Deze Sicilianen zijn zelf maar bootmigranten gaan opvangen (en met succes)
Vandaag vindt er een EU-top plaats over bootmigratie op de Middellandse Zee. In het Siciliaanse dorp Scicli besloot een aantal burgers het anders aan te pakken. De burgemeester is er officieel ‘voogd’ van alle minderjarigen en met hulp van de protestantse kerken begonnen ze er een opvangcentrum. Een verslag.
Ibrahim Dabo (17) zit aan tafel zijn Italiaanse woordjes te leren. Hij wist op zijn twaalfde al dat hij geen menswaardig bestaan in Gambia zou kunnen opbouwen. Zijn broer en hij waren wees geworden en hadden geen geld voor school. En familie die voor hen kon zorgen, hadden ze ook niet meer. ‘Als ik ga reizen,’ dacht hij, ‘leer ik misschien wel meer dan als ik naar school ga.’
En zo begonnen zijn broer en hij op twaalf- en veertienjarige leeftijd aan hun grote reis, die vijf jaar duurde en hen door Senegal, Mali, Burkina Faso en Niger naar Libië voerde.
Ze leefden van klusjes in de bouw en in december 2014 sloot zijn broer een deal met een mensensmokkelaar. Zijn broer had niet genoeg geld voor allebei en bleef zelf achter. Zo kon Ibrahim de overtocht maken. Met een pistool werd hij in de krakkemikkige boot gedwongen. Zo’n honderd mensen volgden. Als je niet aan boord zou gaan, zou je vermoord worden.
Daar hield de ellende niet op. Na een dag op zee schepte de boot water en lekte benzine het dek op. Er brak paniek uit, mensen duwden elkaar. Een man had geen kracht meer en stierf. Redding kwam van een vissersboot die hen naar een marineboot bracht. Zo kwam Ibrahim uiteindelijk op Sicilië terecht. ‘Ik heb gezien hoe mensen werden verhandeld en vermoord. Maar ik heb wel Engels geleerd,’ zegt Ibrahim en hij glimlacht.
Wat willen de migranten?
‘Italië is nu mijn land,’ zegt hij trots. Op de vraag hoe dat voelt, buigt Ibrahim zijn hoofd. ‘Ik heb geen rust, omdat ik niet weet waar mijn broer is. En dat is in Libië geen goed teken. Wat ik het liefste wil, is vrede, liefde en aan mijn toekomst werken.’
Een aantal inwoners begon zich in het najaar van 2014 af te vragen: wat willen de migranten eigenlijk?
Voor het eerst tijdens al zijn omzwervingen had Ibrahim geluk. Hij kwam namelijk in het Siciliaanse Scicli in de opvanglocatie Casa della Culture terecht, waar ze hem precies dat proberen te bieden: opvang, een luisterend oor, hulp bij het zoeken naar zijn broer en een begin van een toekomst in Italië of Europa.
En die opvang komt niet uit de lucht vallen. De inwoners van Scicli zien migranten al jaren komen, in steeds groteren getale. Een aantal inwoners begon zich in het najaar van 2014 af te vragen: Wat willen de migranten eigenlijk? Wat zijn hun verwachtingen?
Dat leidde tot twee nogal radicale stappen.
- De burgemeester van Scicli werd aangewezen als de voogd van de migrantenkinderen, waardoor die nu legaal naar school kunnen.
- De dorpelingen vroegen de kerken om hulp. Zo konden ze een opvangcentrum beginnen waar alles helemaal anders zou gaan.
Opvangen in het centrum van de gemeenschap
En helemaal anders, dat is het. Casa delle Culture staat midden in het in het historische – door UNESCO beschermde - centrum van het stadje. Uitwisseling met de lokale bevolking is cruciaal voor hun welzijn, is de gedachte. Ibrahim kan erover meepraten. Hij heeft inmiddels verkering met een meisje uit Scicli.
Het Casa delle Culture wordt helemaal gefinancierd door de protestantse kerken en kan zo onafhankelijk van de overheid opereren. Het personeelsbestand is ook volledig anders dan in de overheidscentra voor asielzoekers. Om hier te mogen werken moet je Engels, Arabisch of Frans spreken en een relevante opleiding hebben. Het team bestaat zodoende uit een antropoloog, een imam, een geograaf, twee psychologen en een pedagoog.
In overheidscentra, zo legt directeur Giovanella Scifo uit, is het contact kouder: alles staat in het teken van het doorlopen van de procedures en door de grootschaligheid is er weinig ruimte voor persoonlijk contact. In het Casa delle Culture kunnen maar dertig mensen worden opgevangen. De kinderen kunnen maximaal drie maanden blijven, daarna reizen ze door naar andere opvangcentra.
Migratie is onderdeel van het leven
De filosofie van het centrum is pragmatisch: migratie is onderdeel van het leven. Scifo: ‘Als iemand ervoor kiest om zijn land te verlaten, dan is dat een ernstige situatie. Mensen komen omdat ze zich gedwongen voelen te vertrekken. Je kunt migratie nu eenmaal niet stoppen. Beter zorg je ervoor dat je wat aan elkaar hebt.’
Doordat de migranten daar bij zitten, laten we zien dat de migrant ook een mens is met een eigen verhaal en gezicht
Maar er zijn ook mensen in het dorp die het centrum niet zagen zitten. Er was angst dat het toerisme zou worden afgeschrikt. Toch ziet Scifo eigenlijk alleen maar positieve ontwikkelingen: ‘Er worden in het centrum ook debatten en gesprekken georganiseerd, bijvoorbeeld over de Arabische lente en de opkomst van IS. Doordat de migranten daar bij zitten, laten we zien dat de migrant ook een mens is met een eigen verhaal en gezicht. We leren elkaar kennen.’
En wat doen ze met de angst dat er IS’ers tussen de migranten zitten? ‘Dacht je nou heus dat die met een bootje komen? Als ze komen, komen ze met het vliegtuig hoor. Maak je geen zorgen,’ zegt ze lachend.
Vanuit het centrum is intussen een aantal jongeren verder Europa in geholpen. Om zich bij familieleden te voegen, bijvoorbeeld. Van Mediterranean Hope, de kerkelijke organisatie waar dit opvangcentrum deel van uitmaakt, krijgen ze een treinkaartje. De Italiaanse wet staat toe dat migranten zich voegen bij familie elders in Europa. Scifo: ‘We willen een humane doorgang naar Europa bewerkstelligen.’
Het observatorium heeft een oplossing
Tegelijk met de oprichting van Casa delle Culture werd daarom een ‘observatorium’ opgezet op Lampedusa. Het kantoortje bevindt zich in het centrum van het enige stadje op het eiland en herbergt twee vaste medewerkers. Het doel is toezicht houden, omdat de meeste non-gouvernementele organisaties zijn weggetrokken. Het observatorium brengt zodoende verslag uit aan het Europese kerkelijk netwerk, zodat leden daarvan bij hun regeringen kunnen lobbyen voor ‘humanere’ oplossingen.
Wat vindt het centrum dan van Italië, en hoe dat met migranten omgaat? ‘Italië kijkt veel te snel naar de EU voor hulp. Laat ons eerst maar eens een nationaal debat voeren over hoe we hen hier opvangen,’ zegt Paola la Rosa, betrokkene bij het centrum. Italië geeft volgens haar nauwelijks geld uit aan asielzoekers, maar verdient er wel veel aan. De asielzoekers moeten volgens haar beter worden begeleid naar werk. ‘Italië laat ze aan hun lot over waardoor de mensen hier uitgebuit worden. We moeten veel meer geld investeren in het begeleiden bij de integratie. Het is toch bekend dat asielzoekers na twee à drie jaar investeren, zelf ook gaan bijdragen aan de staatskas?’
Paola heeft ook nog wel een oplossing voor de immense drama’s op zee. Mensen zouden op ambassades of aan speciale loketten in landen van herkomst of in de havens aan de Middellandse Zee asielaanvragen moeten kunnen doen. Geen gevaarlijke reizen, geen mensensmokkelaars meer. ‘Julian Assange kon ook een asielaanvraag doen op een ambassade. Maar nu het om zoveel mensen gaat, hebben ze ineens geen recht meer om het zo te doen?’