Honger is doodnormaal, toont dit indrukwekkende reisverslag

Dick Wittenberg
Correspondent Wereldverbeteraars
Vluchtelingenkamp Makalle in Ethiopië (1984). Foto: Ferdinando Scianna/Magnum Photos/Hollandse Hoogte

Van de zeven miljard mensen die nu leven, is één op de drie ondervoed. Over die ‘ramp van onze tijd’ schreef de Argentijnse schrijver Martín Caparrós het boek Honger. Reizend door arme en rijke landen laat hij zien hoe ‘doodnormaal’ honger is. Een voorpublicatie.

Vorige week Over hoe de hongerwinter een bron van kennis is gebleken voor onderzoekers die wilden weten wat honger precies is. Maar al die kennis over honger heeft er vooralsnog niet voor gezorgd dat honger de wereld uit geholpen is.

Dat wordt wel duidelijk uit het verbluffende boek Honger van , dat binnenkort in het Nederlands verschijnt. Een voorpublicatie.

Elk jaar treffen hongersnoden ongeveer vijftig miljoen mensen. Het lijkt veel, het is veel: het is niets vergeleken met al die mensen die lijden aan structurele ondervoeding.

Structurele ondervoeding is een kil begrip, zo ouderwets, om een situatie te omschrijven die geen indruk meer maakt. Het is niet het drama, de catastrofe, de opzienbarende inval van de ramp, maar de verraderlijke normaliteit van de levens waarin het ontbreken van het nodige voedsel de gewoonste zaak van de wereld is.

De hongersnood is gemakkelijker te verantwoorden: het natuurgeweld, de wreedheid van een tiran, oorlogsrampen. Ondervoeding echter is pure bureaucratie, de banaliteit van het kwaad. En dat is de overgrote meerderheid.

De structurele ondervoeding is chronisch, gladgestreken door de tijd. Het is geen voorval, voor velen is het de normaliteit. Het is niet te zien, maar het is altijd aanwezig. Moeders dragen het over aan hun kinderen, het houdt door de decennia heen stand in de armste landen. In elk geval betreft het ongeveer twee miljard mensen: bijna één derde van alle mannen en vrouwen op de planeet.

Voedselonzekerheid in de strikte zin van het woord

Deze pakweg twee miljard mensen lijden aan wat de bureaucratie voedselonzekerheid in de strikte zin des woords noemt: soms eten ze voldoende, maar ze zijn er nooit zeker van dat ze het zullen krijgen – en soms krijgen ze het ook niet. Het zijn er velen, het zijn verschillenden. Per definitie is eten of niet eten voor hen een schommelende beweging. Een geringe verandering in de levenscondities, het verlies van een baan, een conflict, een klimatologische gesteldheid kan al voldoende zijn voor een persoon, of voor miljoenen personen, om niet meer te weten of ze de volgende dag te eten zullen hebben.

Deze pakweg twee miljard mannen en vrouwen zijn ondervoed. De armsten eten meestal onvoldoende voedzame voeding als vlees, eieren, vis, melk, peulvruchten, fruit en groenten en ze lijden onder de gevolgen daarvan. De precieze betekenis die specialisten aan ongezonde voeding geven, is het gebrek aan bepaalde cruciale voeding die nodig is voor een volledige groei. Daarmee bedoelen ze het ontbreken van de mineralen en vitamines, waardoor het lichaam, ook al krijgt het voldoende calorieën, zich niet ontwikkelt zoals het zou moeten. Dan dient zich de onzichtbare honger aan.

Een van de meest voorkomende gevolgen is bloedarmoede door een gebrek aan ijzer. De helft van alle personen die niet voldoende ijzer binnenkrijgen, lijdt aan bloedarmoede. Er zijn volgens zeggen ongeveer 1,8 miljard mensen die aan de meest verschillende vormen daarvan lijden. Vooral moeders: een op de vijf sterfgevallen van moeders is een gevolg van bloedarmoede. Maar ook het tekort aan vitamine A is een gevolg. Er zijn berekeningen die aangeven dat er jaarlijks een half miljoen kinderen in de wereld blind worden doordat ze niet voldoende vitamine A krijgen, dat er nog veel meer een gemakkelijke prooi zijn voor malaria of rodehond en dat in laatste instantie jaarlijks meer dan 600.000 kinderen onder de vijf hieraan sterven.

Door het gebrek aan jodium in het lichaam van de moeders worden er jaarlijks 20 miljoen kinderen geboren met onderontwikkelde hersenen: het intelligentiequotiënt is uitermate laag. Het gebrek aan zink veroorzaakt motorische achterstand en vatbaarheid voor infecties. De zo dodelijke diarree is veel agressiever in lichamen die niet voldoende zink krijgen. Volgens de Wereldgezondheidsorganisatie sterven hierdoor 800.000 kinderen per jaar. En ga zo maar door.

En ten slotte is er de harde kern van de ongezonde voeding, de meest verdoemden der aarde. Als ook de nodige proteïnen en calorieën ontbreken om de energie weer op te bouwen, verandert ongezonde voeding in ondervoeding. De honger in al zijn glorie: de 800 of 900 miljoen die steeds worden genoemd.

De honger van de allerkleinsten

Maar er bestaan ook rangen tussen hen, verschillen: de honger treft vooral de allerkleinsten. En op de vijf hongerlijders is een kind onder de vijf. De kinderen zijn niet de enigen die dit ten deel valt, maar ze zijn daarnaast wel degenen die het meest te verliezen hebben. Er is een beduidend verschil tussen de honger van een kind en de honger van een volwassene. Een ondervoede volwassene kan zich zonder al te ernstige consequenties herstellen – altijd en wanneer hij het nodige eten kan bemachtigen, natuurlijk. Een kind onder de vijf jaar dat niet voldoende eet, zal de mogelijkheid worden ontnomen om de nodige zenuwcellen aan te maken en zal nooit worden wat hij zou moeten zijn.

De honger van de allerkleinsten is meestal een gevolg van de honger van de moeders. De moeders, de helft van de wereldbevolking, vertegenwoordigen 60 procent van de hongerlijders: in veel culturen wordt het weinige eten op zo’n manier verdeeld dat de mannen meer krijgen dan de vrouwen: de honger van de seksen. Elke dag sterven er driehonderd vrouwen tijdens de bevalling door bloedarmoede. En nog eens duizend kraamvrouwen sterven dagelijks ten gevolge van ander voedselgebrek. Daardoor worden er jaarlijks twintig miljoen kinderen geboren die zich niet volledig hebben ontwikkeld.

Ze beginnen hun leven met een lager geboortegewicht dan normaal en dat zal zo blijven omdat de slecht gevoede lichamen van hun moeders niet voldoende melk produceren. Het is de meest vicieuze cirkel die er bestaat: slecht gevoede moeders voeden hun onderontwikkelde kinderen op. Vanwege hun geboorte, vanwege de eerste maanden zullen veel van deze kinderen nooit opgroeien zoals ze zouden moeten. Hun hersenen zullen zich nooit helemaal ontwikkelen, hun lichamen zullen zwak blijven, vatbaar voor welke ziekte dan ook. De honger van de eerste duizend levensdagen eindigt nooit.

Of hij eindigt voortijdig op wrede wijze. Jaarlijks sterven er meer dan drie miljoen kinderen als gevolg van de honger en de ziektes die door de honger worden geactiveerd, zoals hoesten, diarree, rodehond en malaria. In het leven van een goed gevoed kind zouden dit slechts bijkomstigheden zijn. Drie miljoen kinderen, dat zijn elke dag achtduizend dode kinderen, meer dan driehonderd per uur, meer dan vijf