Nooit eerder was zo’n groot deel van de wereld omheind door prikkeldraad
Prikkeldraad laat al bijna anderhalve eeuw een spoor van bloed na. Sinds het werd uitgevonden, verdeelt het de mensheid - vooral in rijk en arm. Als Google Maps eerlijk was geweest, had het overal prikkeldraad getoond. Een beknopte historie van dit duivelse ijzerwaar.
Prikkeldraad is een van de belangrijkste uitvindingen van de moderne tijd.
Daar kwam ik bij toeval achter. Televisiekijkend viel me op hoe vaak prikkeldraad voorbijkwam in nieuwsreportages over crisisgebieden. Geen oorlog, geen demonstratie of dat ijzerwaar dook op. Waar migranten en vermeende terroristen verschenen, werden ze opgeborgen achter prikkeldraad.
En toen ik me in de geschiedenis van prikkeldraad verdiepte, merkte ik dat het vanaf het begin zo was geweest. Dat prikkeldraad altijd al werd gebruikt om levende wezens te scheiden, eerst dieren, later mensen. Het maakte een einde aan het Wilde Westen. Het speelde een hoofdrol in de Eerste Wereldoorlog. Het ontpopte zich tot hét symbool van het totalitarisme, met dank aan Adolf Hitler en Joseph Stalin. Anno 2015 dient het als instrument van economische apartheid. Het scheidt de mensheid in zij die binnen mogen en zij die buiten staan.
De afgelopen twee jaar werkte ik aan een boek over prikkeldraad, dat begin september verschijnt. Daarvoor reisde ik naar de Verenigde Staten, Bangladesh, Zuid-Afrika, België, Spanje en Marokko. Ook fietste ik door Nederland, om vast te stellen dat prikkeldraad hier nooit ver weg is. We zijn net zo geconditioneerd als koeien: we zijn eraan gewend geraakt. Het valt niet op. We kijken er dwars doorheen.
De uitvinding van het prikkeldraad
Prikkeldraad moest wel in de Verenigde Staten worden uitgevonden. Nergens was de behoefte aan goedkoop omheiningsmateriaal zo immens en dwingend. Sinds halverwege de negentiende eeuw stagneerde de trek van kolonisten naar het westen. De belangrijkste reden was even triviaal als elementair: veel aspirant-boeren durfden de gok niet te wagen zolang ze geen idee hadden hoe ze hun akkers konden omheinen.
Al de natuurlijke hulpmiddelen die boeren daar van oudsher voor gebruikten, zoals stenen en hout, ontbraken op de prairies van het Midwesten. Zonder afrastering liep de vrucht van hun arbeid elk moment gevaar. Elke langstrekkende kudde koeien of bizons kon het opkomend graan zomaar vertrappen of vermalen tussen hun kaken.
Kranten en bladen in het Midwesten besteedden in de periode 1870-1878 meer aandacht aan het heikele thema van het omheinen dan aan welk ander politiek, economisch en sociaal onderwerp ook. Dat is veelzeggend. De Amerikaanse burgeroorlog was net voorbij. Het land verkeerde in grote financiële crisis. Maar dat was allemaal bijzaak voor wie smachtte naar een betaalbare barrière. De uitvinding van prikkeldraad was als de verschijning van de Messias. Er werd al zo lang op gehoopt en gewacht.
Ik word gek van die koeien in mijn tuin. Ze vreten alle bloemetjes op. Kun je daar alsjeblieft iets aan doen?
Hoe dat wonder zich in 1873 voltrok, vertelden de geestelijke vader Joseph Glidden en zijn vrouw Lucinda later aan journalisten. Glidden was een boer uit DeKalb, een plaats met duizend inwoners in de vallei van de Mississippi, tachtig kilometer westelijk van Chicago.
‘Joe, ik word gek van die koeien in mijn tuin. Ze vreten alle bloemetjes op. Kun je daar alsjeblieft iets aan doen?’ Met die noodkreet van Lucinda moet het verhaal zijn begonnen. Joseph stelde haar onmiddellijk gerust: ‘Natuurlijk, Lucy lief, dat regel ik voor jou.’
In de plaatselijke winkel kocht hij een rol ijzerdraad. En toen de dagen begonnen te korten, was hij ’s avonds in de keuken steeds vaker in de weer. Als gereedschap had hij alleen een buigtang, een nijptang en verschillende soorten hamers.
Dat najaar was Lucinda steeds haar haarspelden kwijt. Op een avond zag Lucinda haar echtgenoot tot haar verbijstering twee van haar haarspelden uit zijn borstzak vissen. ‘Wat moet jij met mijn spelden?’ vroeg ze. ‘Ik werk aan een ideetje voor een omheining,’ zou zijn antwoord zijn geweest.
Met een tang boog hij de haarspelden één voor één tot een spiraal met scherpe punten. Later zou hij een oude koffiemolen hebben gebruikt om van ijzerdraad prikkels te maken. Die prikkels reeg hij vervolgens aan het ijzerdraad.
Hinderlijk was dat de prikkels niet op hun plaats bleven zitten. Eindelijk lukte het Glidden de prikkels stevig vast te zetten door een tweede ijzerdraad om de eerste te wikkelen. Dat is de vinding waarmee hij een plaats in de geschiedenis veroverde als uitvinder van prikkeldraad.
Hoe het de wereldeconomie veranderde
Het product was van meet af aan een kassucces. Tien jaar na de uitvinding leek het onbegrijpelijk dat de Verenigde Staten ooit zonder hadden gekund. Prikkeldraad was het internet van de late negentiende eeuw. Iedereen moest het hebben en wel nu.
Zo overweldigend was de vraag, zo razendsnel was de bedrijfstak gegroeid, dat het weekblad The Prairy Farmer in 1884 een speciale uitgave wijdde aan het fenomeen dat ‘in de geschiedenis van de industrie zijn gelijke niet kent.’
‘Weinig namen zijn in brede kring zo bekend als die van Joseph F. Glidden,’ schreef het blad. ‘Hij heeft niet alleen een mammoetindustrie gesticht, hij heeft ook de wereldeconomie revolutionair veranderd. Dankzij zijn vernuft en doorzettingsvermogen is omheinen in dit landelijke continent een fluitje van een cent geworden: simpel en goedkoop. Dat heeft hij niet in zijn eentje volbracht. Hij heeft er wel het fundament voor gelegd.’
‘In de acht jaar na de introductie van goedkoop materiaal voor omheiningen schoven de nederzettingen van blanken verder op naar het westen dan in de vijftig jaar daarvoor,’ constateerde de Amerikaanse geschiedschrijver Roy Holt. Aan het eind van de negentiende eeuw woonden er zeventien miljoen mensen in het westen. Dat waren er vijfentwintig keer zoveel als zestig jaar daarvoor.
Binnen een kwarteeuw vond prikkeldraad zijn weg naar andere continenten, naar al die andere streken die afrastering nodig hadden om tot ontwikkeling te komen. Naar de pampa’s in Argentinië, naar de velden in Zuid-Afrika, naar de steppen van Australië. Prikkeldraad was makkelijk aan te brengen en te onderhouden. En het was licht en goedkoop.
De militaire toepassing
Ook legerleiders ontdekten de voordelen van prikkeldraad. Je kon er de opmars van de vijand mee stremmen. Je kon er de vijandige bevolking mee omheinen op een lap grond. Dat gebeurde voor het eerst op grote schaal in de Boerenoorlog (1899 -1902), de strijd tussen de Britse koloniale grootmacht en twee armzalige boerenrepublieken, Oranje Vrijstaat en Transvaal. Toen die jonge naties een guerillaoorlog begonnen, beperkte het Britse leger de bewegingsvrijheid van boerencommando’s met meer dan 6.000 kilometer aan prikkeldraadversperringen. Boerenvrouwen en -kinderen borgen ze op in concentratiekampen die in Transvaal met prikkeldraad waren omheind.
Tijdens de Eerste Wereldoorlog sloot een prikkeldraadhek België drie jaar lang af van Nederland. België was bezet door de Duitsers. Nederland was neutraal. En de Duitsers wilden koste wat kost voorkomen dat Belgische oorlogsvrijwilligers zich via Nederland zouden aansluiten bij de geallieerde troepen. De ijzeren grensbarrière van 332 kilometer zetten ze bovendien onder stroom. Vanaf augustus 1915 stond er een elektrisch scherm tussen de twee buurlanden, van het Limburgse Vaals tot het Zeeuwse Cadzand. Grensbewoners noemden dat: de ‘Dodendraad.’
Een van de slachtoffers was Henricus Lenders uit Turnhout, 25 jaar. ‘Sneller dan de draad van den wever,’ stond er op zijn bidprent, ‘is mijn levensdraad afgesneden. Mijn dagen zijn vervlogen als een bliksemschicht. Beminde vrouw en teergeliefde kinderen, ’t was voor u dat ik werkte, uit liefde voor u heb ik geen gevaren gevreesd. Bij duisteren nacht toog ik naar de vreemde en gij zaagt mij niet weer.’
Hoeveel doden er langs de grens zijn gevallen, is niet met zekerheid te zeggen. De Belgische geografiehoogleraar Dominique Vanneste komt na uitgebreid archiefonderzoek tot ruim achthonderd gevallen. Van deze doden die met naam en toenaam bekend zijn, stierf driekwart door elektrocutie, één vijfde kwam om bij vuurgevechten, van de rest is de doodsoorzaak onbekend. Het totaal aantal slachtoffers in drie jaar tijd wordt geschat op circa tweeduizend. Ter vergelijking: langs de Berlijnse muur vielen later 136 doden in 28 jaar.
In de Eerste Wereldoorlog beleefde het prikkeldraad zijn hoogtijdagen. Dit was de oorlog waarin loopgraven, prikkeldraadversperringen en machinegeweren een onneembare linie vormden. De enige grote oorlog waarin prikkeldraad van begin tot einde de absolute hoofdrol speelde. Zonder prikkeldraad was de oorlog nooit zo lang gerekt. Zonder prikkeldraad had de oorlog nooit zoveel slachtoffers gemaakt.
Dit zijn de beginregels van het gedicht ‘Naakte krijgers’ van de Brit Herbert Read in de vertaling van Tom Lanoye:
Een man van mij
Hangt in het prikkeldraad.
Al wie zijn lijk wil halen wacht de dood.
Een man van mij
Hangt in het prikkeldraad
En rotten zal hij
Toch werd prikkeldraad pas in de Tweede Wereldoorlog hét symbool van totalitarisme en gruweldaden tegen de menselijkheid. Dat dankte het ijzerwaar aan het veelvuldig gebruik in ‘een monsterlijk web van slavenkampen,’ zoals de Italiaanse schrijver Primo Levi het nazistelsel noemde. De acht vernietigingskampen ontnemen nog het zicht op al die andere meer dan 42.000 kampen: werkkampen, krijgsgevangenenkampen, concentratiekampen. Wat ze gemeen hadden, was prikkeldraad.
Prikkeldraad nu
Het was ook prikkeldraad dat Europa na de oorlog bijna een halve eeuw scheidde in een kapitalistisch West-Europa en een een socialistisch Oost-Europa. Een IJzeren Gordijn hing over het continent: van Noorwegen tot Turkije. Nog in de zomer van 1989 verklaarde de latere West-Duitse bondskanselier Gerhard Schröder: ‘Na veertig jaar Bondsrepubliek moet men een nieuwe generatie in Duitsland niet voorliegen over de kansen op een Duitse hereniging. Die zijn er niet.’
Even leek de zegetocht van prikkeldraad gestuit. Dat was bij de val van het IJzeren Gordijn in 1989. Waren muren en hekken en al die andere afscheidingen in een globaliserende wereld niet potsierlijk en volstrekt achterhaald?
Sinds de terroristische aanslagen op de Verenigde Staten van 11 september 2001 rukt prikkeldraad weer op. Het schittert vervaarlijk op grenshekken en grensmuren die rijke landen moeten beschermen tegen armere buren. Het siert de hekwerkwijken waar welgestelden zich verschansen in landen waar ongelijkheid het grootst is. Het voorziet in een groeiende behoefte aan veiligheid in een chaotische wereld.
Als Google Earth terug in de tijd kon kijken, tot 1874, het jaar dat prikkeldraad werd uitgevonden, en dan jaar na jaar de opmars van de moderne omheiningen kon visualiseren, niet alleen van prikkeldraadversperringen, ook van de nieuwere varianten, het gaas en de steeds vernuftiger hekken, wat zouden we dan zien?
We zouden ons verbazen over het moordende tempo waarmee prikkeldraad binnen een kwarteeuw grote vlekken op de landkaart vulde. Dat was pas het begin. Prikkeldraad en ander hekwerk drongen door tot de steden. Overheden gebruikten ze om functies te scheiden: de school van de wijk, het plantsoen van de straat. Bedrijven en burgers beschermden daarachter hun kostbaar bezit.
Sinds 1870 vervijfvoudigde de wereldbevolking tot meer dan 7 miljard mensen. Het aandeel dat in steden woont, steeg van 10 tot boven de 50 procent. De koopkracht van de gemiddelde wereldburger werd 36 maal zo groot. Wildgroei van omheiningen was het neveneffect. Overal floreerde het prikkeldraad.
Als Google Earth al die omheiningen zou tonen, zouden we een wereld van labyrinten zien. Nooit eerder was zo’n groot deel van de aarde afgesloten. Nooit eerder was zo’n groot deel van de globe in hokjes verdeeld.
China en India domineren tegenwoordig de mondiale prikkeldraadmarkt van naar schatting vijfhonderdduizend ton per jaar. Dat is acht miljoen kilometer prikkeldraad, tweehonderd keer de omtrek van de aarde. Een wonder dat er op de wereld nog plaatsen zonder prikkeldraad bestaan.