Wat kan ik de bewoners van dit Afrikaanse dorp vragen over honger en armoede?
Vóór 2016 willen de Verenigde Naties honger en armoede mondiaal halveren. Om te zien hoeveel vooruitgang de bewoners van het Afrikaanse dorp Dickisoni de afgelopen tien jaar hebben geboekt, reis ik naar Malawi. Welke vragen neem ik mee?
Tien jaar geleden bezocht ik samen met fotograaf Jan Banning alle 46 huishoudens in het dorp Dickisoni in Malawi. Dat was in het jaar dat de Verenigde Naties de zogeheten Millennium Ontwikkelingsdoelen vaststelden. De belangrijkste: armoede en honger moesten vóór 2016 worden gehalveerd.
Waarom koos ik destijds voor Dickisoni? Ik zocht een doodgewoon dorp, zoals er in Afrika tienduizenden bestaan. Niet getroffen door oorlog of andere rampspoed. Een doorsnee dorp waar boeren aten wat ze oogsten. Waar mensen in extreme armoede leefden, zoals dat nog steeds normaal was voor een derde van de wereldbevolking.
Toen herinnerde ik me Dickisoni waar ik in 2002 tijdens een hongersnood geweest was. Ik herinnerde me pastoraal werker Epifano Chifumbi die destijds grote indruk op me maakte door de manier waarop hij me met de dorpelingen in contact bracht. Mijn keuze was snel gemaakt.
Tijdens mijn verblijf in Dickisoni, noteerde ik tot in detail wat dat inhoudt: alledaagse armoede. Slapen op een rieten mat, gewikkeld in een lap of een deken, ook als het koud is. Je kinderen van school houden, omdat je geen geld voor pen en papier hebt. Niet naar de gezondheidspost gaan als je ziek bent, want je hebt toch geen geld voor medicijnen. Een groot deel van het jaar niet genoeg te eten hebben.
Armoede betekent ook dat je kans om oud te worden klein is. Het risico is groot dat meerdere van je kinderen sterven voor ze vijf jaar oud zijn. Je drinkt vervuild water en je hebt nooit reserves voor tijden van tegenspoed.
Artikel en foto’s verschenen in het toenmalige maandblad M van NRC Handelsblad onder de kop ‘Het gezicht van de armoede.’ Dat leidde tot een spontane actie van lezers. De opbrengst werd gebruikt om het dorp vijf jaar lang te helpen ontsnappen aan de ergste armoede.
Toen ik in 2010 terugging, was de vooruitgang verbluffend groot. Er heerste vrijwel geen honger meer. Er waren zelfs tekenen van welstand, zoals bakstenen huizen, golfplaten daken, ossenkarren, koeien, geiten en kippen.
Sinds vijf jaar is het dorp weer volledig op zichzelf aangewezen. In het jaar dat de Millennium Ontwikkelingsdoelen moeten zijn verwezenlijkt, reizen fotograaf Jan Banning en ik opnieuw naar Dickisoni. Zijn honger en armoede in Dickisoni bezworen? Of is het dorp weer terug bij af?