Hij ziet eruit als een doorsnee twintiger. Spijkerbroek, T-shirt met onopvallende print, sportschoenen. Zijn haar gemillimeterd, op zijn kaken een kort getrimd baardje. Maar kijk hem in zijn doffe ogen en je voelt ogenblikkelijk: deze jonge Syriër heeft te veel narigheid gezien.

We ontmoeten Ghaith aal Fakhri op het dakterras van een hotel in de Zuid-Turkse stad Urfa. Anderhalf jaar geleden vluchtte hij met zijn moeder en zusje uit zijn woonplaats Raqqa. Zijn stad was eindelijk bevrijd van de gehate dictator Bashar al-Assad, maar kreeg er met Islamitische Staat (IS) nieuwe onderdrukkers voor terug.

‘Ze zeiden dat ik een salafi was’

Als hij in gedachten teruggaat naar het begin van de Syrische opstanden in 2011, lichten zijn ogen even op. Hij was nog geen achttien jaar oud, zat midden in zijn examenperiode en werd activist. ‘We hielden een sit-in om de vrijlating te eisen van gevangenen die tijdens een eerdere demonstratie waren opgepakt.’

Het was lastig om medestanders te vinden: ‘Raqqa is geen Veel boeren steunden Assad omdat hij zorgde voor elektriciteit en wegen. Maar dat is het minste wat een president moet doen. Wij wilden vrijheid.’

‘De geheime dienst wilde niet geloven dat we de straat opgingen voor democratie en mensenrechten’

Zijn vader waarschuwde hem voor de consequenties van zijn activisme. In de zeer repressieve jaren tachtig, onder het bewind van Hafez al-Assad, had hij als communist een aantal jaar vastgezeten. Vanwege zijn slechte gezondheid werd hij vrijgelaten, maar echt vrij was hij nooit meer. Het jaarlijkse bezoek van de geheime dienst zorgde voor zoveel angst, dat hij zich nooit meer tegen het Syrische regime durfde uit te spreken.

Het had op de jeugdige Ghaith weinig invloed. Samen met zijn vrienden wilde hij ervoor zorgen dat de grootschalige protesten in Deraa en Homs ook naar Raqqa overwaaiden. Zo ver wilde het Syrische regime het niet laten komen. Na de sit-in werden 73 demonstranten opgepakt, waaronder Ghaith.

20 mei 2013: Burgers van Raqqa trekken door de straten om te demonstreren tegen het bloedbad in Homs. Foto: Ghaith aal Fakhri

‘De eerste dag werden we in een ondergrondse gevangenis gegooid. Daar ben ik ook gemarteld. Ze sloegen mij met stroomkabels en zeiden dat ik een was. De geheime dienst wilde niet geloven dat we de straat op gingen voor democratie en mensenrechten. Een dag later gooiden ze ons in de ergste politiecel die ze hadden, vol met verkrachters en pedofielen. Ik was de jongste daar. Na zeventien dagen kwamen we vrij, dat was op een dinsdag en op vrijdag had ik mijn examen.’ Ghaith vertelt het met een flauwe glimlach. Ondanks zijn jonge leeftijd wilde hij niet laten zien dat hij bang was voor het Syrische regime.

IS-vlag op gezichtsafstand

Op straat in Urfa stoot Gaith ons aan. Een tweetal mannen met lange zwarte baarden, gekleed in witte djellaba’s loopt voorbij. ‘Ze zijn van IS,’ Het lijkt wat overtrokken, toch niet iedere baarddragende moslim is lid van IS? Kunnen zij zomaar rondlopen in deze moderne Turkse stad?

Juni 2013: Ghaith aan het werk als media-activist. Hier filmt hij clashes tussen het regime en de oppositie. Foto: Ghaith aal Fakhri

Tot Ghaith ons wijst op het van IS-strijders die vorig jaar in Urfa een gematigde Syrische rebellenleider wilden ontvoeren. De poging mislukte, maar toonde wel aan dat IS actief was in Turkije.

Vijftig kilometer zuidelijker, in het grensdorpje Akçakale, zien we tot onze verbazing hoe dicht IS bij Turkije zit. De zwarte IS-vlag is overduidelijk zichtbaar. Een militaire wachtpost, een paar stroken niemandsland en veel prikkeldraad scheiden ons van het Syrische grensdorpje dat in handen is van Islamitische Staat.

Smokkelaars vertellen ons dat IS en een aantal corrupte Turkse politieagenten volop meeprofiteren van de vele Syriërs die illegaal de grens oversteken. Wanneer we iets te lang met een inwoner bij de grens praten, scheurt een pantservoertuig van het Turkse leger op ons af. Een tweetal bebloede jongens worden voordat ze onze richting op komen.

Ruw worden we beetgepakt, maar wanneer de militairen horen dat we Engels spreken laten ze ons lopen. Opgelucht vervolgen we onze weg in Akçakale, maar dat is buiten de politie gerekend. Een paar minuten later stopt een wit busje naast ons, twee agenten in burger vragen naar onze papieren. Eenmaal op bureau worden alle foto’s gewist, na het ondertekenen van een verklaring mogen we gaan.

Het voorval verbaast Ghaith niet. Turkije wil geen pottenkijkers aan de grens. Volgens de activist is Turkije medeverantwoordelijk voor het ontstaan van Islamitische Staat in Syrië. ‘De jihadi’s konden gewoon afreizen naar Raqqa, niemand

Protesteren tegen IS in Raqqa

Het standbeeld van Hafez al-Assad wordt omver getrokken op het centrale plein van Raqqa. Deze foto is afkomstig van de Facebookpagina Media Centre for Raqqa Rebels, waarvoor Ghaith een tijd werkte.

In maart 2013 was de stemming nog hoopvol in Raqqa. Voor het eerst was er een provinciehoofdstad veroverd op Assad. Burgers gingen de straat op en haalden samen met het gouden standbeeld van Hafez al-Assad omver. Voor Ghaith en een aantal vrienden was het tijd om de bevolking te onderwijzen over het belang van eerlijke verkiezingen. Ze richtten de burgerrechtenbeweging Our Right Movement op.

Van die liberale geluiden moesten de rebellen van IS niks hebben. Die vinden verkiezingen Ghaiths beweging wordt in de gaten gehouden. ‘Ze ontvoerden drie activisten, sloten ze een paar dagen op en lieten ze toen weer gaan,’ zo vertelt Ghaith. Wanneer in juni 2013 een tiental moedige moeders via een sit-in aandacht vraagt voor het lot van hun zonen die gevangen waren genomen door IS, legt Ghaith dit vast op ‘Het was het eerste protest in Syrië tegen IS,’ zo laat Gaith niet zonder trots weten.

De demonstratie eindigde bij het hoofdkwartier van de islamitische rebellen in Raqqa, waar ook een gevangenis is gevestigd. ‘Ik heb daar ongeveer twee minuten gefilmd toen een paar strijders mij probeerden te pakken. Gelukkig gingen de demonstranten om mij heen staan.’

16 mei 2013: Ghaith (tweede van rechts) zij aan zij met zijn vrienden bij de begrafenis van de dokter Mohammed Saado. Foto: Ghaith aal Fakhri

Het was de zoveelste waarschuwing. Wanneer IS-strijders begin 2014 een inzetten op alle nog aanwezige islamitische rebellengroepen in Raqqa, komt Ghaith acht dagen lang zijn huis niet uit. De stad was veranderd in één groot slagveld. Van de tientallen activisten van Haqqunais bijna niemand meer over, samen met zijn zusje en moeder vertrekt ook Ghaith uit Raqqa.

Het doet hem pijn dat hij zijn land heeft verlaten. ‘Ik heb mijn idealen niet verloren, maar wat kan ik hier doen in Wij bepalen niet langer de toekomst van ons land, dat doen

Deze serie verhalen wordt mede mogelijk gemaakt door het voor journalisten van Free Press Unlimited.

De oorlog in Syrië brengt de Koerden dichter bij elkaar Reizend langs de grens leggen gastcorrespondenten Huib de Zeeuw en Tan Tunali vast welke impact de Syrische oorlog op Turkije heeft. In deel 1 van de serie: de dilemma’s rond een Turks-Koerdische strijder/terrorist. Lees het stuk hier terug Waarom helpt Turkije islamitische rebellen in Syrië? Een zoektocht langs de grens Waar westerse landen in Syrië alleen strijden tegen IS, vecht NAVO-partner Turkije vooral tegen het Assadregime. Ook het aan Al-Qaeda gelieerde Al-Nusra ontvangt steun. Waarom doet Turkije dit? Gastcorrespondenten Huib de Zeeuw en Tan Tunali reizen langs de Turks-Syrische grens op zoek naar het lokale perspectief. Een vooruitblik. Lees hier het openingsverhaal van de serie terug Mini-docu: Een dag uit het leven van een sluipschutter tegen IS Op weinig plekken was de strijd tegen Islamitische Staat zo heftig en langdurig als in de Syrische grensstad Kobani. Daar heroverden de Koerden langzaam hun straten op de terreurbeweging. Filmmaker Reber Dosky trok erheen en maakte voor ons een uniek portret van een sluipschutter die ten strijde trekt tegen IS in een gehavende stad. Kijk hier de film