Voor de scouts van deze club is het kijken van wedstrijden verboden
Als clubs al een data-analist hebben, dan luisteren ze niet naar hem. Bij het Deense FC Midtjylland gaat dat anders: daar heeft de eigenaar een hedgefonds en is de voorzitter een analist. Samen dwingen ze de club om het voetbal statistisch te benaderen. Ook al zegt de ranglijst hen weinig: het team staat fier bovenaan.
Er is op dit moment waarschijnlijk geen interessantere voetbalclub dan FC Midtjylland uit Denemarken.
Dat blijkt al na twee minuten praten met Rasmus Ankersen, de 32-jarige kersverse voorzitter van de club. Hij heeft grote plannen en nog grotere moeite zijn enthousiasme voor die plannen te verbergen.
Na vijf minuten heeft hij meer boeiende dingen gezegd en slimme ideeën opgeworpen, dan de meeste voetbalbestuurders in hun hele carrière.
En na een kwartier is het duidelijk dat FC Midtjylland niet langer alleen een voetbalclub is.
Het is een radicaal experiment.
De revolutie van Jutland
In tachtig minuten - waarin voetbalblogger Sander IJtsma en ik ademloos luisteren - legt Ankersen het experiment uit. In een onopvallend stadionkantoortje in Herning, een stadje ergens tussen niks en nergens in het dunbevolkte Jutland.
FC Midtjylland wil de these testen dat je een voetbalclub kunt runnen op basis van statistische analyses. Dat je de irrationele, subjectieve en emotionele besluitvorming in het voetbal kunt uitbannen en vervangen door een wetenschappelijke aanpak. En dat je zodoende een kleine, arme club in staat kunt stellen om te wedijveren met grote, rijke clubs.
De wiskundige modellen waarmee we werken, staan aan de basis van elke belangrijke beslissing in de club
‘We kunnen niet meer geld uitgeven dan onze tegenstanders,’ zegt Ankersen. ‘Dus moeten we slimmer zijn. We denken dat we dit kunnen door zorgvuldige statistische analyse van andere competities, teams en spelers. En van ons eigen spel.’
Dit is niet een kwestie van het aanstellen van twee data-analisten en dan hopen dat we met mooie vondsten aankomen, zegt Ankersen. ‘We doen dit top-down. De wiskundige modellen waarmee we werken, staan aan de basis van elke belangrijke beslissing in de club.’
Radicale verandering vanaf de top
Radicale taal, in een sport die altijd gold als de minst wetenschappelijke en statistisch-georiënteerde van alle grote sporten, en dat nog steeds is.
Menig Europees voetbalbestuurder heeft weliswaar de film Moneyball gezien, over de kleine honkbalclub Oakland Athletics en hun general manager Billy Beane, die door statistische analyse met de grote clubs kon concurreren. En zo nu en dan stelt een club een data-analist aan, waarop even later iemand uitroept dat het voetbal een data-revolutie ondergaat.
Maar veel is er niet van terechtgekomen, volgens Ankersen. De revolutie is een evolutie geworden - als dat het al is. Bij sommige clubs is een aantal slimme mensen met geweldige ideeën in dienst, weet hij. ‘Maar ze zitten ergens in een verborgen kantoortje, zonder veel invloed op de trainer of technisch directeur.’
Hoe anders is dat bij Midtjylland.
Daar komt de revolutie vanuit de top, want bij Midtjylland is een analist de baas – al voldoet de knappe Ankersen niet aan het clichébeeld van de bebrilde, onatletische nerd. En net als Beane profiteert hij van het feit dat hij zelf topsporter is geweest, waardoor de rest van de club net iets makkelijker meegaat in de nieuwe manier van werken.
Ankersen is pas negen maanden de baas, maar nu al heeft hij, en het clubje data-analisten waar hij mee werkt, de werkwijze van de club radicaal veranderd.
Spelers zijn gekocht omdat algoritmen hen als goed en goedkoop bestempelden; de trainers evalueren de wedstrijden op basis van zelf ontwikkelde, geavanceerde statistieken; en van vrije trappen is een soort wetenschappelijk project gemaakt, waarin speler en trainers huiswerk krijgen.
En het nieuwe bewind oogst succes. FC Midtjylland scoort bijna één goal per wedstrijd uit vrije trappen – het hoogste gemiddelde in Europa. En belangrijker, het staat aan kop van de Deense Superliga, negen punten boven de nummer twee FC Kopenhagen, de rijkste en succesvolste club van Denemarken.
En dat is uitzonderlijk: verder dan tweemaal een tweede plek is het team tot nu nooit gekomen. Een prestatie van formaat, zou je zeggen.
‘Het is voor een groot deel geluk’
Maar trek deze conclusie niet in het bijzijn van Ankersen, want dan vertelt hij je dat je ‘toeval rationaliseert’ – een elegante manier om te zeggen dat je dom bent.
Want vier keer scoren uit een vrije trap in een wedstrijd – zoals Midtjylland dit seizoen al drie keer lukte – is goed, maar niet vol te houden. ‘Dat is voor een groot deel geluk en geluk heb je niet continu.’ Ook de eerste positie op de ranglijst hoeft niet per se iets te zeggen.
Sterker, de nieuwe leiding van de club heeft zich voorgenomen nooit meer hun prestaties te toetsen aan zoiets vulgairs en onnauwkeurigs als een ranglijst.
‘We hebben nu zelfs een manifest, waarin staat dat ons wiskundige model altijd voorrang heeft boven onze plek op de ranglijst, als het gaat om het beoordelen van onze prestatie.’
En op dit moment, zegt Ankersen, ‘liegt de ranglijst. Ons model zegt weliswaar dat we de beste ploeg in Denemarken zijn. Maar we zijn niet negen punten beter dan Kopenhagen. Het verschil is dat wij mazzel hebben gehad en zij pech.’
‘Dat zeg ik ook steeds tegen de coaches: denk niet dat we goed zijn omdat we nummer één staan. We zijn goed als ons model zegt dat we goed zijn.’
De zegen van een verveelde hedgefondsmanager
Het revolutionaire experiment begon vorige zomer, toen de Engelse voormalige hedgefondsmanager en professionele sportgokker Matthew Benham de noodlijdende club kocht.
Benham was rijk geworden door op basis van statistische modellen te gokken op voetbal. Maar alleen gokken vond hij saai. Benham wilde zijn modellen in de praktijk testen en kocht in 2012 het Engelse Brentford, de club waarvan hij fan is sinds zijn jeugd. Sindsdien promoveerde de club. Dit seizoen kan de club zelfs promoveren naar de Premier League.
Maar Benham wilde het niet bij één experiment houden. En dus kocht hij FC Midtjylland, op advies van Ankersen, wiens boek over talentherkenning en –ontwikkeling in de sport, The Gold Mine Effect, hij had gelezen.
Ankersen kende Midtjylland goed: hij speelde er als jeugdspeler en werkte er als jeugdcoach. Bij Midtjylland, zo verzekerde Ankersen Benham, werken mensen die openstaan voor nieuwe ideeën.
Benham stelde Ankersen aan als voorzitter, die opeens leiding gaf aan zijn voormalige trainers. En de nieuwe baas had voor hen een boodschap: zowel korte- als langetermijnbeslissingen zouden vanaf nu anders worden genomen. Centraal in de werkwijze zouden wiskundige modellen komen te staan, geïnspireerd op het werk van Benham.
Zelfs voor de progressief denkende werknemers van FC Midtjylland was dit nogal heftig, ook al kon Ankersen dit als ex-voetballer en kind van de club wat makkelijker verteerbaar maken.
Ankersen: ‘Maar ik blijf het iedereen zeggen: we kunnen alleen winnen als we radicaal anders werken dan andere clubs. Vertrouw het model. Als deze manier van werken dom was, dan was Matthew er nooit zo rijk mee geworden zodat hij twee clubs had kunnen kopen.’
Tim Sparv, de onzichtbare topspeler
Veel van de plannen die Benham en Ankersen met de club hebben, moeten nog worden uitgevoerd. Maar diverse belangrijke beslissingen bij de club komen nu al voort uit de kwantitatieve aanpak.
Een daarvan is de aankoop van de Finse verdedigende middenvelder Tim Sparv, die twee seizoenen geleden nog bij FC Groningen speelde. Zijn komst is gebaseerd op een model zoals Benham dat gebruikt voor het gokken. Een ranglijst waarop alle clubs en spelers in Europa naar sterkte worden geclassificeerd - ongeacht de competitie waarin ze spelen -, op basis van een statistische analyse.
Ankersen noemt Sparv ‘the no stats all-star.’ Dat komt doordat Sparv niet de statistieken heeft die spelers op zijn positie vaak hebben – met name op het aantal gewonnen duels scoort hij laag. Maar in Sparvs geval, zegt Ankersen, is dat juist een teken van kracht.
Ik ga er trouwens niet heen om hem te zien spelen
Hij licht dit toe aan de hand van een andere speler. ‘Op Sparvs positie [verdedigende middenvelder] hebben we ook een andere speler, een Nigeriaan, Izunna Uzochukwu. Hij is fysiek sterk en doet veel spectaculaire dingen, met name tackles,’ zegt Ankersen. ‘De toeschouwers vinden hem fantastisch en de coaches van onze tegenstanders roemen hem vaak.’
Met Sparv is dat anders. ‘Hij doet zelden spectaculaire dingen, maar wij denken dat dat komt doordat hij zo slim loopt. Hij ziet problemen aankomen voordat ze zich voordoen, en hoeft daarom niet zo veel te tackelen en rennen als andere verdedigende middenvelders.’
Sparv kwam op de radar van de club, doordat Midtjyllands rating-systeem zijn toenmalige club, Greuther Fürth, zeer hoog inschaalde . Fürth speelt in de weinig sexy Tweede Bundesliga. ‘Maar het model zei dat Fürth goed genoeg was om in de Engelse Premier League te spelen – en dat klinkt voor Deense begrippen dan weer wel sterk.’
Dus toen Greuther Fürth hoog scoorde in de pan-Europese ranglijst, veel hoger dan Midtjylland zelf, was de interesse van de club gewekt. Bovenaan dat lijstje: Tim Sparv.
Volgende week reist Ankersen naar Spanje, voor een speler die in de Segunda Division speelt, Spanjes tweede competitie. Maar in Midtjyllands model is de club Primera Division-waardig, een middenmotor zelfs – en de speler die Ankersen opzoekt, hoort bij de besten van het team.
‘Ik ga er trouwens niet heen om hem te zien spelen,’ zegt Ankersen. Een eenmalige visuele waarneming kan immers zijn mening over de speler alleen maar beïnvloeden, positief of negatief. ‘We weten al dat hij goed is. Ik ga er alleen maar heen om hem over te halen komende zomer naar ons te verhuizen.’
Een verbod op wedstrijden kijken
Het transferbeleid is nu al anders dan waar dan ook, en het zal alleen nog maar radicaler worden.
‘Scouts hebben een andere taak hier,’ zegt Ankersen. ‘We zeggen hen: jullie baan is niet om ons te vertellen of een speler goed is of niet. Dat weten wij al. Jullie moeten kijken of hij aansluit bij onze stijl van spelen. En of hij qua persoonlijkheid bij ons past, door navraag te doen bij mensen die hem kennen.’
Sterker, Midtjylland overweegt om zijn scouts te verbieden live naar wedstrijden te kijken. ‘Het risico is te groot dat een individuele wedstrijd je blik vertroebelt, dat die ene live wedstrijd zwaarder meeweegt dan drie wedstrijden op video. Wij denken dat scouts beter alleen videobeelden kunnen bekijken. Heel veel videobeelden. Dan krijg je een betrouwbaardere indruk.’
Ankersen voert een strijd tegen menselijke zwaktes. Coaches en scouts, zegt hij, hebben de neiging om spelers aan te bevelen die ze persoonlijk kennen, of tegen wie hun teams recent hebben gespeeld. ‘Dat zijn er hooguit enkele honderden. Terwijl er in heel Europa tienduizenden spelers rondlopen, die zij over het hoofd zien, maar die ook goed kunnen zijn. Het model helpt ons deze spelers te vinden.’
Harder en gerichter trainen
Het transferbeleid zal het sterkst veranderen onder het nieuwe bewind. Maar de club gaat ook anders werken met de spelers die er al zijn. Ankersen en Benham denken dat voetballers in het algemeen veel harder en gerichter zouden kunnen trainen.
Ze nemen golf als voorbeeld. ‘Golfers werken dagelijks aan hun swing [hun slag, MdH], om die steeds verder te perfectioneren. Waarom werken de meeste voetballers niet net zo aan hun trap?’
Midtjylland heeft inmiddels een speciale trapcoach aangenomen, die met twee spelers uit het eerste team werkt en met de jeugdspelers. Het volgende project: beter ingooien. ‘Stel dat onze spelers de bal tien meter verder kunnen gooien, door er specifiek op te trainen. Tien meter – dan wordt een ingooi een soort vrije trap. Dat is per seizoen heel wat goals waard.’
De vrijetrappenvergadering
Maar Deense voetbalfans zien al wel een andere innovatie van Midtjylland terug op het veld: de vrije trappen.
Sinds de overname traint de ploeg intensiever op het nemen van vrije trappen. Ankersen en Benham denken dat voetbalploegen hier te weinig op trainen, terwijl het veel extra doelpunten kan opleveren. Vrije trappen zijn immers ‘stilstaande momenten,’ momenten waarop het dus kan lonen een verrassende choreografie in te studeren.
Elke maand is er een vrijetrappenvergadering, die Ankersen voorzit, en waarin naast de coaches drie spelers zitting nemen. Soms schuift een externe deskundige aan, zoals recent een voormalige speler uit de NFL, de American Football-competitie – een sport die feitelijk een aaneenschakeling van vrije trappen is. In die vergadering worden vrijetrapvarianten geëvalueerd en bedacht.
Het management heeft de coaches specifieke doelen gesteld, wat betreft het netto aantal gescoorde doelpunten uit vrije trappen – dat wil zeggen het verschil tussen doelpunten voor en tegen uit vrije trappen. Deze prikkel zie je terug op het veld.
Afgelopen zondag, in de thuiswedstrijd tegen Esbjerg, kwam assistent-trainer Brian Priske – chef vrije trappen - telkens van de bank als er een vrije trap was, met aanwijzingen voor de variant en om toe te zien op de uitvoering.
De eerste vrije trap mislukte, omdat de trap niet op de goede plek terechtkwam. Bij de tweede keer was het wel raak: Morten ‘Duncan’ Rasmussen kopte binnen.
In de tweede helft volgden nog twee kansen uit de choreografieën uit het Midtjylland-repertoire, waaruit op een haar na werd gescoord.
Gaat het experiment slagen?
Midtjylland won uiteindelijk met 3-0 en is zo weer drie punten dichter bij het doel van de club, om gemiddeld eens in de twee jaar Europees voetbal te halen. Gecombineerd met een slim transferbeleid en verbeterde marketing, moet dat de club weer financieel gezond maken.
Gaat dat lukken met de statistics-first-aanpak?
‘Natuurlijk gaan we ook fouten maken,’ zegt Ankersen. ‘Geen statistisch model is perfect. Maar onze modellen zijn erg goed, en als we ons eraan houden, zullen we minder fouten maken dan andere clubs.’
Hij komt er steeds op terug: alleen als je als kleine club anders werkt dan grote clubs, kun je ze verslaan. ‘En dus niet een beetje anders, maar radicaal anders. We hebben de club opnieuw opgezet vanuit de vraag: hoe zou een club eruitzien, zonder menselijke oren en ogen?’
Natuurlijk blijkt dan snel dat je een zeker menselijk element nodig hebt – al was het maar omdat statistieken (nog) niet alles in het voetbal kunnen vatten. Of omdat alleen mensen kunnen beoordelen of het karakter van een speler past bij de cultuur van de club.
‘Maar als je vanaf het begin zegt, ‘O, je moet een combinatie hebben van statistieken en mensen, een combinatie van kwantitatief en kwalitatief denken, dan word je dus nooit radicaal genoeg om succes te hebben.’
Dit is de les die hij afgelopen december verkondigde op het KNVB-congres in Utrecht, over de toekomst van het Nederlandse voetbal, waar Ankersen de hoofdgast was.
Hij liet de verzamelde Nederlandse voetbaladel een alternatieve ranglijst van de eredivisie zien. Sommige ploegen bleken veel pech te hebben gehad, volgens Ankersens ranglijst, anderen – zoals PEC Zwolle - geluk.
De boodschap: als je beter wilt worden als ploeg, moet je weten hoe sterk je echt bent. En dat weet je niet, als je alleen naar de ranglijst kijkt.
Nederlandse voetbalclubs en statistieken, het is tot nu toe geen gelukkige combinatie. Maar wie weet komt daar verandering in – want Ankersen werd achteraf naar eigen zeggen bedolven door clubs die met hem verder wilden praten. Bij diverse clubs is Ankersen de afgelopen weken langsgeweest voor een presentatie.
Wat een vraag opwerpt: wie wordt het Nederlandse FC Midtjylland?