Door deze slimme innovaties worden festivals straks ook een feest voor natuur en klimaat

Tijdens de opbouw van het festival Welcome to The Village. Foto: Ruben van Vliet

Op Welcome to The Village, een muziekfestival in Friesland, kon je afgelopen weekend fietsend smoothies mixen, slapen in kartonnen tentjes en je urine in kunstmest omzetten. Zet dat zoden aan de dijk? Ik ging erheen en zag het festival van de toekomst voor mijn ogen verrijzen.

Het groene, waterrijke terrein van de Groene Ster in Leeuwarden werd dit jaar voor de derde keer drie dagen lang omgetoverd in een minimaatschappij, waar ongeveer 7.500 mensen dansen, urineren, poepen, drinken en slapen.

Tijdens is er heel veel , foodtrucks verkopen al dan niet exotische waren - pizza met zeewier, handgeraapte oesters, maiskolven - en in een buitenrestaurant wordt geserveerd.

Welcome to The Village is een van de ruim 800 festivals die jaarlijks in Nederland worden georganiseerd, en Goed voor meer dan 20 miljoen bezoekers – die samen natuurgebieden plattrappen, duizenden plastic bekers verbruiken en zorgen voor een torenhoog energiegebruik. Dat laatste wordt nog eens verhoogd door het grote aantal podia dat op deze festivals aanwezig is.

Directeur Sjoerd Bootsma van Welcome to The Village zag de cijfers van 2014 onder ogen: in 2014 zorgde dit festival voor 16 ton afval, werd ongeveer 7.600 liter diesel verbruikt en meer dan 30.000 kilowattuur Hij zag zijn eigen festival het milieu danig belasten.

Foto: Ruben van Vliet

Dat kan anders, zo dacht hij. Hij richtte laboratorium DORP op, waar bedenkers van technologische en creatieve innovaties zich presenteren aan het publiek en allerhande ‘festivalproblemen’ oplossen, waarvan de drie belangrijkste energieverbruik, afval en de aanslag op de natuur zijn.

‘We waren al bezig met dit onderwerp toen we hoorden wat er allemaal ontstaat tijdens festival vertelt hij. ‘Dat is de jaarmarkt van Silicon Valley geworden. Daar worden gasten met goede en scherpe ideeën bij elkaar gebracht. Dat wilde ik ook.’

De drie grote problemen van elk festival - het energieverbruik, de afvalberg en de natuurvervuiling - worden in laboratorium DORP van verrassende oplossingen voorzien. Nu nog als experiment, maar straks willen de Friezen er de hele wereld mee veroveren.

1: Fietsen voor smoothies

In het paviljoen fietst een roodharig meisje zich het schompes op de Blenderbike, waarmee je binnen 30 tot 45 seconden genoeg energie genereert om een lekkere smoothie te maken. Naast haar draaien de makers van Wip je Wasje speels een was. Onder hun zitvlak op de wipwap zitten borstels die uitkomen in een emmer, waar festivalbezoekers hun vieze was in kunnen doen. Die er na een rondje wipwappen schoner uitkomt.

Het zijn leuke initiatieven, maar de innovaties die hier worden gedaan moeten uiteindelijk verder de wereld in, zegt Bootsma. ‘Vorig jaar hadden we een paviljoen van de TU Delft, waar onder meer een bubbelbad in stond. Het publiek moest dat aandrijven door te fietsen. Dat is natuurlijk ontzettend leuk, maar ik wil meer. Ik wil dat zo’n uitvinding mijn festival aandrijft, zodat wij minder gaan verbruiken. Innovatie moet meer dan amusement zijn.’

Als een goed idee dit festival kan veranderen, kan het daarna ook de stad veranderen. En daarna het hele land en de wereld. Daar geloof ik heilig in

De heren van zijn wat dit betreft een goed voorbeeld. Op het festival zetten zij bananenschillen om in biogas, dat weer gebruikt wordt voor het opladen van telefoons. Het grote doel achter hun aanwezigheid gaat echter verder; ze installeren simpele in ontwikkelingslanden. Daar hebben ze geld voor nodig en dat geld komt alleen maar binnen als hun stichting meer naamsbekendheid krijgt.

Een van de succesverhalen van deze stichting speelt zich af in Colombia. Doordat zij een champignonkweker hielpen met een simpele installatie, kan hij nu dagelijks één à twee uur koken van het organische afval van zijn bedrijf. Diverse agrarische bedrijven in Nederland maken ook al gebruik van zo’n biogasinstallatie. En wie weet volgt ooit de particuliere markt. Sjoerd: ‘Als een goed idee dit festival kan veranderen, kan het daarna ook de stad veranderen. En daarna het hele land en de wereld. Daar geloof ik heilig in.’

Een ander belangrijk initiatief komt van De festivaldirectie vroeg hun om de lange weg naar de camping duurzaam te verlichten. In antwoord daarop maakten de lichtkunstenaars 250 interactieve lichtbollen, de Pixi’s, die gezamenlijk een deel van de donkere campingroute verlichten. Via een ingebouwde chip genereren ze hun eigen wifi en kunnen ze communiceren met elkaar. De festivalbezoeker krijgt een eigen exemplaar aan het begin van de route en ziet al lopend steeds de lampjes aan de zijkant van de route oplichten. Niet alleen nuttig, ook nog een betoverend schouwspel.

Ook urine blijkt geschikt voor efficiënt gebruik. Zo zetten ze bij Pee Power urine om in struviet (een fosfaat vangende kunstmest) die later gebruikt wordt voor de festivalmoestuin. In Denemarken gaan ze hierin trouwens nog een stapje verder. Vorige week werd bekend dat het festival Roskilde urine van festivalbezoekers wil gebruiken En op het Britse Glastonbury wordt plas omgezet in energie die ’s avonds de wc-hokjes verlicht.

2: Slapen in kartonnen tentjes

Organisch afval wordt dus omgezet in energie. Maar er is ook voldoende niet-organisch afval op een festival. Denk aan de duizenden wegwerptentjes, die festivalbezoekers achteloos achterlaten na een weekend slapen. Architect komt met een onverwachte oplossing: de KarTent, een tent van karton.

De KarTent. Foto: Ruben van Vliet

Portheine is niet de eerste die hiermee experimenteert, maar door hier te staan met een scherpe prijs (een KarTent kost 35 euro), bereikt hij meteen een groot publiek. Zijn KarTent is gemaakt van diverse lagen Kraftkarton, is vier dagen waterdicht – garandeert Jan – en kan gerecycled worden.

Het idee om een tent te maken van karton ontstond nog maar twee maanden geleden, maar lijkt nu al een hit te zijn dit festivalseizoen. Vanuit diverse festivals krijgt hij aanvragen binnen en hij hoopt dat zijn tent de komende zomer op zo veel mogelijk evenementen opgezet wordt.

Hij lost hiermee het vraagstuk op waar heel wat evenementen mee kampen: hoe dringen we de afvalberg terug die bezoekers veroorzaken door hun tent op het festivalterrein te laten staan? Het is namelijk vrijwel onmogelijk om al dat achtergebleven afval te sorteren. Daardoor wordt het gezien als restafval en verdwijnt het grotendeels in verbrandingsovens.

Tegelijk worden dagelijks nieuwe goedkope tenten gemaakt, een enorme verspilling van materiaal. Een ogenschijnlijk simpele uitvinding als die van Jan kan in korte tijd de afvalberg van plastic tenten reduceren.

3: Laad je laptop op in een natuurhotel

Behalve excessief energieverbruik en bergen afval levert een festival ook de nodige vierkante kilometers aan platgetreden natuur op. Voor een oplossing voor dit probleem kijken de DORP-bewoners omhoog. Op het festival verrees een tijdelijk hotel.

NEST. Foto: Ruben van Vliet

Kunstwerk NEST lijkt van een afstandje een groot vogelnest met een aantal verdiepingen. Het ingenieuze bouwwerk bestaat uit gestapelde balken die steun zoeken bij de bomen op het terrein. Daar liggen rieten matten waarop bezoekers kunnen zitten, liggen en tegelijk hun telefoon opladen via een powerbank.

‘Het is een hotel in wording,’ zegt ‘Het idee erachter is dat als Leeuwarden in 2018 Culturele Hoofdstad wordt, er niet allemaal hotels gebouwd hoeven te worden die na afloop weer leeg komen te staan. Leegstaande gebouwen hebben we hier genoeg. Dit kun je afbreken zonder dat je sporen achterlaat in de natuur. Alles ligt los, maar het is toch een stevig geheel.’

Bewust heeft hij de planken niet op maat gezaagd, zodat hij ze later kan hergebruiken. Zijn NEST moet in de komende jaren doorontwikkeld worden tot een volwaardig en duurzaam natuurhotel.

Samenwerken is de sleutel

Iedereen met een goed idee kon het afgelopen jaar naar de festivaldirectie stappen. Wanneer zij de meerwaarde ervan zagen, mocht die persoon meteen meedraaien in het laboratorium. Tegelijk benaderde de directie hogescholen, universiteiten en kunstenaarscollectieven die bezig zijn met innovatie.

Foto: Ruben van Vliet

Een van de belangrijke partners is de TU Delft. Wat duidelijk wordt tijdens DORP is dat je, wanneer je experimenteert – vooral met een interessante combinatie van techneuten, kunstenaars, architecten, wetenschappers en ondernemers –, nog dezelfde dag resultaten kunt behalen.

Zo bedacht vrijwilliger en student Demi Staal tijdens de opbouw dat het leuk zou zijn als het lab energieneutraal zou gaan draaien. Die uitdaging werd actief aangepakt. Bij Han Huiskamp van ontstond het idee om zijn twee groene batterijen te koppelen aan zonnepanelen. Al direct was er genoeg energie en lag er alleen nog maar een aggregaat voor nood.

Sleutelwoord bij dat soort oplossingen is volgens Bootsma samenwerken. De kracht daarvan is goed te zien wanneer bouwkundige Nicole Bakker vlak voor de start van het festival juichend uit de bosjes komt. Om het project NEST te verstevigen, bedacht ze de avond ervoor een klem die om de houten balken heen moet vallen. Een aanwezige technische tekenaar besloot haar idee meteen uit te werken. Daarna stapten ze naar de mannen van het die de beschikking hebben over een 3D-printer.

Midden in de nacht werd het apparaat aangezet en zojuist heeft ze de klem getest, waarmee je twee balken zonder schroeven in het hout aan elkaar kunt bevestigen. ‘En het werkt!’, roept ze euforisch. Samenwerkingen als deze ziet festivaldirecteur Sjoerd Bootsma graag. Niet alleen op het terrein zelf, ook daarbuiten.

Het begint bij kennis delen

Dat die open omgeving het risico met zich meebrengt dat anderen er met die bijzondere innovaties vandoor gaan, lijken zowel Bootsma als de bedenkers geen probleem te vinden. Delen van kennis is het credo. Zo hebben de bedenkers van de Pixi’s zelfs op de festivalwebsite minutieus beschreven hoe particulieren hun uitvinding na kunnen maken. Nogal gedurfd, zeker omdat hun inventieve lampjes een bekend festivalprobleem oplossen. In doorontwikkelde vorm is dit wellicht een oplossing voor heel wat slecht verlichte fietswegen.

Het in elkaar zetten van de Pixi. Foto: Erikjan Koopmans

Maar Jelle Valk van WERC relativeert dat. ‘Een beetje techneut kan zo uitvinden hoe het lampje in elkaar zit. Dan kun je het hele maakproces net zo goed direct in de openbaarheid gooien. Wij zijn eerder benieuwd of andere mensen nog andere toepassingen kunnen bedenken. Zodat we de Pixi verder kunnen verbeteren.’

Bootsma benadrukt juist het belang van deze openheid. Veel festivals zijn voor zichzelf bezig met innovatie en duurzaamheid, maar niet iedereen hoeft hetzelfde wiel uit te vinden. Daarom deelt de festivaldirectie ervaringen en innovaties met hun festivalpartners van Into The Great Wide Open en Eurosonic Noorderslag

Een deel van het bedrijfsleven en de politiek in Noord-Nederland ziet inmiddels ook de meerwaarde van het betrekken van festivals bij vraagstukken. Niet te veel praten, maar vooral doen. Festivals zijn immers de minidorpen waar je makkelijk uitvindingen kunt testen.

Gertjan de Werk, die als procesmanager van de TU Delft het meenam naar DORP, vindt dat een goede ontwikkeling. ‘Wanneer vanuit overheden nagedacht wordt over duurzaamheid, kost dat snel veel geld door onderzoek en eindeloze vergaderingen. Aan de andere kant kun je een student of een kunstenaar met slechts honderd euro al enorm op weg helpen. Die kan met een klein beetje geld al ideeën gaan testen. En natuurlijk zal niet alles lukken. Maar stel dat er van de tien ideeën maar drie slagen, dan nog is dat een enorme winst.’

Ambities

Nadat de laatste bezoekers zijn verdwenen stopt de missie van DORP niet. Er is nog heel erg veel te doen. Zo blijft de geteste KarTent weliswaar waterdicht vanbinnen, maar gaan de deurtjes te snel stuk. Daar wil bedenker Jan Portheine een oplossing voor vinden, voordat hij zijn tent op grote schaal laat produceren.

Verder bleek het niet mogelijk om last minute op het hele terrein plastic te scheiden. Sjoerd: ‘Het leek vooraf onmogelijk, maar tijdens het festival kregen we te horen van het afvalverwerkingsbedrijf dat het toch kon. Toen konden we helaas niet alles meer omgooien. Wel hebben we het op het paviljoen van DORP kunnen doen. Volgend jaar gaan we de productie helemaal anders inrichten zodat we overal plastic scheiden.’

Een ander probleem was dat de Pixi’s niet ‘hufterproof’ bleken. Diverse lampjes werden meegenomen door bezoekers. Daar moeten we beter over nadenken, vindt Sjoerd. ‘Wellicht kunnen we in onze festivalbandjes een chip plaatsen waarmee de lampen worden bediend. Zo’n probleem leggen we gewoon terug in ons lab. Om te kijken of we er samen op een andere manier toch uit kunnen komen.’

Bootsma ziet nu al dat zijn evenement door de komst van DORP verbeterd is en hoopt dat de mooie ideeën ook buiten Welcome to The Village verder gaan groeien, zoals de KarTent nu al doet. Sjoerd: ‘We zijn een klein festival dat zijn best doet om de wereld van morgen een beetje mooier te maken.’ De olievlek creëren en groter maken, dat is wat ze willen bereiken. ‘Zodat de serieuze Britse kranten over een aantal jaar schrijven: De creatieve festivals in Noord-Nederland hebben gezorgd voor een bloeiend klimaat in de rest van het land. En zijn tot ver daarbuiten inspirerend.’