In Litouwen is de dienstplicht weer ingevoerd, uit angst voor Rusland
Hoe hangt de vlag er 25 jaar na de val van de Muur bij in Oost-Europa? In dit stuk neem ik Litouwen onder de loep. Een jonge vrouw kijkt vooruit, een oude man kijkt terug. De twee verhalen hebben één gemene deler: de diepe angst voor Rusland.
De Russische inname van de Krim joeg Estland, Letland en Litouwen vorig jaar schrik aan. President Vladimir Poetin zei dat hij de overwegend Russischtalige bevolking van de Krim wilde beschermen.
De onderliggende reden - zie Oost-Oekraïne - lijkt de behoefte om de invloedssfeer van de voormalige Sovjet-Unie te herstellen. Het Russische Hooggerechtshof kreeg kort geleden dan ook de opdracht om te onderzoeken of de afscheiding van het Baltische trio in 1991 wel volgens de wet is verlopen. Gaat Poetin die drie landen binnenkort ook binnenvallen, om de rechten van de Russen in die landen te ‘beschermen’?
Zeker is dat Estland, Letland en Litouwen, inmiddels alle drie EU- én NAVO-lid, om militaire ondersteuning van de NAVO hebben gevraagd. En in Litouwen werd begin dit jaar de dienstplicht weer ingevoerd.
De vraag is dan: hoe is het om in een land te leven waar de dreiging van de Russen zo voelbaar is? Hoe is dat voor hen die nog onder Russische invloed geleefd hebben? En voor de jonge mensen, die enkel een onafhankelijk Litouwen kennen?
Bang voor Rusland
Misha Furman (67) kent de angst voor de Russen. Toen hij vijf jaar oud was, stond de KGB voor de deur. De geheim agenten haalden het huis overhoop, vonden een paar Hebreeuwse boeken en namen zijn vader mee. Tien jaar gevangenisstraf kreeg hij.
Vanaf dat moment waren Furman en zijn moeder alleen. ‘Ik heb mijn vader maar één of twee keer gezien. Vanaf een afstand, door de tralies.’ De kleine Litouwer vertelt het in zijn woning in Rotterdam. ‘Toen moest hij naar Rusland, naar een gevangenis ergens in de buurt van de Wolga. Daar kon ik hem al helemaal niet bezoeken.
De angst voor Rusland is zo massaal in ons land, dat het helemaal in je gaat zitten
Voor fotografe Neringa Rekaši?t? (27) is het minder waarschijnlijk dat er ineens Russische agenten voor de deur staan. Zij groeide op in een vrij en onafhankelijk Litouwen. In 1991, drie jaar na haar geboorte, maakte het land zich los van de Sovjet-Unie.
Toch is Rekašiūtė bang voor Rusland. En ze is niet de enige. ‘De angst voor Rusland is zo massaal in ons land, dat het helemaal in je gaat zitten. Iedereen heeft het erover,’ vertelt ze via Skype. ‘Het speelt nog het meest als Rusland militaire oefeningen houdt bij de Litouwse grens of vluchten uitvoert in het Litouwse luchtruim. Dan staan de media vol met paniekerige berichten over de Russen.’
Overal militairen en KGB-agenten
In het Litouwen van Rekašiūtė is de angst voor bezetting bespreekbaar. Mensen hebben het erover in de tram en op het terras. Bij Furman thuis werd er nauwelijks over gesproken. ‘Je moest altijd op je tellen passen.’ Als hij met zijn familie bij vrienden op bezoek ging, werden alle stekkers uit stopcontacten en telefoons getrokken, voor het geval daar afluisterapparaatjes in zaten. Overal op straat liepen militairen. De KGB-agenten herkende je bovendien niet. De zeldzame keren dat ze een brief uit de gevangenis kregen, stond die vol met zwarte viltstiftstrepen. ‘Alleen het positieve stond er nog in. Geen idee hoe het echt met mijn vader ging.’
Veel ontging de jonge Furman. Zo bleek zijn buurjongen, waar hij vaak mee speelde, de zoon van een KGB-agent. Toen Furman tijdens het buitenspelen per ongeluk een steen tegen zijn hoofd gooide en hij bloedend naar het ziekenhuis moest, raakte zijn moeder volledig in paniek. ‘Gelukkig deed de vader van mijn buurjongetje er niks mee. Mijn moeder heeft keurig haar excuses aan hem aangeboden, en daar bleef het bij.’
‘Hoe dúrfde ik kritiek op de staat te hebben?’
Afgelopen voorjaar plofte er ineens een brief op de mat van Rekašiūtės geliefde. Hij moet komende september het leger in. Verplicht. De dagen daarna belde de ene na de andere vriend: ook zij hadden zo’n brief gekregen. Allemaal jongens die aan hun carrière werkten, sommigen hebben net een kind gekregen. Na de zomer zouden ze ineens soldaat zijn.
Na de annexatie van de Krim en het geweld in Oekraïne besloot de regering dat het land zich moest kunnen verweren tegen een eventuele aanval. Daarom werd begin dit jaar de dienstplicht weer ingevoerd voor alle mannen tussen de 19 en 27 jaar. Rekašiūtė is vóór het militair versterken van Litouwen, maar fel tegen de willekeur van de dienstplicht, waardoor elk jaar zo’n 3.500 mannen zullen worden geselecteerd. Daarom maakte ze een portrettenserie met de titel ‘Zij wonnen de loterij.’ Op haar foto’s staan jongemannen in uniform te huilen.
Litouwers zijn er nog steeds niet aan gewend dat er kritiek wordt geleverd
De Litouwse media stortte zich massaal op de jonge fotografe: ze haalde de voorpagina’s van kranten en de telefoon stond dagenlang roodgloeiend door tv-stations die haar belden voor een interview. ‘Het was de hel,’ zegt ze. ‘Ik heb zo’n grote bak negativiteit over me heen gekregen. Hoe dúrfde ik kritiek op de staat te hebben?’ Bovendien werd ze meermaals voor ‘vijand’ en ‘verrader’ uitgemaakt.
Volgens Rekašiūtė is die mentaliteit een erfenis van de Sovjettijd. ‘Litouwers zijn er nog steeds niet aan gewend dat er kritiek wordt geleverd.’ De angst voor de Russen speelt ook een rol, denkt ze. ‘We zijn zó bang voor Rusland, dat kritiek op zoiets als de dienstplicht niet wordt getolereerd. Uit angst dat die kritiek als propaganda voor Rusland wordt gebruikt.’ Wie tégen versterking van Litouwen is, zou voor Rusland zijn.
De nieuwe bezetters
‘Mijn vader deed alles om mij een vrij en goed leven te geven.’ Furman moest na de Tweede Wereldoorlog in vrijheid kunnen opgroeien. Een probleem: na de Duitsers kwamen de Russen en begon de volgende bezetting.
In de Sovjettijd werkte de vader van Furman als kapper. Van de staat moest hij ongeveer tweehonderd mensen per maand knippen, voor 80 roebel. Genoeg voor het gezin om precies één week te leven. Dus deed Furmans vader wat iedereen deed: zwart bijklussen en stiekem extra mensen knippen. ‘Ik denk dat hij zo’n vijfhonderd mensen per maand hielp,’ zegt Furman.
Een halfjaar nadat zijn vader gevangen was gezet, besloot Furman dat hij viool wilde leren spelen. ‘Je zoon is gek geworden,’ schreef zijn moeder aan zijn vader. Een paar maanden later arriveerde er een envelop met geld. Zijn vader had in de gevangenis officieren geknipt en zo extra geld verdiend. ‘Voor je viool’ stond erbij.
Furmans moeder kocht een viool en hij begon met lessen. Die waren heel streng. ‘Dat is het enige positieve aan het hele Sovjetsysteem,’ zegt Furman. En toen gebeurde er, na een jaar en negen maanden, iets totaal onverwachts: Furmans vader kwam thuis. ‘Dat moment zal ik nooit vergeten, het was één groot feest,’ zegt Furman. ZIjn vader kreeg zijn vrijheid terug omdat Nikita Chroesjtsjov aan de macht was gekomen. Die versterkte zijn machtsbasis door de wreedheid van zijn voorganger te veroordelen. Dat leidde onder meer tot amnestie voor ruim 1 miljoen gevangenen.
Kleine en grote signalen naar Rusland
Rekašiūtė vindt het essentieel dat haar land een sterk standpunt inneemt over de grote buur. ‘Onze president durft zich daar gelukkig uitdrukkelijk over uit te spreken. Daarbij is het goed dat het leger wordt versterkt. Dat is een signaal naar de NAVO. Dat we bereid zijn militair mee te helpen als het nodig is.’
Maar ook de kleine signalen doen ertoe, vindt ze. Trots was ze toen Litouwen dit jaar nul punten gaf aan de Russische Eurovisiesongfestivalinzending. ‘Dat was een historisch moment. Nul punten! Dat is nog nooit gebeurd.’
Haar rebelsheid heeft Rekašiūtė niet van haar grootouders, die volgens haar conformistische Sovjetburgers waren. ‘Ze trokken niets in twijfel, gedroegen zich zoals het moest.’ Haar ouders waren al iets liberaler, maar deden alsnog wat ze gezegd werd. Trots vertelt ze over een vriendin van haar moeder die een paar keer werd opgepakt omdat ze korte rokjes en spijkerbroeken droeg. Dat was te westers.
Van haar vader krijgt Rekašiūtė vaak te horen hoe jaloers hij op haar is dat zij nu de hele wereld rond kan reizen. Hijzelf mocht toen hij jong was één keer naar Amsterdam voor een studieuitwisseling.
Dromen die uitkomen
Om Furman in vrijheid te laten leven, zat er voor zijn ouders niks anders op dan Litouwen te verlaten. Dertien jaar lang, jaar in jaar uit, werd hun uitreisvisumverzoek afgewezen. Maar het werkte in hun voordeel dat ze Joods waren. Joden kregen relatief makkelijk een uitreisvisum, als ze zich in Israël wilden vestigen. In 1969 kreeg ook Furmans familie toestemming.
Op de dag van hun vertrek had Furman een tas kleren in de ene, zijn dierbare viool in de andere hand. Maar bij de grens aangekomen mocht Furman zijn instrument niet meenemen.
Een andere droom kwam wel uit. Furman werd aangenomen op de muziekacademie en speelde in een strijkkwartet. En toen arriveerde – een halfjaar na zijn aankomst – alsnog zijn viool. Verstopt in de bagage van een vriend die ook naar Israël kwam.
Ze hebben veel zorgen daar,’ zegt Furman. ‘Wie is er niet bang voor Poetin?
Zeven jaar later kwam hij naar Nederland. Tot aan zijn pensioen speelde hij in onder meer het Rotterdams Philharmonisch Orkest. Hij geeft nog steeds vioolles aan het Rotterdamse Conservatorium. Terug naar Litouwen gaat Furman eigenlijk alleen tijdens vakanties. Dan gaat hij naar plekken waar hij vroeger niet mocht komen, zoals de strook natuur waar destijds de Russen zaten. En hij gaat langs bij oude vrienden en zijn vioolleraar. ‘Ze hebben veel zorgen daar,’ zegt Furman. ‘Wie is er niet bang voor Poetin?’
Rekašiūtė wel. ‘De geschiedenis van bezetting mág zich niet herhalen. Mijn doel is dat ik in een land leef waar mensen elkaar vertrouwen, zich vrij voelen en zich durven te uiten. En dat we niet meer in angst leven.’ Maar zolang hun grote buurman zo onvoorspelbaar is, is dat lastig, denkt ze.
Of zij zelf in de Sovjettijd ook zo opstandig had durven zijn als ze nu is? ‘Jazeker,’ zegt ze resoluut. ‘Dat zit in mijn aderen.’ En dan, lachend: ‘Maar dan had ik al lang in de gevangenis gezeten. Ergens ver, ver weg in Rusland.’
Het onderzoek waar dit verhaal op gebaseerd is, maakt deel uit van het Iron Curtain Project.