Het havo 5-examen Economie presenteert dogma’s als de waarheid
Eindexamens, nee, toetsen in hun algemeenheid, ik was al nooit een fan van die zinloze repliceringsexcercities , maar na lezing van het eindexamen havo ben ik ervan overtuigd dat toetsen niet alleen zinloos, maar zelfs schadelijk kunnen zijn.
Leest u even mee.
Opgave 6. De havist krijgt een stuk tekst uit ‘het onderzoeksrapport’ World of Work 2012 van de International Labour Organisation (ILO) te lezen. Na de presentatie van de tekst wordt aan examinanten gevraagd uit te leggen waarom de ‘banencrisis’ in de westerse wereld geen conjuncturele oorzaak heeft. ‘Gebruik het fragment uit het onderzoeksrapport,’ staat te lezen.
Voor wie niet bekend is met het economenlingo: met conjuncturele oorzaak wordt bedoeld dat werkloosheid het gevolg zou zijn van onderbesteding. Consumenten en bedrijven geven te weinig uit; orderboekjes van bedrijven blijven leeg; nieuw personeel blijkt onnodig; oud-personeel overbodig; werkloosheid is het resultaat. Bij conjuncturele werkloosheid zit het probleem aan de vraagzijde van de economie. Er wordt simpelweg te weinig uitgegeven.
Middelbare scholieren moeten dus uitleggen dat onderbesteding niet het probleem is. Dat is nogal een geladen statement, omdat heel wat actuele debatten – stimuleren of bezuinigen? Loonsverhoging of loonmatiging? – gaan over de vraag of werkloosheid door onderbesteding komt of door meer structurele oorzaken.
Het rare is dat het echte ILO-rapport, waaruit het fragment dat studenten gebruiken afkomstig is, juist aanbeveelt om de werkloosheid onder meer te tackelen via een ‘gecoördineerde aanpak om de effectieve vraag aan te jagen.’ Met andere woorden: precies het omgekeerde van wat de havist geacht wordt te betogen.
Waarom wordt dan van de havist verwacht dat hij doodleuk gaat betogen dat de conjunctuur er niks mee te maken heeft?
Het is inmiddels weinig controversieel om te zeggen dat de werkloosheid in de westerse wereld iets te maken heeft met gigantische vraaguitval. Zelfs Mario Draghi, de president van de ECB, geen groot voorstander van conjunctuurpolitiek, zei in een speech dat de werkloosheid een ‘significant conjunctureel component’ bevatte. Overal in de wereld gingen bedrijven op de rem staan, de investeringen namen af, consumentenbestedingen stokten en - tot overmaat van ramp - ook overheden trokken aan de handrem. Gevolg: het aantal vacatures slonk, het aantal werklozen groeide.
Waarom wordt dan van de havist verwacht dat hij doodleuk gaat betogen dat de conjunctuur er niks mee te maken heeft? Zo krijgt het eindexamen wel een erg hoog gebroeders Grimm gehalte.
Gij zult flexibiliseren
Gelukkig biedt het HAVO-eindexamen ook oplossingen voor werkloosheid. In diezelfde opgave 6 voeren de examinatoren een economieleraar op die uitlegt dat er ‘fundamentele maatregelen moeten worden genomen om de werkgelegenheidsgroei gelijke tred te laten houden met de economische groei.’ De economieleraar suggereert ‘flexibilisering van de arbeidsmarkt,’ want ‘er is nu sprake van loonstarheid’ door collectieve arbeidsovereenkomsten. Door de lonen te verlagen kan je de werkgelegenheid aanjagen, want ‘tijdens een economische crisis blijft het afgesproken loon van kracht en ontstaat er een aanbodoverschot van personen met werkloosheid als gevolg.’ Aan studenten de taak de grafiek te kiezen die de leraars logica het beste uitlegt.
Dat de redenering van de economieleraar nauwelijks empirische onderbouwing kent, hindert blijkbaar niet. Zelfs uitgesproken voorstanders van arbeidsmarktflexibilisering als de OESO erkennen dat flexibilisering geen invloed heeft op de werkgelegenheid. ‘The impact of employment protection legislation on unemployment is statistically insignificant,’ concludeerden zij.
En de loonmatiging? Daar heeft het eerder genoemde ILO-rapport ook wat over te zeggen. Op pagina IX lezen we dat ‘het afbreken van collectieve arbeidsovereenkomsten waarschijnlijk een neerwaartse spiraal in lonen veroorzaakt, waardoor het herstel verder wordt vertraagd,’ Totaal het tegenovergestelde van wat in het examen valt te lezen.
Zelfverdedigingscursus economie
Economie is een ingewikkeld onderwerp. Veel vraagstukken in de economie kennen geen eenduidige antwoorden. De Britse econome Joan Robinson schreef ooit dat het doel van een goede economiestudie dan ook niet is om pasklare antwoorden te geven op economische vraagstukken, maar om studenten te leren niet misleid te worden door economen.
Dit eindexamen doet precies het tegenovergestelde. Havisten krijgen een pasklare eenzijdige blik op de economie voorgeschoteld: werkloosheid is structureel; loonmatiging werkt; flexibilisering helpt.
Het vak economie zou idealiter juist moeten dienen als een zelfverdedigingscursus tegen dit soort ideologisch geladen dogma’s.