Volgens de toezichthouders in Bazel had de Grote Financiële Crisis ons twee dingen geleerd. Ten eerste dat veel banken over te weinig eigen vermogen beschikten om onverwachte waardedalingen te kunnen opvangen. Toen in 2007 in de Verenigde Staten de huizenprijzen in rap tempo daalden en huishoudens hun rente- en aflossingsverplichtingen niet meer konden of wilden nakomen, keken de banken die deze verpakte hadden gekocht aan tegen waardeverliezen die al snel groter bleken dan hun eigen vermogen. Een kostbare gang naar overheidsinjecties was vaak de enige uitweg.

Het antwoord hierop was een lange lijst van gedetailleerde regels die bepaalden hoeveel eigen vermogen banken moesten aanhouden voor welke producten, waar de modellen aan moesten voldoen die banken gebruikten om het risico van wanbetaling op die producten te berekenen en wanneer banken hun eigen risicomodellen mochten gebruiken en wanneer zij zich moesten houden aan vaste buffereisen. Bij elkaar leverde dat een document op van 77 pagina’s aan financiële De Nederlandsche Bank (DNB) had een poster van billboardformaat nodig om alle regels in een ‘handzaam’ overzicht aan haar ‘achterban’, de Nederlandse banken, te kunnen uitleggen. Complex dus.

De tweede les was dat niet alle banken evenveel makkelijk verkoopbare bezittingen Hoe veiliger, transparanter en gestandaardiseerder de lening, hoe makkelijker zij kan worden doorverkocht en hoe groter de kans dat de bank tijdelijke perioden van financiële droogte kan overleven. Je kon als bank namelijk nog zoveel eigen vermogen hebben, als je jezelf niet kon financieren doordat de interbancaire markten op hun gat lagen, zoals in de nasleep van het bankroet van Lehman Brothers op 15 september 2008 gebeurde, ging je na verloop van tijd even hard onderuit. 

Het antwoord van de Bazelse toezichthouders hierop waren de zogenoemde Liquiditeitseisen die 6 januari 2013 op de website werden Vanaf 2018 zou een vast percentage van de bancaire bezittingen moeten bestaan uit veilige, transparante en gestandaardiseerde producten die banken door perioden van financiële droogte zouden moeten helpen. Op deze manier, aldus de toezichthouders, zouden de twee wegen naar modern bancair bankroet die de Grote Financiële Crisis had opgeworpen kunnen worden geblokkeerd: de directe door hogere buffers, de indirecte door te eisen dat banken een hoger percentage liquide (makkelijk verkoopbare) bezittingen aanhielden.

Wrapped Reichstag in Berlijn (Duitsland), ingepakt door Christo in 1995. Foto: Hollandse Hoogte


En onze bonussen dan?

Maar hogere buffers en meer liquide bezittingen zijn in kringen van bankiers niet echt populair. Hogere buffers niet, omdat die raken aan de kern van het bancaire verdienmodel: grote balansen op flinterdunne buffers leverden immers gigantische hefbomen op waarmee kleine renteverschillen tussen schulden en leningen konden worden opgeblazen tot indrukwekkende winsten per aandeel en daarmee tot forse bonussen. Kort samengevat: hoe groter de bank, hoe groter de potentiële winst, hoe kleiner het eigen vermogen, hoe minder aandeelhouders om het mee te delen, hoe meer er in de bonuspot  

En meer liquiditeit niet, omdat de rentemarges op standaardproducten als staatsobligaties nu eenmaal net iets lager zijn dan die van exotischer producten, zoals verpakte en – vooral – herverpakte hypotheken. Bankiers was er dan ook alles aan gelegen om de buffereisen voor verpakte hypotheken zo laag mogelijk te houden en verpakte hypotheken zoveel mogelijk onder de liquide bezittingen te laten vallen. Alleen dan zou er immers voldoende vraag van andere banken blijven naar de zo lucratieve verpakte hypotheken, die - in de aanloop naar de crisis - vooral bij Britse en Nederlandse banken waren uitgegroeid tot winstmotor.

Op papier net zo veilig als de veiligste overheidsobligaties (voor de crisis tenminste), maar met twee keer zoveel rendement, om over commissies ter waarde van 3,5 procent van de waarde maar te zwijgen. Tel uit je winst.

Op papier net zo veilig als de veiligste overheidsobligaties, maar met twee keer zoveel rendement

In de eerste jaren na het faillissement van Lehman Brothers hikten de banken tegen een forse publicitaire achterstand aan. Hadden verpakte (en herverpakte) hypotheken, via de ondoorzichtige waardeketens waarmee zij banken en jurisdicties met elkaar hadden verbonden, niet aan de wieg gestaan van de Grote Financiële Crisis? Waren de hoge waarderingen die kredietwaardigheidsbureaus als Fitch, Moody’s en Standard & Poor’s aan deze producten hadden gegeven niet evenzovele slagen in de lucht gebleken? En waren de risicomodellen waarmee banken hun buffers voor deze producten hadden berekend niet volledig blind geweest voor de plotselinge maar niet onverwachte (zie het handjevol zieners dat de grote kladderadatsj wel had zien financiële implosie van 2007, 2008? Morrend had de internationale bancaire gemeenschap zich in 2009, 2010 dan ook neergelegd bij de Bazelse buffereisen voor verpakte hypotheken. 

Valley Curtain in Rifle (Colorado, VS), opgehangen door Christo in 1970. Foto: Hollandse Hoogte


Hoe redden we de grote verpakkingsmachine?

Sindsdien was het slagveld verschoven naar de zo mogelijk nog obscuurdere liquiditeitseisen die het Bazels Comité aan het opstellen was. Hoe hoog moet het percentage liquide producten op de totale bancaire balans zijn? En welke producten zijn verkoopbaar genoeg om daarvoor in aanmerking te komen? Als alleen superveilige overheidsobligaties zijn toegestaan, heeft dat direct gevolgen voor winst en bonuspot. Veilig betekent immers laag

Als daarentegen ook verpakte hypotheken in aanmerking komen, zou dat niet alleen goed zijn voor winst en bonus en dus prettig zijn voor de kopende bank, maar zou dat ook een tweede leven voor de markt voor verpakte hypotheken betekenen, die sinds het uitbreken van de crisis volledig was stilgevallen. En dat laatste raakte vooral Britse en Nederlandse banken, die voor de crisis voor een groot deel van hun financiering afhankelijk waren geworden van een goed draaiende verpakkingsmachine.

De Nederlandse bancaire kliek zette alles op alles om de criteria voor liquiditeit zo te kneden dat verpakte hypotheken er keurig in zouden passen

En dus zette de Nederlandse bancaire kliek alles op alles om de criteria voor liquiditeit zo te kneden dat Nederlandse verpakte hypotheken er keurig in zouden passen.

Het lobbyen begon in 2010 met twee elektronische consultatierondes. De eerste liep tot 2011 en ging over een conceptvoorstel. De tweede eindigde in 2012 en betrof een herziene versie. Van de in totaal 263 reacties waren er 65 van bancaire lobbyorganisaties, 86 van banken, waaronder grootbanken als Bank of America, Barclays, BNP Paribas, Citigroup, Credit Suisse, Deutsche Bank, Goldman Sachs, HSBC, ING, JP Morgan Chase, Nomura, Rabobank, RBS, Santander en UBS. De rest bestond uit een handvol toezichthouders, advocatenkantoren, kredietwaardigheidsbureaus, wat academici en een enkele burger. Grote afwezigen waren: de vakbonden, consumentenorganisaties, ngo’s en politieke partijen. Het wereldbeeld dat uit de inzendingen opdoemde was er dan ook een van rechtpraten, bagatelliseren en

Neem de inzending van de Nederlandse Vereniging van Banken (NVB) van april 2010. De NVB uit daarin haar zorg dat te strikte liquiditeitseisen zou leiden tot banken die allemaal zwaar in Duitse en Nederlandse staatsobligaties zouden beleggen, waardoor de systeemrisico’s niet kleiner maar juist groter zouden worden. Als er iets met de Duitse overheid gebeurt, zouden alle banken in een klap in de problemen komen. Om iets aan deze risicoconcentratie te doen, bepleitte de NVB soepelere liquiditeitseisen opdat ook ‘verpakte hypotheken’, mits van ‘voldoende’ (lees: Nederlandse) kwaliteit, voor Bazel acceptabel zouden worden. Bovendien, aldus de NVB, zou dit de ‘transformatiefunctie’ (lees: kredietverstrekking) van banken helpen en daarmee de economische

Anticiperend op mogelijke bezwaren uit Bazel, introduceerden Europese belangenbehartigers – de Europese Vereniging van Financiële Markten (AFME) en de Europese Ronde Tafel van Financiële Dienstverleners (EFR), comfortabel gevestigd in het hart van het Brusselse samen met Britse en Nederlandse partijen in oktober 2012 een keurmerk voor eersteklas ‘verpakkingen’, genaamd ‘prime collateral securities’.

Het doel? Aantonen dat ‘verpakken’ ook transparant, risicoloos, gestandaardiseerd en dus veilig kan. Waarom? Om de lucratieve markt voor verpakte producten in Europa weer op te starten. Hoe? Door te stellen dat verpakken cruciaal is voor robuuste en duurzame groei. En wie is er midden in de eurocrisis nou niet voor groei, hoe vergezocht die belofte ook is? 

Daar kwam hier in Nederland het initiatief voor een ‘nationale verpakkingsstandaard’ nog eens bij. Op initiatief van Holland Financial Centre, een publiek-private lobbyorganisatie van en voor de financiële sector, werd op 1 september 2012 de Nederlandse Securitisatie Vereniging gelanceerd. Het doel? Het ontwikkelen van een Nederlandse verpakkingsstandaard, via geharmoniseerde documentatie, prospectussen, transactiestructuren, beleggersrapportage en wat dies meer zij. Waarom? Om de huiver voor verpakte producten bij potentiële beleggers en de liquiditeitszorgen bij het Bazels Comité weg te nemen. De leden? ING, Rabobank, RBS, ABN Amro, NIBC, Allen & Overy, Baker & MacKenzie, Clifford Chance, Linklaters, KPMG, Aegon, Delta Lloyd - de Zuidasboys.

Wrapped Trees in het Beyeler and Berower Park in Riehen (Zwitserland), ingepakt door Christo in 1998. Foto: Hollandse Hoogte



Het verhaal: verpakte hypotheken zijn wél veilig

Maar belangrijker was het nieuwe verhaal dat zij inmiddels rond verpakte hypotheken hadden weten te weven. Daarmee wilden zij Europese securisaties (lees: goed, veilig, betrouwbaar) onderscheiden van Amerikaanse (lees: slecht, frivool, onbetrouwbaar). Dat verhaal was er in twee varianten. De eerste was dat er in principe niks mis was met verpakken en dat het in 2008 alleen maar zo verkeerd was gegaan doordat hebzuchtige bankiers er onoordeelkundig gebruik van hadden gemaakt. Vergelijk het met het Amerikaanse argument voor vuurwapenbezit: niet vuurwapens doden, slechte mensen doen dat.

Verhaal 1: ‘Verpakte hypotheken zijn niet slecht, hebzuchtige bankiers zijn slecht’

Deze variant van het verhaal kan in meerdere documenten worden aangetroffen. De Vereniging van Verzekeraars (VVV) die in november 2011 dat verpakken een oude financiële techniek is om financieringsproblemen op te lossen en die, zolang de kwaliteit van het onderpand gewaarborgd is, volkomen veilig is.

Of de NVB die in haar tweede bijdrage aan de consultatie van Bazel met tevredenheid constateert dat het Comité zijn oordeel over verpakte hypotheken heeft bijgesteld: het was de kwaliteit van het onderpand dat de oorzaak was van de crisis. Uiteraard was er altijd wel ergens een econoom te vinden om dat verhaal academisch te

Verhaal 2: verpakte hypotheken zijn er voor de kredietbehoefte van Nederlandse huishoudens

De tweede variant van het verhaal borduurt op de VVV en NVB voort en stelt dat verpakte hypotheken in Nederland niet zijn ingegeven door hebzucht, winstlust, toezichtontduiking of om armlastigen toegang te geven tot eigen woningbezit, zoals in de Verenigde Staten, maar om maximaal tegemoet te komen aan de groeiende kredietbehoefte van Nederlandse huishoudens. Doordat Nederlandse huishoudens verplicht pensioensparen, zo luidt het verhaal, hebben zij weinig vrijwillig spaarvermogen. Daardoor blijven in Nederland de ingelegde spaargelden (‘deposito’s’) achter bij de hypothecaire kredietvraag.

Om dat zogenoemde  te kunnen opvullen, zijn Nederlandse banken, meer dan hun buitenlandse collega’s, aangewezen op de interbancaire markt voor verpakte hypotheken. Oftewel, de scherpe groei in aantal en waarde van verpakte hypotheken in Nederland sinds 1997 – pakweg 350 miljard euro – kwam niet voort uit private zelfverrijking, maar had alles te maken met die ‘transformatiefunctie’ waar de NVB het in haar eerste consultatiebijdrage over had. Het diende vooral publieke doelen.

De retoriek verspreidt zich

Deze verhaallijn, van verpakte hypotheken voor de Nederlandse huishoudens, beheerst het publieke debat nog meer dan de eerste. Zij zit in de bijdragen van de NVB aan de Bazelse consultatierondes, is te vinden in vrijwel ieder overheidsdocument over wordt gereproduceerd in vrijwel iedere nieuwsanalyse over crisis, banken en toezichthouders, kan zelfs worden aangetroffen in de jaarverslagen, stabiliteitsoverzichten en andere publicaties van De Nederlandsche Bank (daarmee de officiële zegen verwervend van de Hogepriesters van het werd vorig jaar demonstratief naar buiten gebracht in een rapport dat KPMG in opdracht van VNO-NCW had geschreven waarin werd gewaarschuwd voor minder kredietverlening door een ‘stapeling van bancair en werd zelfs gereproduceerd in wat een sieraad van weldoordachte bankkritiek had moeten worden (maar niet werd): het eindrapport van de commissie- en vond dus ook z’n weg in het antwoord van minister Dijsselbloem (Financiën, PvdA), dat tevens het slotwoord was over de Nederlandse bankhervorming.

Terwijl het lulkoek is. Ten eerste is het Nederlandse ‘depositofinancieringsgat’ uniek noch buitenproportioneel groot. Sinds de jaren negentig zijn eigenlijk alle grootbanken steeds meer afhankelijk geworden van interbancaire financiering en vertonen hun balansen dus een ‘gat’ tussen kredietverstrekking aan huishoudens en spaarinleg door huishoudens.

Dat geldt zowel voor banken afkomstig uit landen die net als Nederland een grote en goedgevulde pensioenpot hebben, zoals Denemarken, Zweden, Zwitserland, Verenigd Koninkrijk en Ierland, als voor landen die dat niet hebben, zoals Frankrijk, Italië, Spanje en

Ten tweede is het ‘gat’ zowel in Nederland als elders van relatief recente datum. In de jaren tachtig was de spaarinleg nog ruim voldoende om aan de huishoudelijke kredietvraag te voldoen. Pas vanaf het midden van dat decennium explodeert, samen met de bancaire balansen, het

Het verpakken van hypotheken diende niet gulzige Nederlandse burgers, zoals het officiële verhaal hebben wil, maar stond juist ten dienste van gulzige bankiers

Dit suggereert een totaal ander verhaal. Een verhaal van hebzuchtige banken die met behulp van een winstgevende ‘verpakkingsmachine’ nietsvermoedende huishoudens steeds risicovoller hypotheekproducten door de strot douwen om de eigen balansen bij gelijkblijvende buffers fors op te kunnen pompen, daarmee winsten en bonussen kunstmatig opschroevend. Oftewel, het verpakken van hypotheken diende niet gulzige Nederlandse burgers, zoals het officiële verhaal hebben wil, maar stond juist ten dienste van gulzige bankiers die zich allerminst bekommerden om hun klanten en de externe effecten van hun handelen.

The Pont Neuf Wrapped in Parijs (Frankrijk), ingepakt door Christo in 1985. Foto: Hollandse Hoogte

Hoe kon dit gebeuren?

Wat gebeurde er midden jaren negentig? Kort en goed: deregulering van banken en financiële markten door de overheid en financiële innovatie door banken voor banken. Dat heeft Nederland een vastgoedroes van ongekende proporties bezorgd en de welvaartsgroei tussen 1995 en 2008 in hoge mate gestuwd. In ruil voor loonmatiging voor het exporterende bedrijfsleven kregen huishoudens, banken en, via het welvaartseffect van het binnenlands georiënteerde MKB een huizenzeepbel om de negatieve bestedingseffecten ervan te compenseren. Met een bijdrage van pakweg 25 procent aan de groei van de Nederlandse economie tussen 1995 en 2008 betekende dat: iedereen rijk – hoewel een beetje meer dan

In iets meer detail ziet het er als volgt uit. Na intensief lobbyen door de NVB staat De Nederlandsche Bank vanaf 1994 nieuwe hypotheekvormen als de spaarhypotheek, de beleggingshypotheek en (later) de aflossingsvrije hypotheek toe. Deze hypotheken stellen banken in staat hun belastingaftrek te maximaliseren, hun netto hypothecaire lasten te minimaliseren en zo hun leencapaciteit maximaal op te rekken. 

Tegelijkertijd krijgen de banken van de overheid (ondanks waarschuwingen van groen licht om hun leenvoorwaarden steeds verder te versoepelen. ZZP’ers, werknemers met contracten van bepaalde duur, uitzendkrachten – iedereen kan vanaf 1995 een (steeds grotere) hypotheek krijgen. Voeg daarbij financiële innovatie in de vorm van het verpakken en herverpakken hypotheken en je hebt een winstmachine van ongekende

Terwijl soepeler leenvoorwaarden de wachtrij voor een eindige voorraad woningen alleen maar langer maakte, kon aanbod door een strikt ruimtelijk ordeningsbeleid nauwelijks reageren op stijgende vraag. De gevolgen laten zich raden: huizenprijsstijgingen van 350 tot 400 procent in dertien jaar tijd, waardoor nieuwe cohorten huiseigenaren zich dieper en dieper in de schulden moesten steken. 

Zo werd de omvang van de hypothekenportefeuille op de balansen van Nederlandse banken alleen maar groter, werden Nederlandse huishoudens belast met een van de hoogste private schuldenlasten ter en werd de kwetsbaarheid van huishoudens en banken voor het plotselinge opdrogen van financiële markt alleen maar verder vergrotend.

De huizenzeepbel knapt

Zo bleek. Toen Lehman Brothers op 15 september 2008 onderuitging en de financiële markten implodeerden, begon in Nederland het langzame leeglopen van een historisch ongekende huizenzeepbel. Inmiddels zijn de huizenprijzen met 25 procent gedaald, is het einde nog niet in zicht, kijkt een derde van de Nederlandse (oftewel: 1,3 miljoen) huishoudens, vooral 45-minners, aan tegen een onderwaarde van gemiddeld 13 duizend euro, en ligt de Nederlandse huizenmarkt al drie jaar stil.

De combinatie van hoge private schulden en, sinds 2010, vier politieke ombuigingspakketten ter waarde van in totaal 52 miljard euro heeft het bestedingsvermogen van huishoudens fors aangetast. Gevolgen: records aan bedrijfsfaillissementen, snel stijgende werkloosheid, hoge jeugdwerkloosheid, een dalend geboortecijfer en stijgende zelfmoorden.

Dit kun je godsonmogelijk een ‘goede staat van dienst’ noemen, zoals de NVB doet

Hoewel kabinet en Europese Commissie dit als de onvermijdelijke omgevingsschade beschouwen van al even onvermijdelijk beleid, jaagt het kabinet feitelijk achter de eigen staart aan: de wanhopige pogingen om het begrotingstekort naar de afgesproken drie procent te krijgen, beschadigen de Nederlandse economie zozeer dat de belastinginkomsten ondanks tariefverhogingen lager uitvallen en de uitgaven ondanks bezuinigingen hoger.

Dit kun je godsonmogelijk een ‘goede staat van dienst’ noemen, zoals de NVB doet. Toegegeven, het aantal faillissementen is laag en ook het aantal wanbetalers bedraagt op dit moment maar zo’n 2,3 procent. Dat komt echter door hardvochtige crediteurbescherming, hoge betalingsmoraal, hoog welvaartspeil en een verzorgingsstaat die nog steeds doet wat zij moet doen: haar burgers beschermen tegen financieel-economische schokken. En heeft niets te maken met de kwaliteit van de Nederlandse verpakte hypotheken.

Het rampengebied overziend, moet je concluderen dat dit een debacle van ongekende omvang is, veroorzaakt door ongetemde kredietgroei, verstrekt door banken op anabole steroïden en mogelijk gemaakt door een bancaire ‘verpakkingsmachine’ die hypotheken als grondstof had. En vraag je je onherroepelijk af hoe de NVB het in haar hoofd haalt dit een ‘goede staat van dienst’ te noemen. Dat zijn geen oogkleppen, dat zijn oogplaten.

Het rampengebied overziend, moet je concluderen dat dit een debacle van ongekende omvang is, veroorzaakt door ongetemde kredietgroei

De lulkoek heeft, zoals zo vaak, gewonnen. De uiteindelijke versie van de Liquiditeitseisen van het Bazels Comité voor Bancair Toezicht, die 6 januari 2013 op de website werd gezet, leest als een empirische beschrijving van de Nederlandse hypothecaire verpakkingsmachine. Pagina 14 stelt dat ‘additionele activa’ (lees: verpakte hypotheken), na beoordeling door de nationale toezichthouder mogen worden toegelaten tot de categorie van liquide activa, mits ze voldoen aan voorwaarden waar de Nederlandse verpakte hypotheken ook voor de crisis al keurig aan voldeden. 

Dit is niets meer of minder dan een Bazels kwaliteitsstempel op de Nederlandse verpakkingspraktijk, op een paar kleine amendementen na. Daarmee heeft de toezichthouder der toezichthouders een constante vraag naar Nederlandse verpakte hypotheken door andere Europese en Amerikaanse banken tot in lengte van dagen gegarandeerd.

En met succes. Inmiddels hebben Nederlandse banken alweer meer dan 10 miljard euro aan nieuwe verpakte hypotheken verkocht, het merendeel daarvan aan buitenlandse banken. 

Uw pensioengeld moet de financieringsproblemen van de Nederlandse banken gaan oplossen

En als klap op de vuurpijl overweegt het ministerie van Financiën serieus de inrichting van een Nationaal Hypotheek Insitituut dat als achtervang moet dienen voor de Nederlandse markt van verpakte hypotheken. Uw pensioengeld moet de financieringsproblemen van de Nederlandse banken gaan oplossen.

Alsof er niet het veel grotere probleem van 1,3 miljoen Nederlandse huishoudens is, die aanhikken tegen grote en groeiende restschulden. Alsof die bancaire financieringsproblematiek niet de keerzijde is van de Nederlandse huizenzeepbel. En alsof we net als het Verenigd Koninkrijk voort moeten op het pad van meer en grotere schulden en niet moeten terugkeren op onze schreden, naar de periode toen banken nog nutsbedrijven waren, bankiers quasi-ambtenaren, huizen nog betaalbaar en een woning vooral was om in te wonen - niet om mee te speculeren.

De inpakkunst van Christo en Jeanne-Claude Het kunstenaarsduo Christo en Jeanne-Claude (beiden uit 1935) is bekend geworden om de landschapskunstwerken waarin zij gebouwen en objecten in het landschap tijdelijk inpakten. Door het met stof te omhullen, worden het abstracties. Hun doel is puur esthetisch. Ze wil mensen anders laten kijken naar hun omgeving.
Het meest recente kunstwerk Big Air Package is nog tot en met 30 december 2013 te bezoeken in de Gasometer in Oberhausen (Duitsland). In tegenstelling tot hun eerdere werken hebben zij hier niet een gebouw ingepakt, maar een enorme witte ballon in de voormalige gasopslagtoren opgehangen. Bezoekers kunnen in de ballon en ook van bovenaf in de toren de ballon bekijken.
Kijk hier voor meer informatie over Big Air Package