Hoe een felbevochten EU-wet onze visserij en ecologie in het nauw drijft
Per 1 januari 2016 mogen vissers niet langer hun ongewenste bijvangst in zee gooien. Alle vis moet mee aan land. Dit is het gevolg van een EU-maatregel die visverspilling moet tegengaan. Maar in Nederland lijkt dit beleid de plank volledig mis te slaan. Gastcorrespondent Marieke Meesters en ik gingen op onderzoek uit.
De Britse celebritychefkok Hugh Fearnley-Whittingstall is boos. Hij kan het anno 2010 niet meer aanzien dat vissers hun bijvangst overboord gooien. ‘Visverspilling,’ noemt de chefkok het. Met de campagne Hugh’s Fish Fight gaat hij de strijd aan. De EU moet wetten maken die dit aanpakken.
Met een spectaculaire website, documentaire en tv-spotjes bereikt de campagne honderdduizenden mensen. Consumenten schrijven boze tweets en mails aan ministers. Beroemdheden zetten zich in om de verspilling tegen te gaan. Groene organisaties, waaronder Greenpeace en WWF, sluiten zich massaal bij de campagne aan.
Drie jaar later is de missie van de chefkok volbracht: Europa is om, het visbeleid wordt aangepast.
Vissen hebben geen aanlandplicht nodig
Ongewenste bijvangst staat bij de Europese Unie al sinds de jaren negentig op de agenda. Bijvangst bestaat deels uit vis die alsnog verkocht kan worden aan land en deels uit ongewenste bijvangst: heel jonge vis óf vis waar geen markt voor is. Al jarenlang wordt er gesteggeld over wat te doen met die laatste groep vissen. Tot nog toe waren vissers verplicht deze vis overboord te gooien. Met de nieuwe aanlandplicht moet de vis vanaf januari 2016 mee aan land.
De hoeveelheid bodemvis in de Noordzee is op peil en groeit zelfs
Voor een deel van de vissers betekent de aanlandplicht dat ze aanpassingen moeten doen aan de technieken die ze gebruiken. Dit zodat ze selectiever kunnen vissen en minder ongewenste vis hoeven aan te landen. De vissen die deze sector vangt, zoals haring en makreel, zwemmen in groepen van vissen van dezelfde soort. Dit zorgt ervoor dat er weinig bijvangst mee aan boord komt.
Daarnaast kan deze visserij gebruikmaken van sonar om de vissen op te sporen. Via een scherm aan boord kan precies vastgesteld worden waar ze de netten moeten uitgooien. De hoeveelheid bijvangst is door deze technieken relatief klein.
En onlangs is een nieuwe methode ontwikkeld waarmee verschillende vissoorten onderscheiden kunnen worden. Zo kan deze sector nog selectiever op doelsoorten vissen. Op die manier vangen ze minder vis die niet gebruikt kan worden en blijven de visbestanden op peil.
Voor de uitzonderlijke Nederlandse bodemvisserij, de grootste vissector van Nederland, gaat dit echter niet op. ‘Afgelopen jaren is gebleken dat het binnen deze sector heel lastig is selectiever te vissen,’ vertelt Nathalie Steins van het wetenschapsinstituut voor mariene ecologie IMARES. In de bodemvisserij kan namelijk niet op één grote groep gevist worden. Daardoor komen er veel meer jonge visjes en vis waar geen markt voor is in de netten terecht (ten opzichte van de visserij op vissen die in scholen zwemmen). Door dit verschil in bijvangst zal de aanlandplicht veel meer invloed hebben op de bodemvisserij.
En dat terwijl het goed gaat met de bodemvissen: ‘In Nederland hebben we geen aanlandplicht nodig om de bodemvisstanden op een goede manier te beheren, daar kan ik heel duidelijk over zijn.’ De hoeveelheid bodemvis in de Noordzee is op peil en groeit zelfs. Wat voor vis dat is? Onder andere de platte bruinkleurige schol en tong.
Eenlingen op de bodem van de zee
Cor Vonk is een van de bodemvissers die zich opmaakt voor deze grote aanpassing in de visserij. Met zijn kotter TX-1 vaart hij elke zondagavond de vishaven van Texel uit. Vijf dagen lang vaart hij met zijn broer en bemanning over de Noordzee, op zoek naar schol en tong. Net zoals zijn vader, ooms en grootvader dat deden.
De familie Vonk heeft niet voor de gemakkelijkste vis gekozen. Schol en tong zwemmen niet in scholen, maar in hun eentje. ‘We kunnen niet op een schermpje zien waar ze in een groepie zwemmen, zoals bij de haringvisserij. Het is altijd weer een verrassing wat er boven water komt,’ vertelt Vonk in zijn schippershut.
Niet gek dat de ongewenste bijvangst in deze sector aanzienlijk groter is dan in andere delen van de visserij. Het is dus niet eenvoudig selectief te vissen binnen deze sector, wat nu wel gevraagd wordt door de aanstaande aanlandplicht.
Vanaf Texel varen wekelijks elf kotters zoals die van Cor Vonk uit. In heel Nederland zijn het er ongeveer honderd. De hoeveelheid ongewenste bijvangst die deze vissers overboord gooien, is de laatste jaren al afgenomen door aanpassingen in de vistechniek. Gemiddeld gaat er nog altijd 40 procent van de vangst overboord. Dat komt jaarlijks neer op zo’n 40.000 ton aan jonge kleine vis en dieren waar geen markt voor is, zoals krabben en zeesterren.
Selectief vissen blijft echter moeilijk binnen de bodemvisserij. Elke twee uur spoort Vonk zijn vijf bemanningsleden aan de netten omhoog te halen. De bemanning haalt de netten leeg, gooit de vissen op de lopende band en begint met selecteren. ‘De eerste ongewenste vis is na een minuut alweer overboord, dat gaat hartstikke snel. Als ik dan uit mijn stoeltje stap en naar buiten kijk, zie ik allemaal vissen naar beneden zwemmen. Die vis gaat hier zowat springlevend overboord,’ vertelt Vonk.
Verschillende onderzoeken laten een minder positief beeld zien. De gevonden overlevingskansen in de studies variëren van 10 tot 40 procent. Vaststellen hoeveel vissen er al dan niet levend overboord gaan, blijft echter moeilijk te bepalen. Als de vissen eenmaal weer in de zee belanden, zijn ze niet te volgen.
Hoe de campagne liep
Chefkok Hugh Fearnley-Whittingstall houdt het in zijn Fish Fight op 50 procent. Al snel sluiten collega’s Jamie Oliver en Gordon Ramsay zich bij hem aan. Zijn Fish Fighting army, bestaande uit ngo’s, consumenten en celebrity’s, voert wereldwijd actie. 870.000 mensen tekenen zijn petitie. Hun bezwaren: eetbare jonge vis gaat overboord en dat is voedselverspilling.
In Brussel worden één voor één de verschillende lidstaten overtuigd van het belang van de aanlandplicht. Prominenten schrijven hoge heren aan en vanuit milieuorganisaties ontstaat een grote lobby voor de aanlandplicht. Twitter stroomt vol met actieberichten: ‘@obaykaner - #fishfight Such an important cause! Get involved people!!’ Ook in Duitsland, Frankrijk, Spanje en Polen staan celebritychefkoks op om in eigen land het protest aan te wakkeren.
In reactie op de maatschappelijke vraag naar een verbod op het overboord gooien van ongewenste bijvangst, zijn we nu tot een aanlandplicht gekomen
Femke Nagel, programmaleider Oceanen bij Greenpeace verwondert zich over de steun die Fearnley-Whittingstall kreeg: ‘Hij werd heel groots gesteund door de maatschappij. Hij is de grote aanjager van de aanlandplicht geweest.’
De maatschappelijke druk op ministers en eurocommissarissen groeit. In juni 2011 komt de Europese Commissie met een voorstel voor een nieuw Gemeenschappelijk Visserijbeleid. De aanlandplicht krijgt alle aandacht. Vier maanden later klinkt ook vanuit Den Haag een ‘ja’ voor de nieuwe EU-wet.
In mei 2013 is het moment daar. ‘In reactie op de maatschappelijke vraag naar een verbod op het overboord gooien van ongewenste bijvangst, zijn we nu tot een aanlandplicht gekomen,’ zegt de hoogste ambtenaar van het directoraat Visserij van de Europese Commissie tijdens een vergadering.
Hugh’s Fish Fight heeft zijn doel bereikt. Vanuit een algemeen gevoel van ontevredenheid over visverspilling is nu een algemene regel ingevoerd die slechts voor een deel van de vissector zijn doel treft.
Een desastreuze plicht voor de Nederlandse bodemvisserij
De Nederlandse bodemvisserij reageert onthutst. Deze plicht kan tot de ondergang van de vloot leiden. ‘De gehele Nederlandse visserij is faliekant tegen,’ zegt Pim Visser van belangenorganisatie VisNed. Voor de Nederlandse bodemvisserij lijkt het dan ook een onmogelijk door te voeren aanpassing. ‘Het is niet te doen voor deze vissers. Hun hele werkwijze, hun technieken, hun schepen, alles is ingericht op het vangen van marktwaardige vis en het teruggooien van de overige vis. We hebben berekend dat alle schepen aanpassen ongeveer 13 miljoen per jaar kost. En dat op een industrie die jaarlijks 5 miljoen winst maakt. Dat levert grote problemen op.’
De angst voor de gevolgen van de aanlandplicht is groot: weglopend personeel en het faillissement van vissersbedrijven. En dan de natuur nog.
Want de Europese Commissie wil de ecologie een handje helpen met de aanlandplicht. Door invoering van de aanlandplicht hoopt de commissie op minder verspilling van natuurlijke hulpbronnen, bevordering van de visbestanden en stimulatie van het ecosysteem en de biodiversiteit. Binnen verschillende vissectoren is de verwachting dat de nieuwe maatregel daar minder problemen oplevert.
Maar zowel biologen als ecologen vrezen dat de aanlandplicht in Nederland en andere aan de Noordzee grenzende landen alleen maar tot meer natuurproblemen leidt. 10 tot 40 procent overleeft nu bij teruggooien, per 2016 gaat álle vis dood mee het land op. ‘We weten niet precies wat de overlevingskans van de teruggegooide vissen is. Zeker is dat als ze aangeland worden, ze sowieso doodgaan,’ vertelt Nathalie Steins.
Het is binnen deze sector mogelijk verstandiger de vis niet aan te landen, blijkt ook uit onderzoek van Schotse visserijbiologen. ‘Met een heleboel visbestanden gaat het nu juist hartstikke goed. Er heeft sinds de start van ons onderzoek in 1957 nog nooit zoveel schol in de Noordzee gezwommen,’ aldus Steins.
Ook Cor Vonk en zijn medevissers maken zich druk om het aantal vissen in de Noordzee dat volgens hen zal afnemen door de aanlandplicht. Tussen de vissen die weer terug in de Noordzee worden gegooid zitten veel ‘ondermaatse’ visjes, kleine vissen die nog niet volgroeid zijn. ‘Wij noemen het kindermoord om al die kleine vissen mee aan land te nemen. Het gaat tegen alle principes in, voor zowel de natuur als voor onszelf. We maken dan onze eigen markt kapot, die vis kunnen we later niet meer vangen als hij volgroeid is.’
Het idee van een selectievere visserij als gevolg van de aanlandplicht gaat in de Nederlandse bodemvisserij kortom niet op. De bodemvissen zwemmen als eenlingen in de zee en zijn flexibele vissen, waardoor vooral de dure Noordzeetong ontsnapt uit netten met te ruime gaten. In de netten met nauwe gaten, die om deze reden gebruikt worden, blijft veel ongewenste vis achter. Nathalie Steins ziet dit terug in de onderzoeken van IMARES: ‘In de bodemvisserij zullen altijd vissoorten in de netten komen die je er niet in wilt hebben. De aanlandplicht zorgt alleen voor vooruitgang als het voor selectiever vissen zorgt, maar dat is voor de Nederlandse visserij dus heel moeilijk.’
Volgens Greenpeace zegt het niet-selectieve karakter van de bodemvisserij genoeg over deze vissector: ‘De aanlandplicht is desastreus voor het meest schadelijke deel van de Nederlandse vloot. Het laat zien dat ze als de sodemieter anders moeten gaan vissen.’
Een McDrive voor vogels
In opdracht van het ministerie van Economische Zaken doet IMARES onderzoek naar de effecten van het overboord gooien van ongewenste bijvangst in de Noordzee. Na jaren van observatie stelt het instituut vast dat het ecosysteem eraan gewend is geraakt. Een deel van de vis overleeft en draagt bij aan het visbestand. Het dode deel wordt opgegeten door andere vissen. Ook veel vogels eten ervan.
Een deel van die vis overleeft en draagt bij aan het visbestand. Het dode deel wordt opgegeten door andere vissen of vormt een voedingsstof voor het systeem
‘Rondom vissersboten zie je altijd vogels die zowel de levende als dode vissen eten. Een soort McDrive voor vogels,’ aldus Steins. Onderzoekers van het Koninklijk Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee en het Schotse Marine Laboratory concludeerden dat verschillende vogelpopulaties achteruitgaan als er geen vis meer overboord gaat. IMARES werkt in veel onderzoek naar de Noordzee samen met organisaties in Schotland, Engeland en België. Ook in deze landen komt de bodemvisserij in de problemen door de nieuwe aanlandplicht.
Volgens Greenpeace is het huidige ecosysteem sterk beïnvloed door de visserij: ‘Er is nu een soort monocultuur gecreëerd en dat is niet wenselijk,’ constateert Femke Nagel. Doordat momenteel dode vis terug in zee wordt gegooid, ontwricht het natuurlijke systeem. De organisatie hoopt dat met de ingang van de aanlandplicht uiteindelijk weer meer diversiteit in en om de Noordzee ontstaat. Maar met de beperkte mogelijkheden om selectiever te vissen binnen de Nederlandse visserij in het achterhoofd, is het de vraag of dát mogelijk is.
Geen ecologische, maar ethische discussie
Wat de nieuwe EU-plicht met het ecosysteem onder water zal doen, weet niemand. Het kan negatieve gevolgen hebben voor visbestanden, vogelpopulaties en voedselsystemen. Maar geen enkele ecoloog is gevraagd dit uit te zoeken: ‘Deze maatregel, die potentieel heel grote gevolgen voor het ecosysteem heeft, is gewoon ingevoerd,’ zegt Steins verbaasd. In de besluitvorming ging de Europese Commissie voorbij aan de potentiële negatieve gevolgen van de invoering van de aanlandplicht. Waar normaal gesproken een uitgebreide milieueffectrapportage wordt uitgevoerd bij elke ingreep in de natuur, werd voor de aanlandplicht geen enkel onderzoek gedaan.
Met Hugh’s Fish Fight kwam de discussie over het teruggooien van ongewenste bijvangst binnen de Europese Commissie in een stroomversnelling. De maatschappelijke druk liep hoog op, de aanlandplicht moest er snel komen. Voor onderzoek naar specifieke situaties en uitzonderingen was niet genoeg tijd.
Tijdens een bijeenkomst eind 2014 met het ministerie van Economische Zaken en verschillende vissersorganisaties concludeert een medewerker van EZ: ‘De reden voor de aanlandplicht is een ethische discussie geweest over verspillen, over of het verantwoord is kleine visjes terug te gooien in zee. De grote maatschappelijke onrust is de reden dat die plicht er is gekomen. Ecologisch is er misschien geen reden.’
En zo kwam een EU-aanlandplicht tot stand die honderdduizenden Fish Fighters een voldaan gevoel bezorgt, maar ondertussen zowel de Nederlandse visserij als ecologie in het nauw brengt.
En nu?
De plicht is bindend en vanaf 2016 moet ook de Nederlandse bodemvisserij eraan geloven. Op 1 juni presenteerde staatssecretaris Sharon Dijksma (PvdA, Economische Zaken) de Tweede Kamer een stappenplan om de aanlandplicht met ‘maximale rek en ruimte voor de Nederlandse visserijsector’ in te voeren. Met extra onderzoek en onderhandelingen bij de EU hoopt ze er het beste van te maken.
Wat Greenpeace betreft kan Dijksma niet streng genoeg zijn met de invoering van de aanlandplicht: het werkt als stok achter de deur voor een duurzame Nederlandse visserij. Maar visser Cor Vonk ziet geen manier waarop de aanlandplicht succesvol ingevoerd kan worden: ‘Het enige wat ik hoop is dat zowel wetenschap als overheid gaat inzien dat het eigenlijk gewoon doodzonde is om al die vis aan te landen.’
Een hard hoofd heeft hij in de toekomst van de visserij. De situatie bij de visserij op grote scholen geeft hem weinig hoop. Bij hen werd de aanlandplicht al begin dit jaar ingevoerd. Voor deze vissers is de maatregel minder ingrijpend, omdat selectiever vissen voor hen mogelijk is doordat de vissen vlak bij elkaar zwemmen. Toch hebben ook zij te maken met grote hoeveelheden ongewenste bijvangst. De grote visschepen zitten wekenlang op zee, waarbij alle bijvangst ingevroren wordt. Aan land staan nu vrieshuizen vol met kilo’s aan vis waar nog altijd geen markt voor is. Een slechte voorbode voor komend jaar.
Ik schreef dit verhaal samen met Marieke Meesters.