Bij deze Engelse voetbalclub is onervarenheid een pre

Michiel de Hoog
Correspondent Sport
Marinus Dijkhuizen. Foto: Laurens Lindhout / Hollandse Hoogte

Marinus Dijkhuizen is trainer geworden van Brentford, een club die net als het Deense FC Midtjylland zwaar leunt op statistische modellen - en ook de keuze voor Dijkhuizen erop baseerde. Dat Brentford anders dan anders is, zal de Nederlander snel merken.

Afgelopen maandag werd de Nederlander Marinus Dijkhuizen aangesteld als trainer van de Engelse voetbalclub Brentford. Een opmerkelijke aanstelling: Dijkhuizen is waarschijnlijk de eerste coach ter wereld die zijn baan te danken heeft aan data-analyse.

‘Ze waren op basis van statistieken bij me uitgekomen,’ zei Dijkhuizen in een met de website van zijn zaakwaarnemer over Brentford.

Precies met welke statistieken ze op Dijkhuizen uitkwamen, is nog niet bekend. Maar vrijwel zeker lijkt de werkwijze van Brentford op die van FC Midtjylland, de Deense club waar ik recent over De clubs hebben dezelfde eigenaar, de sportgokker Matthew Benham, en baseren hun beleid op diens statistische modellen.

Benham - en dus ook Midtjylland en Brentford - kijkt met die modellen naar de prestaties van voetbalclubs, en zoekt zo naar geschikte spelers. Als clubs goed uit het model komen, is dat voor Benham een aanwijzing dat er interessante spelers bij die clubs rondlopen. Zo kwam Midtjylland bijvoorbeeld de Finse voetballer Tim op het spoor. (Voor een vollediger uitleg: zie het stuk over Midtjylland.)

De prestaties van Dijkhuizens voormalige club Excelsior zijn ook goed uit het model van Benham gekomen. In het model van mijn frequente coauteur Sander IJtsma – enigszins vergelijkbaar met het model van Benham - komt Excelsior ook goed naar voren. Zie hier de prestatie van Excelsior wat betreft kansenverhoudingen, gecorrigeerd voor kwaliteit.

(Bron: Sander IJtsma/Opta)

De club deed het dus maar iets slechter dan het hoger geëindigde Groningen en Willem II, en een plaats hoger dan het eindigde in de eindstand van de Eredivisie (15de).

Een zichtbare coach

Ofwel: Excelsior presteerde met een begroting uitstekend. Maar komt dat door Dijkhuizen?

Kennelijk denkt Brentford van wel. Op de zei Rasmus Ankersen - technisch directeur bij Brentford, voorzitter van Midtjylland - het zo: ‘We wilden een open-minded coach, die heeft aangetoond dat hij resultaten behaalde door anders te denken.’

Denkt Dijkhuizen anders? De data bieden daarvoor aanwijzingen. Dijkhuizen liet zijn ploeg een ander spel spelen dan alle andere Eredivisieclubs. Verstandig, want als je hetzelfde spel als de rest van de Eredivisie probeert te spelen – maar dan met slechtere spelers – zul je degraderen, zoals Dordrecht merkte.

In de onderstaande grafiek zie je hoe Excelsior afwijkt: de ploeg zakte ver terug op eigen helft, en zette weinig druk op de tegenstander. Het wachtte geduldig op een fout, om vervolgens snel te counteren. Het deed dat zo consequent, dat de ploeg een uiterste is in de de grafiek - de hand van de coach zichtbaar in de data.

(Bron: Sander IJtsma/Opta)

Het einde van de dictator

Ankersen zei op de persconferentie dat uit de sollicitatiegesprekken bleek dat Dijkhuizen openstaat voor innovatie. Dat komt goed uit, want bij Brentford maken ze er een sport van om vernieuwend te werk te gaan.

Zo zal Dijkhuizens rol bij Brentford een stuk kleiner zijn dan die van zijn evenknieën bij andere Britse clubs. In Groot-Brittannië heet de functie die we hier kennen als trainer-coach ‘manager’, en de manager gaat niet alleen over de opstelling maar ook over het aankoopbeleid. Een zeer belangrijk persoon dus.

Maar Brentford - net als sommige clubs - begint hiervan af te wijken. Waarom zou je het beleid door één man laten bepalen? Veel te riskant. Brentford zocht geen manager-dictator, maar een coach, eigenaar Benham daarom in Sports Illustrated.

‘Er zou niemand moeten zijn die de almachtige dictator is. Het idee is simpelweg om veel, heel veel slimme mensen te betrekken bij de club, om veel debatten en interactie te hebben, en altijd te kijken hoe we beter kunnen worden.’

Wat dat betekent? Dijkhuizen heeft inspraak, maar geen vetorecht als het gaat om transfers. Zelfs op het trainingsveld is hij niet soeverein: voor vrije trappen en corners heeft Brentford een aparte coach. En tijdens wedstrijden weet hij dat het management meekijkt. In de rust zal Dijkhuizen sms’jes krijgen hoe het team volgens die statistieken heeft gepresteerd. Het staat hem vrij iets met die sms’jes te doen of niet, zei Ankersen. Maar structureel niets doen met die gegevens, lijkt geen optie.

Ankersen en zijn mede-technisch directeur Phil Giles – een statisticus – vatten in een recent video-interview (drie dagen voor de benoeming van Dijkhuizen) de rol van de trainer bij Brentford zo samen: ‘De manager zal worden beoordeeld op zijn vermogen om de ideeën van de club [Benham, Giles en Ankersen, MdH] uit te voeren.’

Youtube plaatst cookies bij het bekijken van deze video Bekijk video op Youtube
Interview met Ankersen en Giles op Brentfords YouTubekanaal.

De ranglijst is irrelevant

Zo is er nog meer waaraan Dijkhuizen zal merken dat hij bij een onconventionele, experimentele club werkt. Zijn baan zal bijvoorbeeld niet afhankelijk zijn van de stand op de ranglijst.

Voetbal, zo denkt Benham, is een sport waarin de betere ploeg niet altijd wint. De rol van toeval is vrij groot. Over een langere termijn kunnen onderliggende prestaties en resultaten ver uiteenlopen, waardoor de ranglijst vaak liegt. In plaats daarvan hanteert Benham een eigen ranglijst, die hij samenstelt op basis van zijn .

En aan de plek van Brentford op die ranglijst verbindt Benham conclusies. Afgelopen februari ontsloeg Brentford de populaire coach Mark Warburton, terwijl de club vijfde op de ranglijst stond. Vijfde - dat leek nu juist extreem goed, want Brentford was het jaar daarvoor gepromoveerd. Stel je voor dat NEC – afgelopen maand gepromoveerd naar de eredivisie – volgend jaar februari vijfde staat. Is het dan denkbaar dat de trainer wordt ontslagen?

Toch is dat wat Brentford deed. Volgens Benhams model stond Brentford op dat moment niet vijfde, maar elfde. Ergo: Warburton had geluk gehad, en Benham handelde ernaar, hoe dat ook was. Mark Warburton was de eerste coach ter wereld die zijn ontslag te danken had aan een statistisch model.

Onervarenheid als pre

De radicale lak aan conventies die Brentford tentoonspreidt heeft nog een gevolg: zo’n beetje elke speler of coach in Europa is een potentiële Brentford-speler of coach.

Of je in de Poolse, Oostenrijkse, Sloveense of Nederlandse competitie coacht of speelt; of je dat lang of kort doet; of je een goede pers hebt; of je de goede zaakwaarnemer hebt - het doet er weinig toe. De statistische modellen van Benham zijn er blind voor - die kijken alleen naar prestaties. En dat kan leiden tot zulke exotische aanstellingen als die van Marinus Dijkhuizen, een onervaren en (in Engeland) volstrekt onbekende coach, die anders nooit op de radar van Brentford was gekomen.

Diezelfde blindheid geldt voor het bestuur van de organisatie. Er is waarschijnlijk geen club ter wereld die zo’n disrespect toont voor voetbalervaring. Eigenaar Benham, technisch directeuren Ankersen en Giles, algemeen directeur Mark Devlin – geen van allen zijn ze profvoetballer geweest. De ontslagen Warburton was twintig jaar valutahandelaar voordat hij besloot coach te worden. En Dijkhuizens enige ervaring als profcoach is het anderhalve seizoen bij Excelsior.

En dan hebben ze ook nog rare functies: binnenkort stelt Brentford nog iemand aan, in een baan met een klinkende naam: Director of Football Philosophy. Die moet erop toezien dat de jeugdopleiding en het eerste elftal op ongeveer dezelfde manier spelen.

Wie het ook wordt: onervarenheid in het voetbal lijkt bijna een pre.