Er is een loopgravenoorlog gaande tussen de Nederlandse gemeenten en het Rijk. Formeel hebben de burgemeesters gezag over de politie, maar met de invoering van de Nationale Politie zijn ze veel macht kwijtgeraakt. Den Haag bepaalt zodoende welke politiebureaus sluiten en hoeveel agenten een gemeente heeft. Als burgers vragen om ingrijpen bij horecaoverlast of hangjongeren, hebben burgemeesters vaak de politiecapaciteit niet, terwijl ze wel verantwoordelijk zijn voor de openbare orde.

Daarom zijn gemeenten de afgelopen jaren gaan investeren in hun eigen geüniformeerde handhavers op straat: buitengewoon opsporingsambtenaren met een (beperkte) opsporingsbevoegdheid. Zij doen licht politiewerk: ze pakken overlast door hangjongeren, wildplassen of wangedrag in uitgaansgebieden

Het lijkt er zodoende op dat de gemeentepolitie terug is. Dit terwijl Den Haag daar met de invoering van de Nationale Politie juist vanaf wilde. Binnen de politie zijn de meningen over de boa’s verdeeld. Sommigen vinden het prima dat ‘lichtblauw’ werk overneemt waar de politie zelf niet aan toekomt. Anderen vinden het een dat de politie zelf te weinig op straat kan rondlopen en zodoende de contacten met de burgers verliest.

Foto: Martijn van de Griendt

Hoe gaat de samenwerking?

Om te zien hoe het werk van de boa er in de praktijk uitziet, loop ik twee keer mee met de handhavers in Amsterdam. Een keer met de taxihandhaving bij het Centraal Station en een keer met de Vliegende Brigade ’s nachts op het Rembrandtplein.

Ik heb bewust voor de hoofdstad gekozen. Van alle Nederlandse gemeentes delen de boa’s (bij Handhaving en Toezicht werken er 160) daar de boetes uit: 79.000 vorig jaar, tegen bijvoorbeeld 51.000 boetes in Rotterdam. Bovendien heeft Amsterdam verreweg de meeste taxi’s van heel Nederland, zo’n 4.000 - en dus ook de meeste

‘Politie en Handhaving en Toezicht werken nauw samen. ‘Dat was vijf jaar geleden vloeken in de kerk’

Amsterdam is bovendien interessant omdat de handhavers in de stad verregaand samenwerken met de politie. Dat vertelt Fred Schara, uitvoermanager van Handhaving en Toezicht. ‘In de openbare ruimte handhaven we op de We schurken tegen de politie aan, daarom zijn er minder agenten nodig

De nieuwe handhaver heeft andere vaardigheden nodig dan de stadswacht en parkeercontroleur. ‘Dit gaat om het aanpakken van gedrag,’ zoals Schara het zegt. Politie en Handhaving en Toezicht werken nauw samen. ‘Dat was vijf jaar geleden vloeken in de kerk bij de politie,’ zegt Schara. De politie nam de boa’s toen nog niet erg serieus. Nu coachen agenten boa’s zodat ze zelfstandiger leren optreden op straat, Handhaving en Toezicht heeft op zijn beurt agenten opgeleid om de taxiverordening te handhaven. De vraag is dan: is die samenwerking de oplossing voor het gebrek aan capaciteit bij de politie?

Foto: Martijn van de Griendt

Op stap met de taxihandhavers

Vrijdagmiddag, 26 juni. Na een halfuur taxicontrole hebben we de eerste scheldpartij te pakken. Een van de taxichauffeurs die aan de kant is gezet, begint te foeteren: ‘NSB’ers! Dit gebeurde in de Tweede Wereldoorlog ook!’ De handhavers met wie ik op stap ben, geven geen krimp. De man is aan de kant gezet omdat hij de weg naar de taxistandplaats bij het Centraal Station (CS) blokkeerde. Hij beweert zelf met hoogstens een halve meter, volgens de ambtenaar stond hij ernstig in de weg. Hij reageert laconiek, de sanctie op zijn overtreding – drie maanden verbanning van de taxistandplaats voor Amsterdam Centraal – wuift hij weg: ‘Ik ga lekker drie maanden vrij nemen. Ik had toch nog geen vakantieplannen.’

De taxicontrole vindt plaats op de Droogbak, een plein vlak bij het Centraal Station. Medewerkers van Handhaving en Toezicht, de politie en de Belastingdienst zijn vanaf vier uur bezig. Samen controleren ze of chauffeurs zijn aangesloten bij een Toegelaten Taxiorganisatie (een TTO), of ze het juiste daklicht hebben, of de kilometer- en taximeterstanden kloppen en of hun auto’s technisch in orde zijn.

Bij de taxistandplaats bij het station staat verder nog een handhaver in burger – de handboeien in zijn binnenzak zodat het niet te veel opvalt. Hij let op overtredingen bij de standplaats, zoals halthouden voor groen licht om zo een klant op te pikken. Als de handhaver een overtreding ziet, krijgen motorrijders van de politie of van de dienst Handhaving en Toezicht van de gemeente een seintje en die escorteren de chauffeur naar de Droogbak.

Waarom wordt hier gecontroleerd?

Amsterdam heeft tussen de 3.500 en 4.000 taxi’s, waarschijnlijk de helft van het totaal in Nederland. Daarvan rijden er op een willekeurige avond minimaal 1.500 rond, in een stad die niet gebouwd is op autoverkeer. Het liefst staan ze op de standplaats voor CS, omdat daar een constante stroom van klanten is. Daar is plaats voor welgeteld vijftien taxi’s.

Ziehier in het kort het probleem met de Amsterdamse taxi’s: het zijn er domweg te veel. Het lastige is dat de Taxiwet geen limitering toestaat. De gemeente Amsterdam heeft daarom in 2013 zelf een taxiverordening ingevoerd die chauffeurs verplicht om zich aan te sluiten bij een Toegelaten Taxiorganisatie, een TTO. Dat betekent dat chauffeurs van buiten Amsterdam niet meer welkom zijn om hier klanten op te pikken.

Juridisch gezien is de samenwerking tussen al die instanties bij de taxicontrole nogal complex. Veel chauffeurs snappen het niet en vragen of ze een bekeuring krijgen. Nee, ze krijgen een waarin hun overtreding omschreven staat. Sommigen vragen wat het is, anderen weten het al. Het leidt tot een sanctie: meestal drie maanden niet op CS. Er zijn dit jaar al zo’n tweehonderd schorsingen uitgedeeld.

Soepele samenwerking

De handhavers zijn streng, maar ook beleefd en hoffelijk. Een van de chauffeurs laat in zijn zenuwen zijn pasjes vallen, waarna een van de handhavers door zijn knieën zakt om ze op te rapen. De motorrijder van de gemeente stapt de weg op om het verkeer te stoppen, zodat een taxibusje na de controle makkelijker achteruit kan steken. Hoewel hij met indrukwekkend volume ‘effe wachten’ tegen de chauffeur brult rijdt de taxi toch achteruit tegen de handhaver aan. Niet heel hard, maar toch. Die verdubbelt zijn volume: ‘Ik zei toch: effe wachten! Zo moeilijk is dat toch niet?’

‘Ik zei toch: effe wachten! Zo moeilijk is dat toch niet?’

De belastingman gaat onverstoorbaar door met het controleren van de meters en het opschrijven van de standen. Die worden later op kantoor vergeleken met de gegevens die de fiscus zelf bijhoudt. Tussen de bedrijven door werkt hij achterin het politiebusje zijn papieren bij. De verschillende diensten werken soepel samen.

Wat niet soepel loopt, is de communicatie. De handhavers kunnen sinds 16 juni door een technische wijziging niet meer met de politie praten via het Dat maakt zo’n gezamenlijke actie er niet eenvoudiger op, omdat agenten en handhavers bijvoorbeeld niet via de mobilofoon met elkaar kunnen overleggen waar ze de taxi’s precies willen hebben. Er wordt aan een oplossing gewerkt, tot die tijd wisselen de mensen op straat mobiele nummers uit.

De laatste chauffeur die vanavond wordt binnengebracht is ‘totaal gefrustreerd.’ Hij is gepakt omdat hij zonder daklicht reed. De ramadan valt hem zwaar en hij is wanhopig: ‘Meneer de agent, alstublieft!’ Het busje krijgt de gebruikelijke controle: de handhavers schrijven hun rapport, de belastingman kijkt voorin, de politie inspecteert de rest van de bus. Dan blijkt ook dat de schuifdeur niet vanbinnen geopend kan worden en dat er geen noodhamer in de auto ligt. Bij een ongeluk kunnen de passagiers geen kant op. De chauffeur krijgt een rapport van bevinding voor het daklicht, maar tot zijn opluchting geen boete voor de kapotte deur en het ontbrekende hamertje - ook omdat de politie terughoudend is met bonnen. ‘En succes met de ramadan,’ krijgt hij nog mee bij het wegrijden.

Op stap met de Vliegende Brigade

Vrijdagnacht, 3 juli. Ik loop mee met teamchef Metin en van de Vliegende Brigade. Deze boa’s gaan handhaven op gedrag, zoals wildplassen en alcohol drinken op straat. Het Rembrandtplein is berucht om de nachtelijke vechtpartijen. Net als de politie verrichten ook de boa’s regelmatig aanhoudingen– daarvoor zijn ze als buitengewoon opsporingsambtenaar bevoegd. ‘De politie roept bij problemen ook boa’s op om te assisteren,’ had Metin me eerder op kantoor al verteld. ‘Bij een grote vechtpartij is alle hulp nodig.’ Het is warm vanavond, een hittegolf is op komst.

Foto: Martijn van de Griendt

Het is voor de gemeente een bijzondere avond. Het is de eerste keer dat er zogenoemde ‘hosts’ rondlopen op het plein. Nog meer toezichthouders. Deze zijn onderdeel van een groter project om geweld in het uitgaansleven in de weekends terug te dringen. De hosts zijn geen ambtenaren en hebben ook geen bevoegdheden, hun taak is puur om het publiek vriendelijk aan te spreken op gedrag. Ze worden betaald door horeca en gemeente. De hosts hebben net de dag ervoor hun T-shirts gekregen van burgemeester

Er lopen die nacht nogal wat toezichthouders en gezagsdragers op het plein. Er zijn verkeersregelaars in gele fluoriserende pakken, er is een ploeg in blauwe T-shirts die fietsers van het plein houdt, er zijn hosts in hun nieuwe witte T-shirts, er zijn handhavers van Handhaving en Toezicht (te voet in uniform en in burger en op de mountainbike) met wie ik meeloop, er zijn handhavers van stadsdeel Centrum in burger die geluidsmetingen doen en er is uiteraard de politie. Daarnaast zijn er nog de tientallen portiers.

Foto: Martijn van de Griendt

‘Kleine dingen klein houden’

Metin loopt in burger achter zijn twee handhavers aan. Steven doet dit werk al 31 jaar: ‘Kleine dingen klein houden. Het gaat niet om de bekeuring, maar om het veranderen van gedrag.’ Zahra doet het werk sinds 2011 en is enorm fanatiek: ‘Ik vind dit echt leuk!’ Op een gegeven moment wijst ze me op een groepje jonge mannen, midden op het plein.

De meeste mensen die op het plein rondhangen zijn toerist en opvallend braaf. De jonge mannen uit de Top 600 vallen uit de toon. Ze kijken anders, zijn alerter. Voor hen zijn de toeristen potentiële prooien, zeker als ze later op de avond onder invloed zijn. Om drugs aan te verkopen, of te beroven. De boa’s kennen hun werkwijze. Ze pappen aan met de toeristen en zeggen dat ze bijvoorbeeld nog wel een goed appartement weten. Ze lopen even mee en beroven de toerist dan bij het Waterlooplein. Nu doen ze niets strafbaars, maar de boa’s houden hen in de gaten en spreken hen regelmatig aan.

Foto’s: Martijn van de Griendt

Op sommige plaatsen op het plein kun je tegen de hasjdampen leunen. Een van de handhavers houdt met een veelbetekenende grijns zijn hand met gespreide vingers voor zijn gezicht, om aan te geven dat de gemeente dat hier door de ziet. Het grote probleem is Tot een uur of drie is het over het algemeen gezellig. De vechtpartijen en aanhoudingen komen erna. Er is een rechtstreeks verband met de hoeveelheid drank die tegen die tijd naar binnen is gegoten.

Op het plein en in de stegen en straten eromheen zelf mag niet meer gedronken worden. De handhavers spreken er de ene na de andere toerist vriendelijk op aan. ‘Die komen naar Amsterdam en denken natuurlijk dat hier dus die krijgen geen bon.’ Amsterdammers komen er minder makkelijk van af. Zahra is op jacht naar wildplassers. In een steegje betrapt ze een student op heterdaad. Ze stormt erop af. Hij krijgt een bekeuring van 140 euro voor het wildplassen. Een medestudent kijkt geamuseerd toe: ‘Gast! 140 euro? En hij heeft niet eens gespetterd.’

De strenge handhaving maakt op het eerste gezicht een overdreven indruk - totdat je bewoners op hun teenslippers tussen de plassen urine voor hun deur ziet laveren. Zaken als geluidsoverlast, wildplassen, hondenpoep en hangjongeren staan al jaren bovenaan de lijstjes met zaken waar burgers zich aan ergeren.

Foto: Martijn van de Griendt

Tegen halfdrie begint de stemming om te slaan. Mensen worden luidruchtiger en beginnen te lallen. Een man sprint langs Zahra en gooit een fles drank in de prullenbak. ‘I’m too quick for you,’ roept hij in Cockney-Engels. Zahra blijkt hem een tijdje daarvoor voor drinken op het plein op de bon geslingerd te hebben. De man is duidelijk dronken en opgefokt. ‘I’ve been in prison for nine years. I’m not going back again.’ Hij vraagt waar hij drugs kan kopen. De handhavers laten zich niet uit hun tent lokken. De man geeft ons allemaal een hand: ‘I’m a human being with a heart.’ Hij begint te vertellen dat hij dan wel in de bak heeft gezeten, maar dat hij criminelen bestrijdt: ‘I fight Moroccans and niggers every week.’ Hij laat zijn knokkels zien: voor zover zichtbaar in het licht van de lantaarnpalen lijken er inderdaad littekens op te zitten. Hij begint weer een heel verhaal –‘I’m not a racist’– maar druipt dan af.

Geen nieuwe gemeentepolitie

Uiteindelijk zijn er die nacht geen noemenswaardige incidenten. Het was rustig, constateren de handhavers tevreden. Rond een uur of drie blijkt de ME-bus, die uit het zicht bij het Thorbeckeplein stond, vertrokken. Op weg naar het Leidseplein, waar het wel onrustig is. Als ik er om halfvier langsfiets, rijden de arrestantenbusjes af en aan. Er staan een ambulance en zeker twee ME-busjes.

De handhavers werken goed samen met de politie en hebben sommige taken prima overgenomen

Ik ging op pad met de vraag of boa’s de nieuwe gemeentepolitie kunnen worden, nu burgemeesters een deel van hun zeggenschap zijn kwijtgeraakt aan Den Haag. Bij de taxi’s en het Rembrandtplein laten ze zien dat ze het veiligheidsbeleid van de gemeente heel gericht en op maat kunnen uitvoeren. Ze werken goed samen met de politie en hebben sommige taken prima overgenomen. De situatie op het Leidseplein zou duidelijk een maatje te zwaar zijn voor boa’s alleen. Ze kunnen de politie niet vervangen – al was het maar om de simpele reden dat er veel te weinig boa’s zijn om een stad als Amsterdam op orde te houden. De gedachte dat zij de nieuwe gemeentepolitie zouden kunnen worden, lijkt me overtrokken.

De politie van de toekomst houdt iedere burger non-stop in de gaten De Nationale Politie zet steeds meer in op het zogenoemde predictive policing: het voorspellen van crimineel gedrag door middel van grootschalige monitoring en data-analyse. Daarmee zou de politie al kunnen ingrijpen voor er een misdaad gepleegd is. Gastcorrespondent Anne Schepers zocht uit hoe ver de politie ermee is en wat de gevolgen kunnen zijn voor de rechtspositie van burgers. Lees het stuk hier terug De zeven plagen van de Nationale politie De afgelopen jaren kwam na veel gedoe de Nationale Politie tot stand. De kritiek was niet van de lucht. Intussen geeft de top het ook zelf toe: er zijn grote financiële tekorten, de reorganisatie verloopt moeizaam en de politie komt om in het werk. Wat zijn de grootste problemen waar de politie nu mee tobt? En: vallen ze te verhelpen? Lees het stuk hier terug De politie staat rood (en dat ligt niet aan de korpschef) De politiebonden voeren actie omdat agenten al vier jaar geen loonsverhoging hebben gehad. Het probleem: daar is helemaal geen geld voor. De politie eet de eigen reserves op en moet miljarden lenen bij het ministerie van Financiën om de gaten te dichten. Hoe meer blauw op straat tot rode cijfers leidde. Lees het stuk hier terug