Komt de Turkse hulp aan Syrië bij rebellen of verdrukten terecht?
Sinds afgelopen zondag staken er opnieuw duizenden Syrische vluchtelingen de grens bij Turkije over. Wij zagen met eigen ogen wat voor impact dat op de grensstreek heeft. In deel 4 van hun serie: Turkije steunt Syrië, maar komt de hulp wel goed terecht?
Het zweet staat hem op het voorhoofd als Nebi Elgen de dozen speelgoed het park in het Turkse Gaziantep binnensleept. De 52-jarige voormalige ambtenaar is al zeven jaar gepensioneerd, maar nog altijd onvermoeibaar.
Bij de gemeente hield hij zich bezig met infrastructuur, nu zet hij zich namens de religieuze Bülbülzadestichting in voor de meer dan 400.000 Syriërs in de stad. De opbrengst van het verkochte speelgoed komt ten goede aan de stichting.
Het is een van de vele religieuze organisaties die steun verleent aan Syriërs in zowel Turkije als Syrië. In zijn sobere werkkamer in het centrum van Gaziantep vertelt Elgen trots hoe dat in zijn werk gaat: met onderwijs voor kansarme kinderen, middels het uitdelen van voedselpakketten en door het bieden van noodhulp in Syrië.
Terwijl hij ons te woord staat, stapt een Syrische man de werkkamer binnen. Hij leeft al meer dan een jaar in Gaziantep en is volledig door zijn spaargeld heen. De man kan niet meer in het onderhoud van zijn familie voorzien en hoopt dat de stichting een plekje voor hem kan regelen in een vluchtelingenkamp. Elgen belt direct met de kampverantwoordelijke in de grensplaats Kilis en vraagt de man morgen terug te komen. Elgen: ‘Zulke verzoeken krijgen we wel vaker, maar de kans dat we hem en zijn gezin ook echt kunnen plaatsen is heel klein. Vrijwel alle kampen zitten vol.’
Hoe Turkije de Syriërs opvangt
Het overgrote deel van de 1,7 miljoen geregistreerde, naar Turkije gevluchte Syriërs woont (met familie of vrienden) in grote steden als Gaziantep, Urfa, Izmir of Istanbul. Ongeveer 250.000 Syriërs verblijven in de 22 speciaal hiervoor opgezette AFAD-kampen, gefinancierd door de Turkse overheid. Waar in Libanon, Jordanië en Noord-Irak ngo’s verantwoordelijk zijn voor de opvang van Syrische vluchtelingen, wil Turkije vooral zelf de controle houden.
De massale aanwezigheid van Syriërs leidt tot steeds meer onvrede onder de lokale bevolking
Dat blijkt als we het grootste vluchtelingenkamp bezoeken in het grensplaatsje Suruç. Op een kale, stoffige vlakte verblijven 25.000 Syrische vluchtelingen, vooral Koerden afkomstig uit Kobani. De drie meter hoge hekken, de beveilingspoortjes en bewakers bij de ingang geven het geheel een deprimerende aanblik. In de witte tenten van ongeveer twintig vierkante meter zijn voor een gezin van vier à vijf personen alleen de meest elementaire voorzieningen aanwezig: een keukenblok, een koelkast en dekens.
We mogen de vluchtelingen geen vragen stellen en geen foto’s maken. Alleen een bezoek aan de gekoelde persruimte is mogelijk. Aan de wanden hangen foto’s van de verwoeste stad Kobani, de vluchtelingenstroom naar Turkije en de bouw van het vluchtelingenkamp met talloze Turkse hoogwaardigheidsbekleders. Dat is het verhaal dat Turkije graag vertelt aan de eigen bevolking en de internationale partners. Maar hoe langer de oorlog duurt, hoe zwaarder de financiële en demografische last wordt. De massale aanwezigheid van Syriërs leidt bovendien tot steeds meer onvrede onder de lokale bevolking.
‘Soennitische agenda’
Critici wijzen op de soennitische agenda achter deze hulp. Een Syrische journalist uit Gaziantep vertelt ons dat hij zijn kind nooit naar het gratis onderwijs van de Bülbülzadestichting zou sturen; hij vindt het onderwijs veel te sterk op religie gericht. Wanneer we een kijkje nemen bij een voedseluitdeelpunt in een buitenwijk van Gaziantep zien we vooral in het zwart geklede Syrische vrouwen en talloze kinderen.
Alleen met een speciaal pasje hebben deze vluchtelingen recht op dit maandelijkse voedselpakket, bestaande uit producten als bulgur, suiker en olijfolie. Maar hoe de Bülbülzadestichting - die de distributie regelt- bij deze gezinnen komt, blijft onduidelijk. Wel zichtbaar is de financiële betrokkenheid van de Saoedische ngo International Islamic Relief Organization, op alle dozen staat hun logo.
Elgen vertelt in zijn kantoor verder over het werk van zijn stichting in Syrië. Tot de grens organiseert zijn stichting de hulptransporten, daarna neemt een Syrische partner het over. Soms zijn dat rebellengroepen. Voor ngo’s is het vaak de enige manier om bepaalde gebieden te bereiken. Elgen: ‘We weten niet altijd waar onze hulp precies terechtkomt, maar we weten wel zeker dat het bij de onderdrukten is.’
Als we hem voorleggen dat veel mensen in het Westen vraagtekens plaatsen bij de Turkse steun aan islamitische rebellen - bij vergelijkbare transporten ging niet alleen voedsel, maar ook wapentuig de grens over - schudt hij zijn hoofd. Met verschillende cirkels op zijn aantekenblaadje doet hij zijn (samenzwerings)theorie uit de doeken. Het Britse kapitaal is, in samenwerking met de Joodse lobby en de Verenigde Staten verantwoordelijk voor de onrust in de regio. Zo houden ze het kapitalistische systeem en hun hegemonie in de wereld in stand: ‘Zij willen alleen maar chaos creëren. Maar het is aan ons moslims om onze broeders te steunen,’ vertelt Elgen.
Turkije als weldoener
Als een collega even later doorkrijgt dat we journalisten zijn, vraagt ze achterdochtig of we goed of slecht nieuws komen halen. Ze laat op haar telefoon zien hoe vijf Duitse journalisten gearresteerd werden toen ze verslag deden van de onlusten in Zuidoost-Turkije na het beleg van Kobani. In werkelijkheid doordat ze geen accreditatie hadden, volgens de regeringspers omdat ze de onlusten wilden aanwakkeren.
De samenzweringstheorie van Elgen en de achterdocht van zijn collega staan niet op zichzelf. Ze passen in het verhaal dat de regering de laatste jaren structureel presenteert: het Westen en westerse media meten met twee maten en wakkeren de onrust in Turkije en de regio alleen maar verder aan. Vorige week verweet president Recep Tayyip Erdoğan het Westen nog Koerdische terroristen te steunen door Arabieren en Turkmenen in Syrië te bombarderen. Turkije is in dat verhaal de weldoener die soennitische moslims steunt die door westerse mogendheden in de steek zijn gelaten.
Deze serie verhalen wordt mede mogelijk gemaakt door het Postcode Loterij Fonds voor journalisten van Free Press Unlimited.