Minister Ivo Opstelten (Veiligheid & Justitie) moet ook eens durven te zeggen wat de politie niet zal doen. De politie heeft honderden prioriteiten, terwijl de organisatie tegelijkertijd wordt gereorganiseerd en ingekrompen. De politie loopt ‘tegen de grenzen van de mogelijkheden’ aan.

Die harde boodschap brachten politiechef Stoffel Heijsman en Nijmeegs burgemeester Hubert Bruls afgelopen februari bij de presentatie van de jaarcijfers van de politie-eenheid Oost-Nederland. Het was een bijzonder moment: voor het eerst werd er zo openlijk kritiek geuit op het beleid van voormalig minister Opstelten.

Opstelten is inmiddels vervangen, maar alles wijst erop dat zijn opvolger Ard van der Steur zijn beleid voortzet. Terwijl zelfs de Amerikanen hasj en wiet legaliseren en afscheid beginnen te nemen van the war on drugs, gaat de Nederlandse politie verkopers van kweeklampen opjagen. ‘Ik ken mensen die aan wiet of hasj gestorven zijn,’ twitterde Van der Steur in 2012 als Kamerlid.

In de greep van het veiligheidsdenken

Maar wat houdt dat in Nijmegen bekritiseerde beleid dan in? De Nederlandse politiek is al zeker een decennium in de greep van veiligheidsdenken en heeft de bevoegdheden van politie en inlichtingendiensten sterk uitgebreid. Elk maatschappelijk probleem werd een veiligheidsprobleem. De politiek stelde ambitieuze targets op voor politie en justitie, waarin bijvoorbeeld gedetailleerd is voorgeschreven met hoeveel procent inbraken, roofovervallen en recidive moeten dalen. Kweeklampen, wietpassen, caviapolitie, jeugdbendes, high impact crimes, jihadgangers, criminele liquidaties: alles heeft topprioriteit en moet voortvarend worden opgepakt.

Het is in zo’n klimaat begrijpelijk dat de politietop openlijk waarschuwde dat de grenzen van de politie bereikt zijn. Stoffel Heijsman waarschuwde in 2010, destijds als korpschef van Utrecht, al dat er een nieuwe crisis in de opsporing dreigt: de politie lost te weinig misdrijven op. De kosten van opsporing bij de politie stegen tussen 2005 en 2012 met 15 procent procent tot zo’n 2,6 miljard euro. In diezelfde periode daalde het ophelderingspercentage: de Nederlandse politie heldert nu 28 procent minder misdrijven op dan in 2005.

Waarover ik ga schrijven

Daarover schreef ik in november voor De Correspondent Het verhaal ging niet alleen over de dalende ophelderingscijfers, het ging ook over de onbetrouwbaarheid van die cijfers en de manier waarop beleidsmakers ermee goochelen.

Er kwamen zoveel reacties op, dat De Correspondent mij vroeg om een serie verhalen over politie en veiligheid in Nederland. Ik wil daarin onderzoeken op welke terreinen de politie het goed doet, waar het niet goed gaat en hoe het beter zou kunnen. De centrale vraag is: wat kunnen we eigenlijk verwachten van de politie op het gebied van veiligheid?

Gezien de reorganisatieproblemen kunnen we ervan uitgaan dat de politie de komende jaren niet méér boeven gaat vangen. Wat verwachten we dan wel? Nu is de politie in de grote steden een kwart van de werktijd bezig met verwarde personen. Geen taak voor de politie, maar voor hulpverleners. Hoe kan dat slimmer? Wat doen we dan met die vrijgekomen politiecapaciteit?

Minstens de helft van de inspanningen van politie en justitie is nu gericht op de uitzichtloze war on drugs, die al ruim vier decennia woedt. Wat zou legalisering van softdrugs voor gevolgen hebben?

Over deze en andere fundamentele vragen wil ik de komende maanden gaan schrijven. Ik wil daarbij niet blijven steken in kritiek, maar zoeken ook constructieve en creatieve oplossingen, in samenspraak met politiemensen en anderen die zich bezighouden met veiligheid.

De politie is er vooral voor de vorm (en dat is maar goed ook) De ‘meten-is-wetencultuur’ bij de politie leidt tot schijnexactheid, veroorzaakt veel onnodige bureaucratie en zorgt voor perverse effecten. Het zorgt ervoor dat de politie achter makkelijke doelen aangaat en precies rapporteert wat de minister wil horen. Hoe kunnen we de prestaties van de politie intelligenter meten? Lees mijn artikel van vandaag hier Opheldering verzocht: acht op de tien misdrijven in Nederland wordt nooit opgelost Vorige week verscheen het jaarlijkse juichrapport over het functioneren van politie en justitie. Maar onderzoek van gastcorrespondent Bart de Koning laat een heel ander verhaal zien: stijgende kosten, dalende ophelderingspercentages, fictieve politie-eenheden en gegoochel met statistieken zijn slechts enkele van de ongemakkelijke waarheden over het Nederlandse politieapparaat. Lees het stuk hier terug