Met de onderhandelingen voor het Transatlantic Trade and Investment Partnership in volle gang (TTIP), zou je bijna vergeten dat er nog een veel groter handelsakkoord in de maak is: het Trans-Pacific Partnership (TPP), het verdrag tussen de Verenigde Staten en elf rond de Stille Oceaan. In tegenstelling tot TTIP wordt dit verdrag waarschijnlijk nog gesloten voordat president Obama het Witte Huis verlaat.

Het TTIP-verdrag krijgt hier logischerwijs veel aandacht, maar zeker op het gebied van geneesmiddelen is er weinig concreets over bekend. De gesprekken over TPP zijn daarentegen al veel verder gevorderd (ze lopen al sinds 2008).

De gelekte notulen

Nu Obama de bevoegdheid gekregen heeft om de handelsverdragen zonder extra democratische beschermingswal uit te onderhandelen, lijkt een akkoord een kwestie van tijd.

Meerdere malen lekten onderhandelingsnotulen uit waaruit blijkt dat de belangen van met name westerse multinationals worden behartigd

De vraag is wat dat precies gaat betekenen. Via WikiLeaks en The New York Times lekten meerdere malen onderhandelingsnotulen uit van de Amerikaanse onderhandelaars. Daaruit blijkt dat de belangen van met name westerse multinationals worden behartigd die sterk afhankelijk zijn van beschermd intellectueel eigendomsrecht.

Vooral farmaceutische bedrijven vallen in die categorie. Die steken als sector ook in het beïnvloeden van het verdrag en vormen misschien wel de prominentste bedrijfstak van de VS. Daarom is het aannemelijk dat de onderhandelingsagenda op dat gebied voor TTIP min of meer vergelijkbaar zal zijn.

Sterker intellectueel eigendomsrecht

Wat willen de producenten dan dat er in TTP moet worden vastgelegd? Allereerst wordt er onderhandeld voor de van de periode waarin merkbedrijven zich exclusief mogen beroepen op onderzoeksdata waaruit blijkt dat hun biologische geneesmiddelen veilig en effectief zijn, de zogenoemde data-exclusiviteit. Dat is de wens van de Amerikaanse handelsautoriteit United States Trades

Dat is een groot probleem voor generieke bedrijven produceren. Zij moeten zelf klinische proeven opzetten om registratieautoriteiten te overtuigen van de veiligheid van producten, of wachten tot de termijn van data-exclusiviteit (dus na twaalf jaar) komt te vervallen. Het gevolg: generieke concurrentie blijft langer uit en de medicijnprijzen blijven zodoende langer hoog.

Met name arme landen, in de meerderheid als uiteindelijke ‘begunstigden’ van het verdrag, zullen hun bevolking de toegang tot levensreddende medicijnen waarschijnlijk nog langer moeten ontzeggen dan nu al vaak het geval is.

Ook de patentbescherming van merkmedicijnen zal, zoals het er nu uitziet, worden verlengd. Zo wordt de termijn van medicijnpatenten mogelijk opgerekt tot langer dan twintig jaar. Het gevolg, wederom: langer geen concurrentie en dus duurdere medicijnen.

Minder dwanglicenties

Ook blijkt uit de gelekte documenten dat de Amerikaanse en Japanse onderhandelaars (landen met de grootste farmaceutische belangen) de wens hebben dat een nieuw patent op een al bestaand product niet enkel kan worden geweigerd op basis van een gebrek aan ‘verbeterde effectiviteit’ ten opzichte van het oorspronkelijke patent.

Mocht die wens worden ingewilligd, betekent dat voor medicijnontwikkelaars dat het eenvoudiger wordt om meerdere patenten op hetzelfde medicijn te krijgen, waardoor ze zich beter kunnen beschermen tegen patentinbreuk. Ook producten die inmiddels niet meer als innovatief worden gezien zouden daarvan kunnen profiteren.

Hogere eisen aan dwanglicenties zullen eveneens van drastische invloed zijn op de beschikbaarheid van medicijnen in arme landen (mits ze in het definitieve document worden vastgelegd). Met een dwanglicentie kunnen arme landen in sommige gevallen een formule van een merkmedicijn kapen om een product toch beschikbaar te krijgen voor de bevolking voor een lagere prijs.

Maar in mei vorig jaar lekte uit dat dwanglicenties onder TPP mogelijk worden beperkt tot gevallen waarbij ‘geen onredelijk conflict bestaat met de normale exploitatie van het patent.’ In vrijwel alle bekende gevallen van patentinbreuk hebben grote farmaceuten fel bezwaar gemaakt, dus de kans dat er een ‘onredelijk conflict’ wordt geconstateerd, is levensgroot.

Bedrijven krijgen meer invloed

Uit het lek van enkele weken geleden blijkt verder dat er in het verdrag ‘procedurele transparantie’ geëist wordt van participerende landen tijdens prijsbeoordelingen van nieuwe geneesmiddelen. Verschillende partijen, waaronder bedrijven zelf en het publiek, moeten rond de beslissing of een medicijn al dan niet vergoed wordt, amendementen kunnen indienen.

Bedrijven die met behulp van patiënten publiekelijk druk kunnen uitoefenen op prijsonderhandelingen zullen het maken van al moeilijke beslissingen impopulair maken

Met andere woorden: ze moeten zich kunnen bemoeien met de analyses van overheden om bepaalde medicijnen wel of niet voor publiek geld in aanmerking te laten komen. Dit lijkt een goede zaak, want het klinkt transparant.

Toch is het een gevoelige aangelegenheid, gezien het feit dat nieuwe kankerbehandelingen in westerse landen steeds onbetaalbaarder dreigen te worden en met terugkerende regelmaat uit vergoedingspakketten worden geweerd. Bedrijven die met behulp van patiënten publiekelijk druk kunnen uitoefenen op prijsonderhandelingen zullen het maken van al moeilijke beslissingen, het niet vergoeden van medicijnen omdat ze te duur zijn, nog een stuk impopulairder maken.

Bovendien moeten deze kosten-batenanalyses na het verdrag waarschijnlijk binnen een vast tijdsbestek worden uitgevoerd, wat de druk op onderhandelaars verder zal verhogen.

De juridische consequenties

Het is nog onduidelijk welke rol de inmiddels beruchte investeerder-staatarbitrage (ISDS) in dit verdrag voor farmabedrijven gaat spelen. Met name op het gebied van intellectuele eigendomsrechten zijn er serieuze risico’s.

Het handelsverdrag tussen VS en EU geeft bedrijven onnodig veel macht In TTIP wordt voor investeerders mogelijk de clausule opgenomen waarin overheden voor een arbitragetribunaal kunnen worden gesleept. Het geeft investeerders gevaarlijk veel macht. En waarom zijn de eigen rechtbanken eigenlijk niet goed genoeg? Lees hier het stuk terug

Zo heeft farmagigant Eli Lilly Canada op basis van het al bestaande Noord-Amerikaanse vrijhandelsverdrag voor een ISDS- tribunaal gedaagd. De reden? Het patent op twee medicijnen van Lilly werd vervroegd ingetrokken, omdat de middelen de therapeutische beloften niet zouden hebben waargemaakt. Lilly is het daarmee oneens en verlangt nu 500 miljoen dollar van de Canadese overheid wegens ‘onteigening.’

Wat is er dan afgezwakt?

Het is overigens niet zo dat de farmaceutische industrie het volledig voor het zeggen heeft. Sinds 2011 is een aanzienlijk deel van de gunstige industriestandpunten in het verdrag afgezwakt of verdwenen. Zo stond in een gelekt hoofdstuk van de onderhandelingen van destijds dat bedrijven ‘competitieve, marktgedreven prijzen’ konden eisen en procedures konden starten als zij het niet eens waren met de vergoeding.

Het zogenoemde ‘value pricing,’ waarbij fabrikanten hun prijzen niet zozeer baseren op de gedane investeringen maar op de vermeende waarde die een medicijn de samenleving oplevert, werd in eerdere notulen nadrukkelijk beschermd in TPP. Ook dat is verdwenen uit later gelekte onderhandelingsdocumenten.

Ook het plan om bedrijven de mogelijkheid te geven bij patiënten is geschrapt. Een einde maken aan of het afschaffen van prijsplafonds op basis van wat middelen tegen dezelfde ziekte kosten, net zo goed.

De gevolgen voor TTIP

Afgezien van de geschrapte bovenstaande controversiële punten, een hoop ‘mogelijk,’ ‘ lijken,’ of ‘ ziet er naar uit dat…’ En dat is precies het probleem. Dankzij gelekte documenten is er ongeveer een idee te krijgen hoe de onderhandelingen over TPP verlopen, maar officieel is het niet de bedoeling dat de inhoud van de verdragen op dit tijdstip voor publieke controle in aanmerking komt. Dat geldt in grotere mate nog voor TTIP, waar op het gebied van medicijnen nog veel minder bekend is van de mogelijke consequenties.

Nu Obama ook nog eens zijn zwaarbevochten mandaat heeft om de handelsverdragen zelfstandig uit te onderhandelen, is er serieus risico dat er te weinig nagedacht wordt over het patiëntbelang. Het Amerikaanse Congres kan, als de afgeschermde onderhandelingen zijn afgerond, alleen nog maar ‘ja’ of ‘nee’ stemmen, in plaats van met behulp van amendementen nog een koerswijziging forceren.

In Europa geldt een vergelijkbare situatie, waarin het Europees Parlement na het afronden van de TTIP-onderhandelingen alleen nog maar ‘voor’ of ‘tegen’ de verdragen kan stemmen.