Vijf feiten over het land waar iedereen nu een mening over heeft

Jesse Frederik
Correspondent Economie
1 juli 2015: Gepensioneerden in wanhoop voor de nationale Griekse bank wachtend op de uitbetaling van hun pensioen. Foto: Aris Messinis/AFP

Griekenland heeft te weinig gedaan om uit de crisis te komen. Deze regering is nog erger dan de vorige. En als het de bezuinigingen niet doorzet, komt het land er nooit bovenop. Er wordt veel beweerd over Griekenland dezer dagen. Maar wat zeggen de feiten? Ik zet er vijf op een rij.

Griekenland is nog minder hervormingsgezind dan paus En deze regering is nog erger dan de vorige. ‘Het is schandalig hoeveel tijd Griekenland heeft verspeeld om hervormingen door te voeren,’ zei VVD-Kamerlid Mark Harbers deze week nog in een Kamerdebat.

Als het om de toekomst van Griekenland gaat, lopen de gemoederen de laatste weken hoog op. Iedereen wijst zijn favoriete boeman aan. Temidden van de retoriek raakt deze vraag steeds verder op de achtergrond: wat zijn nu precies de feiten als het om Griekenland gaat?

Zijn de Grieken echt zulke slechte hervormers? Hoe hebben de bezuinigingen tot nu toe precies uitgepakt? En: treft de Grieken blaam, en zo ja, waarvoor dan precies?

Feit 1: De Grieken hebben meer hervormd dan welk Europees land dan ook

Wie de Dikke van Dale erop naslaat, leest dat hervormingen ‘veranderingen om te verbeteren’ zijn. ‘Hervormen’ is dan ook een onbeschreven blad. Iedereen mag erop schrijven wat hij mooi vindt. De één heeft het over het opbreken van economische kartels, de ander over het versoepelen van het ontslagrecht.

Ook regeringen en denktanks proberen inhoud te geven aan het begrip hervormen. Neem de OESO. In 2007 deed deze invloedrijke denktank van rijke landen om de economie harder te doen

Hoeveel van die aanbevelingen heeft Griekenland daadwerkelijk overgenomen? Antwoord: meer dan welk ander ook. ‘Griekenland was tot 2014 een hervormingskampioen,’ de baas van de de instelling die namens Europese landen leningen verstrekt aan Griekenland.

De OESO heeft het in dit rapport over bijvoorbeeld het makkelijker maken van het beginnen van een bedrijf en het wegnemen van de bureaucratie rond bepaalde beroepsgroepen (advocaten, accountants en ingenieurs). Dit zijn volgens de denktank veranderingen die de Griekse economie sterker zullen maken.

De Griekse minister van Financiën heeft in de onderhandeling met en het IMF echter nog een lijst van hervormingen op tafel gelegd. Denk aan: het oprichten van een volledig onafhankelijke belastingdienst, hervormingen in de en een aanvullende ronde van privatiseringen.

In de afgelopen dagen bleek steeds weer dat de Eurogroep en het IMF aan de ene kant en Griekenland aan de andere verschillende ideeën hebben over wat de juiste hervormingen zijn.

Een Griekse onderhandelaar publiceerde dinsdag bijvoorbeeld waarin hij uit de doeken deed waar de onderhandelingen wat hem betreft op stuk waren gelopen. Hij beschreef hoe de Griekse regering in samenspraak met de Internationale Arbeidsorganisatie een systeem van collectieve loononderhandelingen wilde invoeren. Dat zag de Eurogroep niet zitten. Collectieve loononderhandelingen waren in het kader van het vorige bail-outprogramma juist grotendeels

Feit 2: De opbrengsten van de hervormingen zijn mager én niet toereikend

Hoe het ook zij: als hervormingen ‘veranderingen om te verbeteren’ zijn, dan zou je verwachten dat Griekenland er nu weer goed voor staat. Niet toevallig spreekt de Eurogroep in haar programma voor Griekenland steevast over ‘groeivriendelijke hervormingen.’ Daar kun je niet tegen zijn.

De vraag is echter welke hervormingen de juiste zijn. Je kunt je afvragen of wat de Eurogroep ‘hervormen’ noemt, werkelijk hervormen is. Tal van economen bijvoorbeeld dat iets als de versoepeling van het ontslagrecht goed is voor de groei.

Het Griekse bbp is met een kwart gedaald in de afgelopen vijf jaar. Dat compenseer je niet met 4,1 procent groei in de komende vijf jaar

Maar stel: we laten deze bezwaren even voor wat ze zijn. Laten we dan eens kijken naar de beloftes van een van de warmste pleitbezorgers van ‘groeivriendelijke hervormingen:’ het IMF. Het fonds dat als landen in de Europese periferie het hele pakket aan hervormingen overnemen, de werkgelegenheid ‘op de lange termijn’ (het is niet duidelijk hoe lang deze periode is) met 4,2 procent stijgt. Op (de komende vijf jaar) zou de stijging 2,3 procent bedragen. De economie zou in deze prognoses op de lange termijn met 13,6 groeien (in de komende vijf jaar met 4,1 procent).

Voor de goede orde: Griekenland heeft meer dan 25 procent werkloosheid en het bbp is met een kwart gedaald in de afgelopen Dat compenseer je niet met 2,3 procent werkgelegenheid en 4,1 procent groei in de komende vijf jaar.

Bovendien erkent het IMF dat ‘de toch al kleine kortetermijnimpact’ van hervormingen wordt ‘gedempt door gebrekkige vraag.’ Neem de vraag naar arbeid - die is er niet. Nog meer mensen de economische woestijn van de Griekse arbeidsmarkt opjagen, helpt natuurlijk alleen als er ook werk is. Op dit moment zijn er 71 werklozen voor iedere openstaande vacature.

Dit soort hervormingen zijn, kortom, bij lange na niet genoeg om het tij te keren. De president van de Europese Centrale Bank Mario Draghi kan wel beweren dat ‘de economische crisis alleen zal eindigen als structurele hervormingen [naar IMF recept] worden geïmplementeerd’ maar de bewijsvoering hiervoor is dun, erg dun.

Feit 3: De bezuinigingen hebben desastreus uitgepakt

Als een kwart van de beroepsbevolking geen werk kan vinden, kun je gerust stellen dat Griekenland zijn economisch potentieel niet benut. Er zijn mensen die werk willen verzetten, maar geen baan kunnen krijgen. Economen en politici hebben het vaak over hervormingen, over micro-economische verbeteringen die markten beter laten werken, maar de verliezen van dit soort imperfecties verbleken bij de verliezen van de grootschalige werkloosheid.

Anders gezegd: dat de openingstijden van apothekers vastliggen is misschien economisch inefficient, maar dat iemand thuis zit en geen werk heeft is nog veel kostbaarder.

Dat er zo weinig werk is, heeft alles te maken met de vraagkant van de economie. Er wordt zo weinig besteed en er worden zo weinig goederen en diensten gekocht, dat er simpelweg geen vraag is naar arbeid. En daar is ook een duidelijke oorzaak voor: het strenge bezuinigingsbeleid. Griekenland heeft het macro-economische rempedaal ingetrapt, de handrem aangetrokken en de remparachute uitgegooid.

Geen enkel land in de Eurozone heeft zoveel bezuinigd als Griekenland. Het Griekse ambtenarenapparaat is met 25 procent ingekrompen. De Griekse ziekenhuisbudgetten zijn met zo’n 40 procent gekort. En de inkomens van gepensioneerden zijn met 18 procent teruggebracht.

Andere landen - Spanje, Portugal en Ierland - komen niet eens in de buurt van het Griekse bezuinigingstempo. Dat kun je bijvoorbeeld zien aan de verandering in het ‘primaire structurele overheidstekort,’ een cijfer dat de omvang van de bezuinigingen laat zien. Geen enkel land heeft dit tekort zo snel teruggebracht.

Er is bovendien een duidelijk verband tussen het tempo van de bezuinigingen en de economische groei in Europa. Hoe meer een land bezuinigde, hoe harder de economie kromp.

Bron: Eurostat

De Eurogroep en het IMF hebben de impact van de bezuinigingen echter totaal onderschat.

Twee jaar geleden publiceerde het IMF naar de eigen voorspellingen, waarin het erkende de ‘fiscale vermenigvuldiger’ te hebben onderschat. Een euro die de overheid uitgeeft, wordt ook weer uitgegeven door de ontvanger van die euro. Hoe vaak zo’n euro in een jaar wordt uitgegeven, is de fiscale vermenigvuldiger.

Jarenlang maar in 2013 erkende het dat deze in de Eurozone ergens tussen de 0,9 en 1,7 lag. De impact van bezuinigingen was daarom veel groter dan gedacht: elke onbestede euro werkt door in meer onbestede euro’s.

Wat Griekenland nodig heeft zijn dan ook meer bestedingen. Die kunnen uit het buitenland komen - meer Nederlanders die al lurkend aan een fles ouzo en knagend aan een souvlakiespies op een Grieks strand vertoeven - of uit het binnenland; denk dan bijvoorbeeld aan infrastructuurprojecten of belastingverlagingen.

Feit 4: Oók Griekenland is debet aan de crisis

Maar hebben de Grieken dan geen structurele problemen? Hoeven ze helemaal niet te hervormen?

Natuurlijk wel. Er is geen euroland dat zo’n behoefte heeft aan wezenlijke verandering. Denk om te beginnen aan de incompetente of zelfs corrupte belastingdienst van Griekenland. In 2013 voerde de Europese Commissie Dat is het bedrag dat theoretisch gezien opgehaald zou kunnen worden met btw-heffingen ten opzichte van het bedrag dat daadwerkelijk is opgehaald.

Een ander belastingprobleem is de uitzonderingspositie van de scheepvaart. In de Griekse grondwet van 1967 - die stamt uit de tijd toen Griekenland nog een militaire dictatuur was - is een vreemde uitzondering opgenomen: de Griekse scheepsvaartindustrie betaalt geen belasting over buitenlandse inkomsten. Dat heeft Griekenland een uitzonderlijke positie in de internationale scheepvaart opgeleverd, maar het heeft ook een kleine groep van rijke Grieken begunstigd. Het is geen toeval dat zeven van de tien rijkste Grieken hun vermogen - in ieder geval deels - te danken hebben aan de scheepvaart.

Wil je de oprichting van een bedrijf wat soepeler laten verlopen, dan helpt het een fakelaki mee te brengen

Het volgende probleem is de corruptie. De Grieken noemen het fakelaki (de kleine envelop): wil je de oprichting van een bedrijf wat soepeler laten verlopen, of sneller bij de dokter op afspraak komen, dan helpt het een fakelaki mee te brengen. Op prijkt het land dan ook op plaats 69, tussen Senegal en Swaziland. In 2013 vond 90 procent van de Grieken dat politieke partijen corrupt waren.

Op de langere termijn heeft Griekenland nog een probleem: de beroepsbevolking is relatief klein en krimpende. Het land vergrijst nog sneller dan Tegen 2050, zo voorspelt Eurostat, zal ruim één derde van de bevolking ouder zijn dan vijfenzestig. Het geboortecijfer is sinds 1981 volledig ingezakt en de crisis heeft de kinderwens van Grieken nog verder ingeperkt.

Bovendien doen vrouwen nog nauwelijks mee op de Griekse arbeidsmarkt. Dat beperkt de beroepsbevolking nog verder.

Feit 5: Nóg meer bezuinigingen helpt Griekenland er niet bovenop

Is dit alles een reden om Griekenland nog eens miljarden te laten bezuinigen?

Daar kan maar één antwoord op zijn: nee. De structurele problemen met de Griekse economie zijn geen excuus om niets te doen aan de humanitaire crisis en het totale gebrek aan vraag waar Griekenland mee kampt. Belastingontduiking los je op door een competentere en minder corrupte belastingdienst te organiseren, niet door een economie om zeep te helpen.

Dus ja, er moet veel, heel veel gebeuren in Griekenland. De corruptie moet worden aangepakt, de belastingheffing worden verbeterd, vrouwen zullen meer moeten gaan werken en misschien moeten er zelfs meer migranten toegelaten worden om de vergrijzing op te vangen. Maar alles wat er structureel mis is met het land, moet ons niet blindmaken voor wat er nu mis is.

Nu stijgt de kindersterfte, nu stijgt het aantal zelfdodingen en nu stijgt de armoede. Nu staat een kwart van de beroepsbevolking werkloos aan de kant. En nu is de economie een kwart gekrompen ten opzichte van 2008.

Je hoeft geen medelijden met de Grieken te hebben om de waanzin van deze situatie in te zien. Zelfs als je als Noord-Europees land koste wat kost je geld terug wilt, dan nog is het contraproductief om een economie zo te laten verstikken.

Toch eisen de Eurogroep en het IMF dat er nog een ‘hulpprogramma’ komt, waarin weer wordt ingezet op ‘groeivriendelijke hervormingen’ zoals het korten van de pensioenen en het verhogen van de btw. Dat doet denken aan een uitspraak van Albert Einstein, die ‘idioot’ eens definieerde als iemand die steeds hetzelfde doet en toch andere resultaten verwacht.