Vorige week haalden de christenen in Egypte wereldwijd het nieuws, nadat twintig en één Ghanese christen in Libië vermoord werden door aanhangers van President Abdel Fatah al-Sisi zei kort erna op te willen komen voor de christelijke minderheid in zijn land en de misdaden te wreken.

Actuele ontwikkelingen tonen echter dat de bezorgdheid van het Egyptische regime een wassen neus is. Waarom doet Egypte dit dan? Ik vond drie verklaringen.

1. Het regeringsoptreden leidt de aandacht af van Egyptische misdaden tegen de kopten

Kort nadat het nieuws van de onthoofding bekend werd, gaf president Sisi het bevel tot de luchtaanval op enkele Libische doelwitten. Met deze actie zei Sisi de dood van de christelijke ‘martelaren’ te wreken. Onder de Egyptenaren veroorzaakte het militair ingrijpen echter gemengde gevoelens. Prominent blogger Wael Eskander beschuldigde Sisi ervan het bloedbad aan te wenden voor eigen gewin.

Die vermoedens zijn niet ongegrond. In de weken voor de ontvoerde Egyptenaren vermoord werden, had het regime niets wezenlijks ondernomen om de kopten vrij te krijgen. Ook in eigen land wordt niet getracht hun positie te verbeteren. Bovendien bestaan er al enige tijd vermoedens dat Egypte verleent aan de Libische officier Haftar, die met zijn zogenoemde Nationale Libische Leger de strijd aangaat met verschillende

Het merendeel van de 21 koptische slachtoffers is afkomstig uit de provincie Al Minya. Al jaren vormt deze rurale streek het brandpunt van antichristelijk geweld in Egypte. Een belangrijk incident vond plaats in augustus 2013, toen heethoofden in heel Egypte tientallen kerken In Al Minya alleen werden toen achttien kerken aangevallen. Dat dit zo massaal kon gebeuren is opvallend; leger en politie zijn in Egypte immers overal prominent aanwezig. Beelden die na afloop opdoken, lieten echter zien dat veel militairen hadden toegekeken en niet ingrepen.

Je vraagt je af: hoe kan het discrimineren van de kopten Sisi vooruit helpen? Allereerst moest het geweld de internationale gemeenschap overtuigen dat Egypte een ‘sterk’ regime nodig had. Ten tweede beweerde Sisi dat het islamistische Moslimbroederschap van Morsi de problemen voor de christenen enkel erger zou maken. En Sisi kwam aan de macht nadat hij het Moslimbroederschap van oud-president Morsi afzette. Om de machtsovergang mogelijk te maken, demoniseerde hij het Broederschap in een heuse campagne die de straten en televisiekanalen overspoelde met ‘antiterreur’-boodschappen.

Later labelde de Egyptische regering het Moslimbroederschap officieel als terroristische organisatie en werd de groepering Een van Wall Street Journal-correspondent Matt Bradley is illustratief in dezen: ‘Het Egyptische leger wilde zo graag dat we de aangevallen kerken in beeld brachten, dat ze ons aanboden per helikopter naar Al Minya te vliegen.’

2. Het regeringsoptreden leidt de aandacht af van de eigen misdaden tegen de kopten

Maar niet alleen islamistische groeperingen maken zich schuldig aan antichristelijk geweld. De voorbije jaren waren de veiligheidsdiensten verscheidene malen zelf betrokken bij aanvallen tegen christenen. In oktober 2011 bijvoorbeeld, toen de legerpolitie het vuur opende op een vreedzame betoging tegen het afbranden van een koptische kerk. Het leger en het ministerie van Binnenlandse Zaken hielden het Moslimbroederschap verantwoordelijk voor het beramen van de aanval op de demonstranten. Het incident leidde tot de oprichting van de Maspero Jongerenbeweging (vandaag een van de belangrijkste jongerenbewegingen voor de verdediging van de rechten van de kopten in Egypte). Tot op heden ontkent het regime betrokken te zijn bij het incident.

Een nog kwalijker voorval vond plaats in januari 2011. Bij een nieuwsjaarviering in een koptische kerk in Alexandrië vond een bomaanslag plaats die aan meer dan twintig gelovigen het leven eiste. Ook toen werd unaniem naar islamitische organisaties gewezen. De NOS stelde ‘Een [Egyptische] minister zei dat hij vermoedde dat Al-Qaeda erachter zit, maar spanningen tussen moslims en christenen in Egypte leiden geregeld tot geweldsuitbarstingen.’

Twee maanden na de aanslag publiceerde de Egyptische krant Youm7 die Egyptische demonstranten in handen kregen bij het bestormen van veiligheidsdienstgebouwen in Caïro. Daaruit bleek dat niet Al-Qaeda, maar de veiligheidsdiensten achter de aanslag zaten en leden van de islamistische beweging Gama’a al-Islamiyya geworven hadden om de aanslag uit te voeren. Het regime zou de aanslag beraamd hebben om druk uit te oefenen op de koptische paus.

3. Het regeringsoptreden maakt de kopten een nog groter doelwit

Hoewel de media-aandacht rond de moord op de kopten de moeilijke positie van de christenen in de schijnwerpers plaatst, blijft het positieve effect voorlopig uit. In Egypte (maar ook elders in het Midden-Oosten) bestaat de vrees dat de aandacht voor het bloedbad juist meer slachtoffers zal vragen. Het bestaan van IS gedijt in sterke mate op succes van de mediacampagne, en kopten blijken in dit opzicht een makkelijker doelwit dan westerse journalisten. Hierdoor is de kans reëel dat de aanvallen op christenen en andere minderheden enkel zal toenemen.

Ook bestaat de zorg dat binnen Egypte trouw zullen zweren aan IS. Bijvoorbeeld in het problematische zuiden van Egypte, waar veel christenen wonen en militante organisaties als de Gama’a al-Islamiyya in de jaren negentig hun opmars maakten. Ook in 2013 grepen militanten hier tijdelijk de macht in de stad Delga, in de Minya-provincie.

Wat zijn de gevolgen?

De bedreiging die IS heet legitimeert steeds vaker zogenaamde veiligheidsmaatregelen – niet alleen in Egypte. Vraag is of de belangstelling voor de kopten voortkomt uit een reële bekommernis voor het lot van de christenen in Egypte, of eerder ingegeven is door het bedreigingsgevoel dat IS al enige tijd propageert. In Egypte lijkt het regime vooral munt te slaan uit het voorval, zonder het lot van de christenen daadwerkelijk te verbeteren.

Waarom terrorisme niet de wereld uit te bombarderen is Nu ook Nederland het vuur opent op IS in Irak, dringt zich de vraag op of de oorlog tegen terrorisme op deze manier wel te winnen is. Het wordt tijd voor een langetermijnvisie die ons bevrijdt van het schijndilemma: grijpen we in of niet? Lees het stuk hier terug Wie financiert die jihadisten eigenlijk? (Antwoord: wie niet?) Je zou het haast vergeten na het drama in Parijs, maar vrijwel alle jihadistische terreur vindt elders plaats. In Syrië bijvoorbeeld. Wie betaalt dat allemaal? Hoe IS een oliestaat werd, maar nu momentum lijkt te verliezen. Lees het stuk hier terug Hoe de strijd tegen IS de Koerdische vrouw emancipeert Op reportage in Syrië en Irak ontdekken fotograaf Andreas Stahl en Correspondent Lennart Hofman hoe Koerdische vrouwen op twee fronten tegelijk vechten: tegen Islamitische Staat en vóór gelijke rechten. Ironisch genoeg blijkt het extreem vrouwonvriendelijke IS de emancipatie van de vrouwen juist te bevorderen. Een verslag. Lees de reportage hier terug