De ironie is: wij lenen aan de Grieken om onszelf te betalen
Griekenland onderhandelt momenteel met Europa en het Internationaal Monetair Fonds over 7,2 miljard euro aan hulpgelden. De vrees is dat het land anders failliet gaat. Het probleem is: een nieuwe lening wordt vooral gebruikt om eerdere schulden af te lossen. Hoe komt het land uit die spiraal?
In de Slag aan de Somme zat nog meer schot dan in het oplossen van de Griekse schuldencrisis. Voor de zoveelste keer onderhandelen Griekenland, Europa en het Internationaal Monetair Fonds (IMF) – voor de zoveelste keer lopen die onderhandelingen vast.
De Griekse premier Alexis Tsípras gaf maandag in de Franse krant Le Monde een indruk van de sfeer. Zijn onderhandelingspartners zouden ‘absurde eisen’ op tafel leggen en ‘een totale onverschilligheid’ tentoonspreiden.
Minister van Financiën Jeroen Dijsselbloem (PvdA) gaf ondertussen aan dat de Grieken niet op coulance hoeven te rekenen. ‘De bottom-line is dat we elkaar niet halverwege tegenkomen,’ zei hij in een interview met RTL Z. ‘Het pakket dat we met deze regering afsluiten, moet even stevig zijn als het pakket dat we met de vorige regering afsloten.’
Persbureau Bloomberg berichtte nog dat de Duitse minister van Financiën Wolfgang Schäuble inmiddels de optie openhoudt dat Griekenland een parallelle munteenheid invoert, mochten de onderhandelingen falen. Geruchten over een Griekse exit uit de euro doen zo ongeveer al de ronde sinds Homerus blind werd, maar toch.
Geld om leningen terug te betalen
Griekenland onderhandelt met zijn crediteuren over het vrijgeven van 7,2 miljard euro aan hulpgelden. Dat geld is hard nodig: er staan een paar grote betalingen op de planning. Vrijdag moet Griekenland 300 miljoen euro overmaken aan het IMF, in de twee weken erna moeten de Grieken nog eens 1,2 miljard euro aan het IMF gireren.
Met het nodige kunst- en vliegwerk wist de Griekse overheid tot nog toe aan alle verplichtingen te voldoen
Met het nodige kunst- en vliegwerk wist de Griekse overheid tot nu toe aan alle verplichtingen te voldoen (onlangs dwong ze lokale overheden nog hun geld bij de centrale overheid te deponeren). Maar de trukendoos is leeg - alle partijen erkennen dat Griekenland zonder hulp nog deze maand failliet zal gaan.
Het probleem is dus: Griekenland heeft geld nodig van zijn geldschieters om diezelfde geldschieters te betalen. En zo gaat het al even. De indruk bestaat dat we vooral de Griekse overheid hebben gered, dat ons geld wordt gebruikt om de dikke ambtslagen in Griekenland te financieren. ‘Dankzij de [Europese] financiering die Griekenland niet van de financiële markten kon krijgen, bleef het in staat zijn publieke voorzieningen overeind te houden [...] om zijn dokters, zijn politie, zijn pensioenen te betalen,’ aldus Luis de Guindos, de Spaanse minister van Financiën.
Het is een deel van het verhaal. Van alle noodhulp die sinds 2012 is uitgekeerd, zo becijferde de Griekse econoom Yiannis Mouzakis, werd het gros gebruikt voor aflossingen en rentebetalingen, niet voor het betalen van overheidspersoneel. Van de 226,7 miljard euro aan leningen die sinds mei 2010 naar Griekenland zijn gegaan, werd slechts 27 miljard gebruikt voor het financieren van de Griekse overheid.
Dat geeft te denken. De ‘redding van Griekenland’ had evengoed ‘de redding van het Europese bankwezen’ kunnen heten. In een alternatieve geschiedenis hadden we Griekenland in 2012 failliet kunnen laten gaan, Europese banken laten afschrijven op hun slechte leningen, deze banken bankroet laten verklaren en niet de Grieken, maar de banken te hulp schieten.
Zouden we het dan nog steeds over ‘de Grieken redden’ hebben gehad?
Griekenland is bezuinigingsmoe
Dan zouden ook de onderhandeling nu niet zijn vastgelopen. In een column schreef Yanis Varoufakis, de opzij gezette Griekse minister van Financiën, vorige week dat zijn regering bereid was de belastingdienst te verzelfstandigen, staatsbedrijven te privatiseren en markten te liberaliseren. Het breekpunt: van zijn schuldeisers moet Griekenland ook meer bezuinigen. Als het aan Europa en het IMF ligt, moet Griekenland nogmaals korten op zijn pensioenen en de btw op energie en water verhogen.
Daar heeft de Griekse regering weinig trek in. Er is de afgelopen jaren al veel gesneden in het Griekse pensioenstelsel. De totale uitgaven aan pensioenen stegen weliswaar - door de hoge werkloosheid zijn veel mensen met vervroegd pensioen gegaan - maar het individuele pensioen is drastisch gedaald. Uit een analyse van belastinggegevens van twee Griekse economen blijkt dat pensionado’s hun inkomen tussen 2008 en 2012 met 18,9 procent zagen afnemen.
De btw is de afgelopen vier jaar al drie keer verhoogd. Het zal bovendien de Syrizasocialisten tegen de haren in strijken. De belastingverhogingen van de afgelopen jaren hebben relatief de grootste impact gehad bij de lagere inkomens. De Griekse economen Tassos Giannitsis en Stavros Zografakis rekenden voor dat de minst verdienende 50 procent van de Grieken zijn belastinglast tussen 2008 en 2012 met 337,7 procent zag toenemen, voor de meest verdienende 50 procent was dat 9 procent.
De bredere context is dat Griekenland in de afgelopen jaren al in een ongeëvenaard tempo heeft moeten bezuinigen. Geen enkel land in Europa heeft zulke draconische bezuinigingen doorgevoerd. En dat heeft effect gesorteerd: sinds 2014 heeft Griekenland een primair overschot op de begroting. Dat wil zeggen: als je rentebetalingen aan schuldeisers buiten beschouwing laat, dan komt er al meer belasting binnen dan de overheid uitgeeft. Op zich goed nieuws, maar de economische gevolgen zijn enorm geweest. De operatie is geslaagd, maar de patiënt is overleden.