In deze graphic novel is Libië geel, Syrië roze en alles om Assad rood

Sterre Sprengers
Front-end developer

Het is moeilijk voor te stellen hoe het was om begin jaren tachtig in Libië en Syrië te leven, twee landen die nu sinds de Arabische Lente in puin liggen. Maar dat is precies wat deze graphic novel vertelt. Het is inmiddels een geprezen boek. Terecht.

Ruim 170.000 Fransen hebben deze graphic novel al op hun boekenplank staan. In januari van dit jaar werd hij daar betiteld als Begin maart is de Nederlandse vertaling verschenen en werd hij bij De Wereld Draait Door uitgeroepen tot beste boek van de maand. Sinds twee weken ligt hij op mijn nachtkastje. Eerst heb ik hem verslonden. Daarna ben ik hem langzaam gaan lezen en bekijken. Want De Arabier van de Toekomst is schitterend geschreven en zit propvol details.

Over het (autobiografische) verhaal zal ik niet te veel verklappen. (1978) is geboren in Frankrijk, als zoon van een Franse moeder en een Syrische vader. Als hij een jaar of drie is, verhuizen ze naar Libië. Met kinderlijke verbazing leert hij een wereld kennen waar alles anders lijkt dan in Frankrijk. Moammar Khadafi is nog de Opperste Gids en zijn Groene Boekje is de handleiding voor de samenleving. Daarin staat bijvoorbeeld dat vrouwen en mannen niet tegelijk boodschappen mogen doen en dat privébezit is afgeschaft, waardoor vrouwen altijd thuis moet blijven omdat er anders zomaar iemand anders kan gaan wonen. Als Khadafi nieuwe wetten aankondigt en iedereen verplicht van baan te wisselen, gaan ze terug naar Frankrijk. Om niet lang daarna te verhuizen naar Syrië, waar nog familie van Riads vader woont. En waar Hafez al-Assad aan de macht is.

Over de vorm van strip wil ik al wel een paar dingen verklappen. Is Riad in Frankrijk? Dan is de strip zwart-wit met blauw. In Libië is alles geel. Als ze later naar Syrië verhuizen, is alles roze. Af en toe gebruikt Riad nog een vierde kleur. Soms wat rood, om gevaar echt te laten schreeuwen. En Khadafi is groen, als hij op televisie of billboards op straat te zien is. Hafez al-Assad is zwart-wit. Maar als hij in beeld is, is alles om hem heen rood.

Heel simpel kleurgebruik dus, maar zeer effectief. De kleuren creëren sferen. Het koude Frankrijk, het warme Libië. De landen voelen tijdens het lezen echt verschillend.

De tekenstijl is simpel en leeg, waardoor er letterlijk ruimte ontstaat voor details die context geven. Zoals de buschauffeur die op een gewone stoel zit die met spijkers aan de vloer van de bus is bevestigd. Riads Syrische oma die naar zweet ruikt, dat hij lekkerder vindt dan zijn Franse oma die naar parfum ruikt. Hoe vriendjes op de gang de ene keer met een klappertjespistool spelen en daarna met een echt pistool. En dat zijn vader altijd in een onmogelijke houding op de grond naar Khadafi en Assad op televisie kijkt.

Beknopt wordt de politieke ontwikkeling in de Arabische wereld besproken. Hoe Khadafi eerst probeerde een Arabische federatie op te richten, maar na ruzie met zowel Syrië (omdat Assad geen soenniet was) als Egypte (omdat ze vrede sloten met Israël), het plan omboog tot een Afrikaanse federatie. En hoe in Syrië de alawieten als slaven van de soennieten leefden, tot de alawiet Hafez al-Assad zijn kans greep en die rollen omdraaide. Maar het meeste verhaal zit in de details verscholen. Het leest zo als een luchtige vertelling, met een ernstige ondertoon.

Riad neemt de ruimte om dan weer grote sprongen in de tijd te maken en dan weer een klein detail helemaal uit te bouwen. Precies zoals een kind de wereld ervaart en precies zoals het geheugen werkt. Door die kinderogen wordt de maatschappelijke en politieke situatie in Syrië en Libië geschetst, maar niet veroordeeld. Het biedt een ander inzicht in de oorsprong van een problematiek die we sinds de Arabische Lente allemaal kennen.

Deze graphic novel is het eerste deel uit een serie. In november 2015 wordt het tweede deel verwacht.