Kijktip: een robotwedstrijd waar de toekomst wordt uitgevonden

Vandaag en morgen vindt in Californië een internationaal robottoernooi plaats, georganiseerd door het Amerikaanse defensieonderzoeksinstituut DARPA. De robots moeten reddingswerk in een rampgebied verrichten. Uit een eerdere wedstrijd kwam Googles zelfrijdende auto voort.
Vanmiddag om 16.00 uur onze tijd begint in Pomona, Californië een tweedaagse competitie rampenbestrijding waaraan 25 robots uit zeven landen meedoen.
Het is een soort octathlon, waarbij de robots de volgende handelingen moeten uitvoeren:
- Een voertuig besturen.
- Zich een weg door puin banen.
- Puin ruimen dat een toegang blokkeert.
- Een deur openen en een gebouw in gaan.
- Een ladder beklimmen en een noodbrug oversteken.
- Gereedschap gebruiken om een stuk beton te slopen.
- Een kraan lokaliseren bij een lekkende pijp en deze dichtdraaien.
- Een brandweerspuit aansluiten op een pijp en de kraan opendraaien.
Elk onderdeel levert punten op. Onder de winnaars wordt 3,5 miljoen dollar aan prijzengeld uitgekeerd.
Met dank aan Defensie

Het is de moeite om even af te stemmen op dit toernooi. De organisatie is in handen van DARPA, dat in 2004 en 2005 autoraces hield voor zelfrijdende auto’s door de Mojavewoestijn. Bij de wedstrijd in 2004 haalde geen enkele auto de finish. Maar bij de competitie het jaar erop won een team van Stanford University onverwacht en glansrijk. Uit hun auto ‘Stanley’ (een omgebouwde Volkswagen Touareg) kwam al snel de zelfrijdende auto van Google voort.
DARPA heeft eerder bijgedragen aan grote technologische vernieuwingen. De organisatie werd in 1958 opgericht in reactie op de onverwachte lancering van de eerste Spoetniksatelliet door de Sovjet-Unie. ‘Strategische verrassingen voorkomen en creëren,’ luidt de doelstelling van dit militaire onderzoeksinstituut.

In de jaren zestig hielp het instituut (toen ARPA geheten) de communicatie tussen computers een reuzenstap vooruit met de ontwikkeling van het zogeheten TCP/IP-protocol, waarvan het huidige internet nog steeds gebruikmaakt.
Daarna kwam dus de robotauto, en op eenzelfde manier moet het toernooi van komende dagen een impuls geven aan onderzoek naar mensachtige robots. Voor de winnaar ligt behalve prijzengeld een toekomst vol media-aandacht en geïnteresseerde investeerders in het verschiet.
DARPA zelf krijgt op deze manier zicht op hoogstaande technologische kennis die onderzoeksinstituten in binnen- en buitenland herbergen: een veilig idee voor Washington. Jaarlijks budget van DARPA is zo’n drie miljard dollar.
Een stofzuiger voor elk rampgebied
Het terrein van de komende wedstrijd is geïnspireerd op het rampgebied rond het Japanse Fukushima, waar in 2011 een kerncentrale scheurde als gevolg van een tsunami. De robots moeten kunnen helpen en werken op plekken die moeilijk of niet toegankelijk zijn voor mensen.
De kamers van mijn kinderen zien er nu eenmaal ook uit als een rampgebied
Professor Seth Teller, die namens het Massachusetts Institute for Technology meedoet met een team, verwacht dat deze competitie net als eerdere Defensieprojecten een impuls zal geven aan huishoudelijke elektronica. Zoals robotstofzuigers: ‘De kamers van mijn kinderen zien er nu eenmaal ook uit als een rampgebied.’
Een vreemde gedachte is dat niet: het bedrijf iRobot begon als producent van militaire robots (onder andere mijnenvegers) en leverde ook een hand voor een van de robots die komende dagen in Californië deurklinken moeten indrukken en aan kranen moeten draaien. Maar het is bekender van zijn gerobotiseerde hulpje in de huishouding: in de afgelopen paar jaar heeft het wereldwijd zo’n tien miljoen Roomba-robotstofzuigers verkocht.
De grootste talenten zijn van Google

Sommige teams ontwikkelden hun eigen robots helemaal zelf. Andere schreven software voor de onder toeziend oog van DARPA ontwikkelde robot Atlas van het bedrijf Boston Dynamics (waar iRobot een van de handen voor ontwikkelde).
Een belangrijke deelnemer op de achtergrond van dit toernooi is Google, dat in 2013 acht roboticabedrijven opkocht, waaronder het bedrijf dat de voorrondes voor deze wedstrijd zou winnen, het Japanse Schaft Robotics (zie de Schaft aan het werk in de video bovenin).
Maar de robot doet gek genoeg niet mee: na geruchten dat Google zich niet wilde inlaten met financiering door Defensie, werd Schaft een jaar geleden door het bedrijf teruggetrokken uit de competitie. Intussen werken er meerdere teams met de Atlasrobot van Boston Dynamics, een bedrijf dat in 2013 óók in handen kwam van Google.
Twee armen, twee benen

Een groot verschil met de autoraces die DARPA eerder organiseerde, is dat de robots die nu met elkaar strijden, zichzelf niet besturen. Ze worden draadloos aangestuurd door menselijke teams. Om de situatie in een rampgebied na te bootsen, zal wel af en toe het dataverkeer van en naar de robot worden afgeknepen.
Wat deze wedstrijd vooral interessant maakt, is de verscheidenheid aan handelingen die de robots moeten beheersen. De meeste vormen van kunstmatige intelligentie kunnen maar één ding: of schaken, of vertalen, of autorijden. Deze multidisciplinaire wedstrijd duwt de robots een stapje verder in de richting van wat ‘Algemene Kunstmatige Intelligentie’ wordt genoemd, waarbij de mens in ál zijn (denk)vermogens wordt geëvenaard of overtroffen.
Dat de robots moeten kunnen functioneren in en met apparaten die voor mensen zijn ontwikkeld, is de reden dat alle deelnemers humanoïde zijn: het zijn tweearmige tweevoeters van circa twee meter hoog.
Een deur openen is moeilijker dan schaken
Het is op het eerste gezicht een gek idee dat (ro)bots eerder iets schijnbaar ingewikkelds onder de knie hebben gekregen als schaken op grootmeesterniveau, dan basale handelingen als lopen over een onregelmatig oppervlak of een knop omdraaien.

Maar bepalen welk schaakstuk waarheen verplaatst moet worden om van Garry Kasparov te winnen, is ‘slechts’ een vorm van vergaand rekenkundig inzicht - datgene waar computers (letterlijke vertaling: rekenaars) voor gebouwd zijn.
Iets zien, daarna vastpakken en verplaatsen of draaien: dat is een combinatie van menselijk denk-, kijk- en motorisch vermogen dat kunstmatig intelligente technologie nog nauwelijks weet na te bootsen. Terwijl elke kleuter dat kan. Dit wordt wel de paradox van Moravec genoemd.
Organisator Gill Pratt van DARPA waarschuwt het publiek van vandaag en morgen dan ook geen wonderen te verwachten: ‘Mijn verwachting is dat de robots langzaam zullen zijn. Wat we op dit moment zoeken is dat de teams het zo goed doen als een kind van ongeveer één jaar oud.’
Met vallen en opstaan dus. En toch is het een spannend moment. Want kenmerkend aan robots is dat als ze iets eenmaal een beetje kunnen, ze er vaak binnen de kortste keren evengoed of beter in worden dan mensen. In elk geval was dat zo bij schaken, het spelen van Jeopardy! en bij navigeren in het verkeer. Of het voor iets veelzijdigs als reddingswerk opgaat, zal de toekomst uitwijzen. Maar wie weet hoe snel deze eenjarigen tot wasdom komen, als ze hun eerste wedstrijd eenmaal gewonnen hebben.