De jury van de Gouden Boekenuil verdient een prijs (en dit boek moet winnen)
Morgen wordt de shortlist van de Gouden Boekenuil bekendgemaakt. Ik heb nu al heimwee naar de longlist. Die was dit jaar namelijk écht verrassend. En bevatte minstens één meesterwerk. Een ode aan de jury.
Liever ga ik in een bauxietmijn werken. De hele jaaropbrengst van de Vlaamse en Nederlandse letteren lezen? Eén keer werd het mij voorgesteld, sindsdien nooit meer. Ik geloof dat mijn antwoord aan de organisatoren van de Gouden Boekenuil wel duidelijk was, terwijl ik niet eens Harry Mulisch (‘Ik ben een schrijver, geen lezer’) van stal had gehaald.
Ik bewonder de jury’s van AKO, Libris en Gouden Boekenuil des te meer. Wie zijn toch die belangeloze stervelingen die elk jaar opnieuw de laatste jaarring van onze nationale bellettrie afknagen, ter meerdere eer en glorie van de genomineerden, de uitgeverijen en het Centraal Boekhuis?
Driehonderdzeventig boeken werden dit jaar ingezonden. De jury, gemend door de Vlaamse radiojournalist Friedl’ Lesage, telde nog vijf martelaren: Bart Vanegeren, Vicky Vanhoutte, Tim de Gier, Danny Theuwis en Marja Pruis. Elk ingezonden boek werd door minstens twee van hen gelezen. Bij twijfel, door drie van hen.
De Gouden Boekenuiljury heeft mij een zeldzaam meesterwerk leren ontdekken
Op Jeroen Brouwers na schitteren grote namen in afwezigheid: geen Grunberg, Mortier, Lanoye of Wieringa dit jaar. Niet iedereen publiceert jaarlijks een boek. Maar het getuigt van lef om vervolgens zoveel kansen aan debutanten te geven. In Vlaanderen brachten Peter Vermeersch en Mark Schaevers hun eerste echte literaire boek uit. En in Nederland is met Maartje Wortel, Bregje Hofstede, Nina Polak en Niña Weijers een heel nieuwe vrouwelijke golf aangezweld, allen geboren na 1980. Dat deze jury veel hoop stelt op de jonge generatie, blijkt ook uit de nominatie van de nog steeds jonge auteurs als Fikry El Azzouzi, Franca Treur, Peter Terrin en Joost de Vries, de winnaar van vorig jaar.
Zalig veel non-fictie ook in deze lijst: boeken over Rusland, de Balkan en Europa en de vergeten schilder Felix Nussbaum. Zelfs een hervertelling van de Bijbel zit ertussen.
Voor wie van turven houdt: zeven van de twintig boeken werden geschreven door vrouwen, één door een auteur met een migratie-achtergrond. Jubel of weeklaag naar keuze.
Wat de grote ontdekking literatuur maakt
Maar het boek dat er voor mij echt uit sprong, werd geschreven door een heer van zeventig: Alexander Münninghoff, oorlogscorrespondent buiten dienst en schaakjournalist in ruste.
Diens monumentale familiekroniek De stamhouder was voor mij de grote onbekende van de longlist. Niet dat ik alle andere werken van kaft tot kaft gespeld had, maar ik was tenminste van hun bestaan op de hoogte.
Dat iemand een uitzonderlijke kindertijd in een uitzonderlijke familie heeft doorgebracht, is geen reden om het boek op de shortlist te plaatsen. Een stamboom is geen literair argument, zelfs niet als daar een tros waarlijk romaneske familieleden aan bungelt. Een puissant rijke grootvader, een Waffen SS-dienende vader, een aristocratische maar zeer eigengereide grootmoede, een in diepe armoede verzeild geraakte moeder, een woest deinend gezinsleven: dat alles is kleurrijk, maar maakt het nog geen literatuur.
Dat iemand de diepe malheuren van zijn afstamming, zijn historische Geworfenheit, waardig weet te ontstijgen en te duiden is evenmin een reden tot nominatie. Existentiële moed is evenmin een literair criterium, al kan de Nederlandse letterkunde er soms wel wat meer van hebben.
Dat die familiegeschiedenis, die zich uitstrekt van Den Haag tot het Baltisch gebied, van Zweden tot Indonesië, en van de late negentiende eeuw tot het prille derde millennium, zo voorbeeldig uitgezocht en verteld is, is weliswaar noodzakelijk, maar nog steeds geen voorwaarde.
Wat dit boek echt uitzonderlijk maakt, is de uitzonderlijke schrijfstijl van de auteur. Grote en kleine geschiedenissen worden moeiteloos met elkaar verweven. Onvoorstelbaar lijden wordt waardig en geserreerd verteld. Münninghoff trakteert ons niet op larmoyante introspectie over een penibele kindertijd, nee, met afgemeten gezicht legt hij op tafel wat hij gevonden heeft. Die ingetogenheid is zonder meer groots.
Dit is honderd jaar eenzaamheid uit de Lage Landen, dit is het verdriet van Europa. Dit is Toergenjev
En bovenal: zijn Nederlands zingt, zingt zoals het Nederlands nog maar zelden zingt, nu eens angstaanjagend als een poolwind over de steppe, dan weer gloedvol als knetterend haardvuur. Dit is honderd jaar eenzaamheid uit de Lage Landen, dit is het verdriet van Europa. Dit is Toergenjev.
Het was tijden geleden dat ik zo diep in een boek verzonken was.
Of Alexander Münninghoff die shortlist en die Gouden Boekenuil nu ook nog haalt, doet er voor mij eigenlijk niet meer toe. De jury heeft mij een zeldzaam meesterwerk leren ontdekken.
Dat moet volstaan.