Tom Dumoulins hele seizoen draait om morgen.
Alle 11.511 kilometers die hij sinds 1 januari heeft gefietst - in trainingen en wedstrijden in Australië, Frankrijk, Spanje, Italië, Nederland, Zwitserland - hadden één doel: het winnen van de proloog van de Tour de France, een tijdrit over 13,8 kilometer Utrechts asfalt.
Of zoals iedereen om hem heen het al maanden noemt: ‘4 juli.’
Hier, op de Truus van Lierlaan, om 16:25 uur, beginnen de belangrijkste minuten uit zijn carrière tot nu toe - misschien wel uit zijn hele carrière. Leuk vindt hij het niet als mensen zoiets zeggen, het voert de druk alleen maar op.
Op het startpodium, op de speciaal geprepareerde tijdritfiets, klaar voor de start.
3, 2, 1….
Laat de eerste paar keer trappen goed zijn.
Dan links de Overste den Oudenlaan in.
Aanzetten. Eerste flinke bocht. De Koningin Wilhelminalaan in. Aanzetten. Brug over. Hoofd omlaag, schouders naar binnen, in de aerodynamische houding, zoals geoefend in de windtunnel in het Franse Magny-Cours. Alleen de benen bewegen. Naar beneden knallen.
Het lijkt waanzin. Alle moeite van één seizoen in één race samenballen. Om 11.511 kilometer arbeid te vertalen naar 13,8 kilometer prestatie.
Maar ja:
- De Tour start in Nederland.
- Hij begint met een tijdrit.
- De tijdrit is Dumoulins specialisme.
- Hoe vaak komt zo’n goede kans om de gele trui te bemachtigen?
Vandaar.
Kenners zeggen: geel staat hem goed.
Oppassen nu: haakse bocht, de Albatrosstraat in. Niet te veel oppassen, want dat kost tijd. Aanzetten.
Redelijk scherpe bocht, rechtsaf de Rubenslaan in.
Hij kent het parcours goed. Op maandag 11 mei heeft hij het twee keer gereden, begeleid door zeven motoragenten en een teamwagen die alles filmde. Morgenochtend verkent hij het nog eens.
Hij weet: nu komt een sneller stuk. Onder de brug door, de Herculeslaan in. Hoofd wat lager. Voorbij Stadion Galgenwaard.
Even opkijken: flauwe bocht de Weg tot de Wetenschap in. Hoofd omlaag, naar beneden kijken, houding aannemen. Trek-duw-trek-duw-trek-duw.
Zijn dieet, zijn gewicht, zijn lichaam: sinds hij wist dat de Tour zou beginnen met een tijdrit, is alles afgesteld op dit moment.
Hij is 71 kilo bij 1,86 meter. Niet te licht, want dan verlies je kracht. Niet te zwaar, want dan kun je niet snel genoeg versnellen na een bocht. Zoals hier. Onder de A27 door, scherpe bocht naar links, de Sorbonnelaan in.
Even doorrijden. Scherpe bocht naar links.
Alles heeft hij eraan gedaan, gedreven door twijfel en onzekerheid, zoals elke topsporter, volgens hem. Over zijn vorm, zijn talent, zijn trainingsarbeid - en de vorm, talent en trainingsarbeid van de anderen.
Zoals Lance Armstrong altijd dacht: the other fuckers are doing more.
Voor Dumoulin is er eigenlijk maar een echte other fucker: De Duitser Tony Martin.
Martin, bijnaam Panzerwagen - ‘de Tank’ - is drievoudig wereldkampioen op de tijdrit en favoriet van de gokmarkten. Natuurlijk, de Zwitserse legende Fabian Cancellara telt mee, net als de Italiaan Adriano Malori , de Australiër Rohan Dennis - maar gokkers zien vooral een duel Dumoulin-Martin, met Martin in het voordeel.
Martins hardheid is legendarisch. In de zesde etappe van de Ronde van Spanje van 2013 sprintte hij meteen na de start weg. Niet om de etappe te winnen. Meer als een test, als een soort training voor het WK Tijdrijden een paar weken later, om te zien wat er zou gebeuren, hoe lang hij het zou volhouden.
De wielerwereld keek met open mond toe: pas 15 meter voor de finish haalde het peloton Martin in. De statistieken vermeldden niks - want geen overwinning - maar het is een van de indrukwekkendste prestaties van de afgelopen jaren.
Bocht naar rechts, tunnel in.
Twee doelen heeft Martin nog in zijn carrière. Goud in de tijdrit op de Olympische Spelen van Rio de Janeiro volgend jaar, geel in de Tour in Utrecht morgenmiddag. Dus ook zíjn seizoen is afgestemd op deze 13,8 kilometer. En hij is in vorm. Vorige week werd hij Duits kampioen tijdrijden en haalde hij snelheden die hij zelf ‘niet had verwacht.’
In april versloeg Dumoulin hem voor het eerst. In de Ronde van Baskenland. Maar dat was bergop, ook een talent van Dumoulin. Dit is een vlakke etappe, op een bruggetje en een tunneluitgang na.
Zoals hier: tunnel uit, Biltstraat in, aanzetten. Hoofd iets naar beneden. Trek-duw-trek-duw-trek-duw-trek-duw-trek-duw-trek-duw-trek-duw-trek-duw.
Op het asfalt staat inmiddels heel vaak TOM, maar dat ziet hij niet. Het ziet zwart van de mensen, maar die ziet hij ook niet. Hij ziet alleen rood asfalt. Even opkijken: er komt zo een bocht aan.
De Kruisstraat - verraderlijke bocht, maar snelheid houden is hier mogelijk. Dat zal Martin ook hebben gezien toen hij dinsdagavond het parcours verkende. De busbaan over, de Maliesingel op.
Bocht naar rechts, het mooiste stukje van de proloog op, langs de Tolsteegsingel - ziet hij daar nu mannen met ‘Ik ben een Dumoulist’-shirts staan?
Hij ziet ze niet, ze zijn er wel. Oppassen, nu komt een lastig stuk: een dubbele chicane bij het Ledig Erf. Rechts, links, rechts.
De Nederlandse renner Lars Boom waarschuwde voor dit gedeelte.
Onder de spoortunnel door, niet nalaten nu, niks laten liggen. De laatste twee keer dat de Tour met een tijdrit begon, was het verschil tussen de nummer één en twee respectievelijk 10 en 7 seconden.
Is de straat schoon? Martin kreeg in 2012 nog een lekke band in Luik. Kan dat Dumoulin ook gebeuren? Het schiet altijd door zijn hoofd.
Brug op, hoofd omlaag, knallen naar beneden, tot de bocht naar rechts, de Overste den Oudenlaan in. Hij spreekt zichzelf toe: harder .
Recht op de Verrekijker af, zoals het hoofdkantoor van de Rabobank wordt genoemd.
Laatste bocht naar links, aanzetten, afmaken. 15 minuten 11 seconden duurde het, als de voorspellingen kloppen.
En nu - wachten.
Wil je op de hoogte blijven van mijn verhalen? Sport is een hypercompetitieve wereld die bol staat van innovatieve en archaïsche ideeën. Je kunt vechten of vluchten voor competitie. In mijn nieuwsbrief houd ik je op de hoogte van de artikelen die ik publiceer voor De Correspondent, deel ik de mooiste sportverhalen uit andere media en geef ik nutteloze feitjes die je kunt doorvertellen in de sportkantine of de kroeg.Bij deze Engelse voetbalclub is onervarenheid een pre Marinus Dijkhuizen is trainer geworden van Brentford, een club die net als het Deense FC Midtjylland zwaar leunt op statistische modellen - en ook de keuze voor Dijkhuizen erop baseerde. Dat Brentford anders dan anders is, zal de Nederlander snel merken. Voor de scouts van deze club is het kijken van wedstrijden verboden Als clubs al een data-analist hebben, dan luisteren ze niet naar hem. Bij het Deense FC Midtjylland gaat dat anders: daar heeft de eigenaar een hedgefonds en is de voorzitter een analist. Samen dwingen ze de club om het voetbal statistisch te benaderen. Ook al zegt de ranglijst hen weinig: het team staat fier bovenaan.
Dit verhaal heb je gratis gelezen, maar het maken van dit verhaal kost tijd en geld. Steun ons en maak meer verhalen mogelijk voorbij de waan van de dag.
Al vanaf het begin worden we gefinancierd door onze leden en zijn we volledig advertentievrij en onafhankelijk. We maken diepgravende, verbindende en optimistische verhalen die inzicht geven in hoe de wereld werkt. Zodat je niet alleen begrijpt wat er gebeurt, maar ook waarom het gebeurt.
Juist nu in tijden van toenemende onzekerheid en wantrouwen is er grote behoefte aan verhalen die voorbij de waan van de dag gaan. Verhalen die verdieping en verbinding brengen. Verhalen niet gericht op het sensationele, maar op het fundamentele. Dankzij onze leden kunnen wij verhalen blijven maken voor zoveel mogelijk mensen. Word ook lid!