Op een kwade dag met deadlines en ander ongerief, sloten mijn vriendin en ik onszelf buiten. Beter gezegd: ik sloot ons buiten, want dat was de uitkomst van het gekibbel bij de voordeur. De eerste halte bij dit noodgeval was café De Avonden, waar we werden uitgelachen door de kasteleins Jean Pierre en Michel en werden doorverwezen naar de eigenaar van graveerbedrijf O’Dias, die op het net verbouwde terras – er lagen opeens kussens en houten vlonders om de voorbijfietsende yup te lokken – vorstelijk zichzelf zat te wezen. In de zon hield hij met een schuin oog zijn nering aan de overkant van de straat in de gaten.

O’Dias, voor al uw naamplaatjes, kampioensschalen, wereldbekers en sleutels. Hij hoorde ons verhaal met zichtbare tegenzin aan. Het openbreken van deuren ging veel tijd en geld kosten, bovendien had hij het voor zo’n klus te druk.

‘Ik ben eigenlijk aan het kaarten.’

Foto: Jan Dirk van der Burg
Foto: Jan Dirk van der Burg

Ook had ik, volgens hem, niet zo’n haast met dingen. Hij begon aan een omschrijving van een persoon - ‘die gast’ - waarin ik al snel fotograaf Jan Dirk herkende.

‘Die ja,’ zei hij, ‘die heb me een tijdje geleden gefotografeerd. En nou vraag ik me af waar de foto’s blijven. Want dat heeft-ie beloofd. Weet jij wat ik iedere dag denk als ik in mijn mail kijk?’

Ik schudde het hoofd.

‘Weer niet!,’ dat denk ik dan.’

Ik zei dat Jan Dirk in Oekraïne was, maar dat ik hem snel zou mailen.

‘Goed,’ zei hij. ‘En anders moeten ze hem daar maar neerschieten.’

Foto: Jan Dirk van der Burg
Foto: Jan Dirk van der Burg

‘Waarom neem je hem niet mee?’

We liepen door naar Marcel van Versmarkt Oosterwaal, die altijd voor elk probleem een oplossing heeft.

‘Dus jullie staan nu buiten?,’ informeerde hij met een glimlach. ‘En je kunt er niet meer in? Ik zou natuurlijk de sleutelservice kunnen bellen, maar waarom neem je hem niet mee?’

‘Dus jullie staan nu buiten? En je kunt er niet meer in?’

Hij knikte naar een broodmagere man in een bruin geruit jasje, die dagelijks blikjes Red Bull kwam kopen. Het was Jorrie Giordano Cristofoli, kortweg ‘Jorrie,’ een vijftiger die op de knokkels van zijn ene hand ‘FUCK’ en op die van zijn andere hand ‘OFF!’ had laten tatoeëren.

En zo kwam het dat we even later met Jorrie in ons midden naar huis liepen.

‘Heb je dit vaker gedaan?’ vroeg ik Jorrie, die alvast bezig was een kleerhanger te verbuigen. Jorrie omschreef zichzelf als een ‘vp.’

‘Veelpleger. Ik ben jaren dakloos geweest. Dan moet je jezelf beschermen. Ik heb weleens iemand in de hals gestoken.’

Om een lang verhaal kort te maken: hij klom via de dakgoot onze woning binnen en opende met een triomfantelijke grijns onze voordeur. Nadat we bij Marcel een cadeau hadden gekocht en achtergelaten – Marcel adviseerde een fles rum en een doosje sigaren – waren we ‘vrienden.’

Foto: Jan Dirk van der Burg
Foto: Jan Dirk van der Burg

Vrienden met iedereen

Het was het begin van een geschiedenis met Jorrie.

We streden zij aan zij in ‘team Jorrie’ voor een ‘gratis maaltijd met toebehoren’ bij de maandelijkse pubquiz in café De Avonden, waar we bij het onderdeel ‘geschiedenis’ jammerlijk de mist in gingen. Hij vertelde ons zijn levensverhaal, dat begon bij de geboorte en via drank, drugs, stelen, helen en het verwekken van meerdere kinderen bijna was geëindigd bij een mislukte zelfmoordpoging in een woning in de Pieter Aertszstraat waarbij, nadat hij met een elektriciteitssnoer om de nek van een stoel was gesprongen, het halve plafond naar beneden kwam.

Na het afkicken van de heroïne kreeg hij, net als relatief veel anderen met een ggz-indicatie, een woning in Betondorp toegewezen. Hij voelde zich er, in tegenstelling tot veel van zijn collega’s, meteen op zijn gemak.

Hij verrichtte hand- en spandiensten bij café De Avonden, hield de stoep voor Versmarkt Oosterwaal vrij van troep en hangjongeren en vulde voor een paar tientjes belastingformulieren in van werkloze buurtbewoners.

‘Iedereen krijgt geld terug!’

Hij was vrienden met iedereen en iedereen was vrienden met Jorrie. Zelfs door de bakfietsmoeders uit de koopwoningen werd hij zwaaiend begroet - ‘Hoi Jorrie!’ - waarna hij, als ze uit het zicht waren, altijd even meldde of het hier wel of geen lekker wijf betrof.

Foto: Jan Dirk van der Burg
Foto: Jan Dirk van der Burg

Hij was er blij mee

De vriendschap met Jorrie had soms een dwingend karakter. Zo hield hij maar niet op ons te benaderen voor een door daklozenorganisatie HVO Discus-Querido georganiseerde buurtmaaltijd bij Mike’s Badhuistheater aan het Boerhaaveplein in Amsterdam-Oost.

Hij gooide flyers in de brievenbus, bleef maar bellen en stuurde sms’jes waarin stond hoelaat het begon. We trokken de conclusie dat we aan de organisatie van de maaltijd waren ‘beloofd,’ zodat ze allemaal konden zien hoe goed hij geïntegreerd was in Betondorp.

‘Ik heb Michael al gezegd dat je het gaat afdrukken’

Bij het feest op het Boerhaaveplein trof ik de complete directie van HVO Discus-Querido aan de soep. Sommigen reageerden wat paniekerig, omdat ze niet gewend waren te spreken zonder voorlichter. Jorrie was druk met het verzamelen van zoveel mogelijk bonnen voor gratis drank en stelde fotograaf Jan Dirk en mij tussendoor voor aan zoveel mogelijk hulpverleners die hij liefdevol typeerde als ‘dat lekkere wijf,’ ‘die poot’ of ‘de grote baas.’

Hoogtepunt van het samenzijn was het optreden van zijn ‘collega’ Michael, die zichzelf na een leven vol cannabis en psychoses had hervonden en een gedicht voordroeg dat ‘Vrijheid’ heette.

Ik kreeg de tekst de volgende dag op twee handgeschreven vellen in de brievenbus.

De eerste regel: ‘Heb je al gehoort, over het vrije woord.’

Ook een mooie zin: ‘De vlaggen hangen aan stokken, met vrijheid moet je niet fokken.’

‘Heb je de teksten gevonden?’, vroeg Jorrie me toen ik hem een paar dagen later trof in café De Avonden. ‘Ik heb Michael al gezegd dat je het gaat afdrukken.’

Ik had een geweldig feest mee mogen maken. Hoe hij die avond was thuisgekomen, kon hij niet reconstrueren, wel waarop. Hij tilde zijn voeten omhoog, waaraan een paar glimmende Van Bommel-schoenen zaten. Hoe ze daar gekomen waren, bleef een mysterie dat ik verder niet hoefde te ontrafelen. Het belangrijkste was dat hij er blij mee was.

Foto: Jan Dirk van der Burg
Foto: Jan Dirk van der Burg

Eerdere verhalen uit Betondorp:

Zo herdenkt Betondorp Afgelopen maandag werd in Betondorp een gedenksteen onthuld in herinnering aan in de Tweede Wereldoorlog weggevoerde Joodse Betondorpers. Opvallend genoeg woont tegenover het nieuwe monument iemand die zich de oorlog herinnert als ‘de mooiste tijd van mijn leven.’ Het werd een bijzondere bijeenkomst. Lees hier dit verhaal In Betondorp is het nog net als vroeger (maar rijk word je er niet van) Iedereen bij café De Avonden heeft een nieuwe zonnebril. Bij Arie kunnen mijn vriendin en ik ook een nieuwe krijgen. En zo loop ik de wijk door, op zoek naar de ondernemers van Betondorp. ‘Vroeger, toen iedereen nog gewoon werkloos was, was het hier veel gezelliger.’ Lees hier dit verhaal Zo ziet de kloof tussen hoog- en laagopgeleid Betondorp eruit De Facebookpagina ‘Je bent Betondorp als…’ wil mijn artikelen over die wijk niet meer doorplaatsen. Ze leveren ‘geen positieve bijdrage.’ Ook andere bewoners beschuldigden me van ‘aapjes kijken.’ Op welke knop had ik gedrukt? En wat zegt dit over de veranderende wijk? Lees hier dit verhaal In Betondorp kent iedereen het geheim van de groenteman (en Willem Holleeder) Mijn eerste verhaal over Betondorp ging al snel van hand tot hand in de wijk. Niet iedereen was er blij mee. Of die site niet offline kon? Groenteman Marcel was er al van op de hoogte. ‘Ik hoor alles, maar zelf zeg ik niets. Dat is het geheim van een goede groenteman.’ Lees hier dit verhaal