel is en dat recht geven ze niet graag op. ‘Daardoor blijven conflicten onopgelost.’ De noodzaak voor een organisatie die internationaal de vrede bewaakt en samenwerking tussen landen bevordert, is en blijft bestaan, benadrukt Lee. Maar of dat de VN moet zijn, dat kan hij niet zeggen. ‘De Volkenbond, de voorloper van de VN, hield in 1946 ook op te bestaan’ Tot die tijd blijft Lee zijn dagen slijten op die kleine vierkante kilometer internationaal grondgebied in New York.
Want ook hij is, met bijna tien jaar ervaring, veel meer een insider dan een outsider binnen de VN. Op weg naar de kantine schudt hij de handen van attachés, maakt een vlotte babbel en wisselt hij grappen uit met bewakers. Lee is misschien wel net zo geïnstitutionaliseerd als de collega’s die hij bekritiseert.