Dit verhaal is eigenlijk een klucht. Een klucht in drie bedrijven.

Het verhaal: de gemeente heeft al jaren een professionele voetbalclub. Als de club voor de vijfde keer in vijftien jaar tijd in financiële problemen komt,moet de gemeente een oplossing bedenken. De raad besluit de huur te verlagen zodat de club gered wordt van een faillissement. Een klein probleem: de meeste inwoners van de gemeente zijn tegen. De gemeenteraad had bij de vorige redding bovendien beloofd dat dit nooit meer zou gebeuren. En bij de keer daarvoor ook. En die daarvoor.

De locatie: Waalwijk. Een stadje in Noord-Brabant met zo’n 47.000 inwoners, vlak bij de Efteling. Aan een kant begrensd door weilanden en natuur, aan de andere kant door een drukke snelweg en industriegebied.

Tijd: Tussen de lentes van 1996 en 2015.

De hoofdrollen:

Tini –De Penningmeester

Gemeentelijke schatkistbewaarder. Voogd was van 1975 tot 2000 financieel directeur bij de gemeente. Een halfjaar nadat hij stopte bij de gemeente, werd hij penningmeester in het bestuur van RKC. Voogd is voorkomend en ondernemend. Hij draagt een keurig pak met een blauw-oranjelintje op de revers, een koninklijke onderscheiding.

Arie – De Secretaris

Arie de Wit werkte van 2003 tot 2013 als gemeentesecretaris voor de gemeente Waalwijk. Zijn credo: een betaald voetbalorganisatie is een lege huls. Dat zegt hij ook steeds tegen zijn ambtenaren. De Wit kan in vijf minuten alle feiten en gebeurtenissen rond RKC oprakelen, inclusief bedragen. ‘Maar, pin me er niet op vast,’ zegt hij dan.

Ronald – De Wethouder

Bakker is namens de VVD sinds 2012 wethouder van Sociale en Economische Zaken. Hij is een zakenman en wordt wel gezien als ‘bedrijvendokter.’ Bakker is zelf geen voetbalfan, maar zit wel af en toe op de tribune bij RKC.

De bijrollen:

Waalwijkse tegenstanders en een handjevol supporters: 90 procent van de Waalwijkers wil niet dat de gemeente RKC steunt. Ook de groep supporters wordt steeds kleiner. RKC speelt dikwijls in een halfleeg stadion.

Ad Passier: De bouwer van het stadion, investeerder en voormalig bestuursvoorzitter van RKC Waalwijk.

Piet van Steenoven: Oud-wethouder van de gemeente. Leende de club 2,5 miljoen euro in 2003.

Ben hoofdsponsor en suikeroom van de club.

Remco Oversier: Sinds juli 2013 directeur van RKC Waalwijk.

Akte 1. Cowboyjaren en Gloriedagen

Mei 1996: De gemeente Waalwijk heeft sinds 1984 een professionele voetbalclub. Sommige inwoners zijn sceptisch – ‘Professioneel voetbal bij RKC, hoe gaan ze dat ooit financieel rond krijgen?’ – maar de euforie overheerst. RKC komt op tv, speelt tegen Ajax, Feyenoord en PSV.

Tini Voogd: 'We deden mee met de grote jongens, maar hadden niet die uitstraling. Vergeleken met de Kuip of de Arena was het RKC-stadion een kippenhok. ‘De fietsenstalling’ noemden we het. Een knollenveldje met één tribune aan de zijkant. De businesslounge was een oude zeecontainer met een raam, alleen te bereiken via een gammele ladder.’

De ‘Fietsenstalling’ van RKC voldoet niet meer aan de eisen die de KNVB midden jaren negentig Er moet een nieuw stadion komen. Ad Passier, van bouwbedrijf Van Wijnen Zuid, wil het stadion wel bouwen. Hij regelt dat met een telefoontje naar Jan Snoeren, de toenmalig voorzitter van RKC.

‘Hé vriend,’ zegt hij. ‘Hier staat jouw bouwer.’

7 miljoen gulden gaat het kosten. Om de financiering rond te krijgen, leent de club geld van banken en een investeerdersclub genaamd ‘De Bailleur.’ De gemeenteraad besluit unaniem 1,75 miljoen gulden bij te dragen en stelt bovendien grond voor extra parkeerruimte beschikbaar. Een voetbalclub zal Waalwijk op de kaart zetten en is een voorbeeldfunctie voor jongeren, zo denken ze.

Tini Voogd is op dat moment financieel directeur bij de gemeente. Hij staat bekend als de man ‘met de hand op de gemeentelijke knip.’ Hij stelt voor een stichting op te richten waar vertegenwoordigers van alle betrokken partijen zich in verenigen. Stichting Stadion RKC noemen ze het. Voogd is de vertegenwoordiger namens de gemeente. De stichting wordt eigenaar van het stadion en verhuurt het weer aan RKC.

Voogd: ‘Op die manier was iedereen verantwoordelijk. Het was grandioos. Bij de laatste wedstrijd, in mei 1996, hingen we een fiets in de vlaggenmast, bij wijze van afscheid. Vier maanden later stond er een nieuw stadion. Tribunes, een businesslounge, alles erop en eraan.’

Vimeo
Ad Passier (de bouwer, investeerder en later ook bestuursvoorzitter) over hoe hij de klus voor de verbouwing van het stadion binnensleept.

De gemeente koopt het stadion

RKC kan het geld voor de bouw alleen niet opbrengen. De club had gerekend op grote inkomsten van de nieuwe televisiezender maar die vallen weg als de zender stopt. Het geld zou in termijnen aan bouwbedrijf Van Wijnen Zuid betaald worden, maar dat gebeurt niet. Bouwer Ad Passier wordt boos: er moet wel geld komen.

Foto: Frank Trommelen

Voogd: ‘Alle vijf leden van de stichting kregen een brief thuisgestuurd: Passier zou ons persoonlijk aansprakelijk stellen als RKC niet betaalde. We moesten per persoon 1,2 miljoen betalen. Mijn vrouw schrok zich wezenloos, maar – en dat geef ik toe – ik wist dat Passier die stap zou zetten. Ik wist alleen niet wanneer.’

Want, weten Voogd en Passier, de betrokken partijen – banken, investeerders, businessclub en de gemeente – laten hun vertegenwoordigers nooit opdraaien voor de kosten. Vroeg of laat zou een van de partijen wel betalen.

‘Het was gewoon een manier om een beetje druk te zetten. Uiteindelijk was er eigenlijk maar één weg en dat was via de gemeente’

Voogd: ‘Het was gewoon een manier om een beetje druk te zetten. Uiteindelijk was er eigenlijk maar één weg en dat was via de gemeente. De banken hadden zich teruggetrokken, die vonden dat er door het wegvallen van de televisiegelden te weinig zekerheid was dat RKC het geld kon terugbetalen. Dus heb ik het college geadviseerd om het stadion te kopen.’

En: ‘Dat deed ik volledig objectief, in mijn rol als ambtenaar.’

Op 3 februari 2000 gaat de gemeente akkoord met de overname en wordt ze eigenaar van het stadion. Kosten: zo’n 5,5 miljoen euro. Door een paar aanpassingen aan het stadion een jaar later is de gemeente uiteindelijk bijna 9 miljoen euro kwijt. Zelf leent ze geld van de Bank Nederlandse Gemeenten. RKC zou in het vervolg de huur van het stadion aan de gemeente betalen. RKC heet in het vervolg RKC Waalwijk.

Die beslissing zal voor altijd de verhouding tussen de club en de gemeente veranderen. Door de aankoop van het stadion zijn de gemeente en de club onlosmakelijk met elkaar verbonden. Als RKC de huur niet meer kan betalen, is de gemeente daar als verhuurder de dupe van. Valt de club om, dan zit de gemeente met een leeg stadion. De gemeente is afhankelijk van het succes van de club.

Nog geen halfjaar later gaat Tini Voogd met pensioen en treedt hij toe tot het bestuur van RKC. Bewaakte hij eerst de schatkist van de gemeente, nu is hij de financiële man binnen de club. Ook bouwer Ad Passier wordt lid van het bestuur.

Voogd: ‘Natuurlijk, dat kan vreemd overkomen. Maar ik ben als een vrij man gestopt bij de gemeente, en als vrij man begonnen bij RKC. En achteraf is het makkelijk praten. Niemand had toen kunnen voorspellen welke problemen die aankoop zou opleveren.’

Akte 2. Een club gebakken lucht


Augustus 2003. RKC speelt nog geen drie jaar in het nieuwe stadion of nieuwe problemen dienen zich aan. De club heeft te rooskleurig begroot: de verwachte transfergelden komen niet. Het leidt tot een tekort van 4,6 miljoen euro. Er is onmiddellijk geld nodig om überhaupt het seizoen af te kunnen maken. Investeerders zoals Ben Mandemakers zijn bereid 1,5 miljoen euro aan de club te lenen, maar alleen als de gemeente 2,5 miljoen euro bijlegt. Doet ze dat niet, dan gaat de club failliet.

Arie de Wit: ‘De jaren negentig waren natuurlijk de cowboyjaren van de voetballerij. RKC was het Wonder van Waalwijk. Toen ik in 2003 als secretaris bij de gemeente in dienst kwam, had die zes stoelen op de businesstribune. Daar heb ik meteen verandering in gebracht. Die tijden waren voorbij.’

De businesstribune. Foto: Anne Vegterlo

Met een krappe meerderheid besluit de gemeenteraad de club de 2,5 miljoen te lenen. Een voetbalclub draagt toch bij aan de naamsbekendheid. En het heeft een maatschappelijke functie. Bovendien verwacht de verantwoordelijke wethouder Piet van Steenoven dat de grond onder het stadion genoeg op zal leveren, mocht RKC failliet gaan. Veel raadsleden zijn boos: waarom trok de club niet eerder aan de bel? Nu staan we met onze rug tegen de muur, zeggen ze.

Om zulke situaties in de toekomst te voorkomen, wordt een van de raadsleden toezichthouder. Die kan de club een beetje controleren. Toenmalig wethouder Piet van Steenhoven heeft er vertrouwen in. ‘Dit was de laatste keer. En als we hier over een paar jaar weer staan, hebben we het niet goed gedaan,’ zegt hij.

De Wit: ‘Die lening, daar kan ik kort over zijn: dat was niet handig. De gemeente nam een veel te groot risico. Langlopende verplichtingen aangaan met een voetbalclub, dat moet je niet doen. Een betaalde voetbalclub, dat is een lege huls. Gebakken lucht. Altijd afhankelijk van sponsoren, investeerders en kaartverkoop. Het is elk jaar maar weer afwachten of dat er genoeg zijn.’

Door de lening kan de club weer een tijdje vooruit. En, eerlijk is eerlijk, er volgen goede tijden. RKC speelt in het linkerrijtje van de Eredivisie. Het stadion zit vol, de businessclub zit vol. Grote en kleine ondernemers treffen elkaar op de tribunes en sluiten achteraf deals aan de bar. Iedereen wil erbij horen. Ondernemers halen elkaar over geld te investeren in de club.

‘Is dat niks voor jou joh?,’ zeggen ze tegen elkaar. ‘Beetje geld lappen, beetje verdienen. Simpel.’

Vimeo
Tini Voogd (de Penningmeester) over de degradatie van RKC en het aantrekken van een nieuwe trainer eind 2006.

Drie tekortkomingen

Tot die ene fatale wedstrijd in 2007.

De Wit: ‘Wij ambtenaren zeiden dat weleens tegen elkaar: je moet er toch niet aan denken dat de club degradeert. Nou dat gebeurde dus mooi wel. Het scheelde drie puntjes. Drie punten extra en er was niks aan de hand geweest.’

Na de degradatie worden de televisiegelden minder, trekken de sponsoren zich terug en wil zelfs hoofdinvesteerder Mandemakers minder geld geven. Maar de club moet wel de maandelijkse lasten blijven betalen. Kortom, de kas raakt leeg.

Arie de Wit zei het al: een lege huls.

‘Uiteindelijk hebben we als gemeente toegegeven, in de hoop en de verwachting dat ze in de Eredivisie zouden blijven spelen’

RKC stapt weer naar de gemeente. Penningmeester Tini Voogd legt de gemeente nog maar eens uit hoe het zit: doet de gemeente niet mee, dan trekken de investeerders zich terug en gaat de club failliet. Dan hebben jullie het gedaan, zegt hij. Ook de supporters laten van zich horen: een groep van duizend man trekt met fakkels door de stad om de gemeente te laten zien dat de club leeft in Waalwijk.

De Wit: ‘Het waren heel indringende, emotionele gesprekken. Aan de overkant van de tafel zaten de rasechte ondernemers, Mandemakers bijvoorbeeld. Uiteindelijk hebben we als gemeente toegegeven – de club was toen ook inmiddels weer gepromoveerd – in de hoop en de verwachting dat ze in de Eredivisie zouden blijven spelen.’

De gemeente verlaagt de huur van 6 naar 4,5 ton. RKC is immers van groot belang voor de Waalwijkse gemeenschap. En de naamsbekendheid. Lang niet alle Waalwijkers zijn het eens met het besluit, maar de supporters zetten zich in voor de club. De afspraak is dat ze met een inzamelingsactie anderhalve ton bijdragen aan de club. Ze komen tot de helft.

De gemeente besluit dat een onafhankelijke toezichthouder de club gaat controleren zodat dit in de toekomst nooit meer gebeurt. Want het is echt de állerlaatste keer dat de gemeente de club helpt.

Akte 3. Het reddingsplan

Zomer 2014: RKC heeft een onmiddellijk geldtekort van 1,2 miljoen euro. De club heeft de begroting overschreden door de aankoop van een extra speler. Door degradatie aan het einde van seizoen 2014 haken sponsors af en krijgt de club minder media-inkomsten. Bovendien beslist de rechter dat ze een belastingschuld daterend uit 1998 moeten betalen.

Ronald Bakker: ‘Het leek me een beetje een beladen onderwerp, dat RKC. Op mijn eerste werkdag kreeg ik een sleutel van mijn secretaresse: ‘Voor de witte kast op kantoor,’ zei ze. De planken lagen vol mappen met gemeentelijke notulen, overeenkomsten en contracten: het RKC-dossier. De stapel met documenten over RKC was net zo hoog als de dossiers van alle projecten binnen mijn portefeuille bij elkaar.’

De eregalerij. Foto: Anne Vegterlo

Ronald Bakker wordt in 2012 verantwoordelijk wethouder voor RKC. Die documenten in de kast leest hij niet allemaal door. Wat in het verleden tussen RKC en de gemeente is gebeurd, kan hem niet zoveel schelen. Hij zet alleen de huurafspraken even op een rij, gewoon om alles weer even helder te krijgen. Het documentje stuurt hij naar de club ter ondertekening. Hij krijgt niks terug.

Bakker: ‘Luiigheid, dacht ik nog. Maar er bleek iets heel anders aan de hand. De club vond de huurlasten onacceptabel en had bovendien een acuut tekort van 1,2 miljoen euro. Door een oude belastingschuld. Ze hadden ook een extra speler gekocht die niet op de begroting stond. '

De gemeente moet de lasten verlagen. Doen ze dat niet, dan gaat de club failliet.

Bakker: ‘Wat heb ik nou eigenlijk voor positie, dacht ik. Het verlies van die club, daar slaap ik geen nacht minder om. Maar de gemeente is eigenaar van een stadion, dat nog voor 9 miljoen in de boeken staat. Als ik niet akkoord ga, en de club valt, moeten we meteen dat hele bedrag afschrijven. Want wat hebben we nou aan een leegstaand stadion? Dan is onze algemene reserve in een klap op en lopen we het gevaar dat andere projecten niet doorgaan. We stonden met onze rug tegen de muur.’

Vimeo
Ronald Bakker (de wethouder) over het beleid van zijn voorgangers.


En voilà: de nieuwste (allerlaatste) redding

Het reddingsplan van RKC ligt al klaar: diverse investeerders willen geld in de club steken, maar alleen als de gemeente dat ook doet. Bakker gaat akkoord. De gemeente verlaagt de huur van de club van 4,5 naar 3,2 ton en zet de huur van het vorige seizoen om naar een lening. De afspraak is dat RKC, zodra het weer in de gaat voetballen, extra huur betaalt. En dat de onafhankelijke toezichthouder vetorecht krijgt. Ter controle van RKC. Zodat zo’n situatie niet nog een keer

Veel raadsleden reageren emotioneel. Veel Waalwijkers ook. ‘Het was toch de laatste keer,’ zeggen ze. Boze inwoners sturen e-mails en brieven naar de raad. Of ze spreken raadsleden aan op straat. ‘Waar zijn jullie in godshemelsnaam mee bezig?’ krijgt een raadslid te horen in de supermarkt. Of: ‘Er zijn zoveel dingen belangrijker dan RKC,’ en: ‘De club heeft er zelf voor gezorgd dat ze in de problemen kwamen.’ Ondernemer Fried van der Geld spreekt bij een raadsvergadering. ‘Ik hoorde dat de gemeente leningen aan bedrijven verstrekt tegen een zeer lage rente,’ zegt hij. ‘Ik heb drie ton nodig voor mijn onderneming.’ Mag hij even vangen?

‘Waar zijn jullie in godshemelsnaam mee bezig?’ krijgt een raadslid te horen in de supermarkt

Bakker: ‘Het besluit de club te redden was voor mij puur een zakelijke afweging. Ik kon niet anders door de afspraken die in het verleden zijn gemaakt. De gemeente heeft zich met de aankoop van het stadion overgeleverd aan de investeerders. Voor mij was dit een soort crisismanagement.’

‘En laten we niet vergeten: RKC heeft veel voor Waalwijk betekend. Maatschappelijke waarde. Naamsbekendheid.’

Huidig directeur Remco Oversier probeert intussen de club financieel gezond te krijgen door winst af te boeken. Personeelsleden zijn ontslagen, spelerssalarissen zijn omlaag gebracht en via een obligatieplan – 25.000 per obligatie – wil de club nieuwe investeerders aantrekken. De weg naar de gemeente is hopelijk niet meer nodig. Al vindt hij wel dat de club gewoon subsidie zou moeten krijgen. Het Waalwijkse cultuurcentrum De Leest krijgt immers ook geld en RKC betekent net zoveel voor de gemeenschap.

Bakker: ‘Maar voor de gemeente is het echt de laatste keer. Nu is de grens wel bereikt.’

Dit verhaal en de films zijn gemaakt door gastcorrespondenten Anne Vegterlo, Milou van der Zwan en Luuk Ex. Zij maken deel uit van de master Journalistiek van de Universiteit van Amsterdam. Vandaag wordt ook door Argos een reportage uitgezonden over

Wil je op de hoogte blijven van mijn verhalen? Sport is een hypercompetitieve wereld die bol staat van innovatieve en archaïsche ideeën. Je kunt vechten of vluchten voor competitie. In mijn nieuwsbrief houd ik je op de hoogte van de artikelen die ik publiceer voor De Correspondent, deel ik de mooiste sportverhalen uit andere media en geef ik nutteloze feitjes die je kunt doorvertellen in de sportkantine of de kroeg.
Schrijf je hier in voor mijn nieuwsbrief

Lees ook:

Voor de scouts van deze club is het kijken van wedstrijden verboden Als clubs al een data-analist hebben, dan luisteren ze niet naar hem. Bij het Deense FC Midtjylland gaat dat anders: daar heeft de eigenaar een hedgefonds en is de voorzitter een analist. Samen dwingen ze de club om het voetbal statistisch te benaderen. Ook al zegt de ranglijst hen weinig: het team staat fier bovenaan. Lees het verhaal hier terug Deze man pakt de onzichtbare discriminatie in het voetbal aan Het fenomeen is al jaren bekend, toch is er vrijwel niemand die er iets aan doet: sporters die aan het begin van het seizoen zijn geboren, hebben een enorme voorsprong op hun teamgenoten. Ze halen zelfs significant vaker het profvoetbal. Voetbalvader Steve Lawrence, met een zoon in de jeugdopleiding van Ajax, trekt al jaren ten strijde tegen dit onrecht. Een portret. Lees het verhaal hier terug Zo leven de slechtst betaalde profvoetballers van Engeland Luton Town Football Club is een voetbalclub uit de laagste professionele divisie van Engeland. Het verschil met topclubs als Chelsea en Manchester City, waar al het geld en alle aandacht heen gaat, is gigantisch. Newsweek-journalist Simon Akam liep eind vorig jaar twee weken mee en schreef er het hilarische en tragische boek The Club over. Lees de aanbeveling hier terug Hoe Daley Blind de Duitsers aan de wereldtitel hielp In de jaaroverzichten overheerst trots op het Nederlands elftal, dat zomaar derde werd op het WK Voetbal in Brazilië. Toch ging de titel weer naar de Duitsers. In een openhartige bui vertellen de videoanalisten van Die Mannschaft over het geheim achter het Duitse succes. Een geheim dat bij Oranje blijkt te spelen. Lees hier het stuk terug