Voor een vluchteling zijn woorden net zo goed daden
De vluchtelingenkwestie is een van de prangendste vraagstukken van deze tijd. Het bevraagt de openheid van onze grenzen. Het stelt de door velen gedroomde eenheid van Europa op de proef. En op een persoonlijker niveau legt het bloot hoe solidair we willen zijn met onze medemens.
In ieder geval benaderen we de kwestie verkeerd. Dat meent althans socioloog Teresa Piacentini. Gehuld in een nevel van zelfzuchtigheid staren we ons blind op de aantrekkingskracht van onze landen op mensen die asiel aanvragen. Bescheidenheid zou veel gepaster zijn.
Die aantrekkingskracht kan namelijk eenvoudig worden samengevat: hier hoef je niet ‘permanent bang te zijn om te sterven.’
Met dit perspectief komt de mens die aan de grens staat op een andere manier in beeld. Dan zien we een gezin dat een levensgevaarlijke boottocht, tochtige tentjes en een totaal onbekend land zonder sociaal netwerk of familie ‘verkiest’ boven het eigen thuis.
Reden voor Al Jazeera om niet lichtzinnig over ‘migranten’ maar consequent over ‘vluchtelingen’ te spreken.
De taal als handeling
Net als Al Jazeera moeten we beter kijken naar de taal die we gebruiken. Voor je het weet lezen we dat wij hier ‘minder, minder, minder’ vluchtelingen willen. Terwijl we er vooral de economische ‘gelukszoekers’ mee bedoelen, waarvan je je kunt afvragen of we die überhaupt vluchtelingen moeten noemen.
Met woorden geef je, letterlijk, de realiteit een andere wending
Taal beschrijft immers niet alleen de werkelijkheid, ze schept die evengoed. Neem het huwelijk. Taalfilosoof John Austin legt uit dat door een taalhandeling, het uitspreken van het woord ‘ja,’ een verandering in de werkelijkheid optreedt: twee mensen zijn getrouwd.
Met woorden geef je, letterlijk, de realiteit een andere wending.
Opeens was onze veiligheid in het geding
In het vluchtelingendebat draait de taal als handeling overuren. Het maakt voor de benadering en beschikbare middelen namelijk nogal een verschil of we iemand een ‘gelukszoeker’ (de grenzen dicht!) of ‘oorlogsslachtoffer’ (asielaanvraag meteen behandelen!) noemen.
En in Nederland kunnen we dankzij de PVV ‘asielterrorist’ toevoegen aan dit rijtje mogelijke bewoordingen en dus benaderingen. Want wat zegt dit begrip? Dat extremisten de Europese asielroute misbruiken om in het aangekomen land aanslagen te plegen.
Door dit soort uitspraken verschuift de vluchtelingenproblematiek in
toenemende mate op de veiligheidsagenda. En worden vluchtelingen mensen die de veiligheid bedreigen, in plaats van veiligheid zoeken. Toch best een gekke verschuiving wanneer we het hebben over miljoenen mensen die door oorlog hun thuis moeten ontvluchten. Maar plak er een ander label op, en het gaat over onze veiligheid. Die schijnt namelijk bedreigd te worden.
Met de woorden geven we onze toekomst vorm
Wie denkt dat dit een gekkigheidje van de PVV is, heeft het mis. Gemeenten beginnen zich zorgen te maken over radicaliserende asielzoekers. En er schijnen ook al bange burgers te zijn.
Dat is zorgelijk. Vluchtelingen verveiligen, zoals de Belgen het zo mooi zeggen, heeft als gevolg dat we mensen niet meer benaderen als individuen die op zoek zijn naar veiligheid, maar als een angstaanjagende groep die ons potentieel kwaad wil aandoen. Met zulke woorden roepen we een werkelijkheid op waarin oplossingen (veiligheid voor de Nederlandse burger) voor het probleem (de vluchteling) worden gezocht in het veiligheidsdomein. Dan worden asielzoekers die een verblijfsstatus hebben gekregen potentiële geweldenaars die in de gaten moeten worden gehouden door de politie. In plaats van, ik zeg maar wat, potentiële talenten die iets toe te voegen hebben aan onze samenleving.
Het spreekt voor zich dat een grote stroom nieuwe burgers, en zeker burgers met traumatische verledens, grote impact zal hebben op een land. Daar moet niet lichtzinnig over worden gedacht. Het is, zoals gezegd, misschien wel het prangendste en ingewikkeldste vraagstuk van deze tijd. De woorden waarmee we over deze kwestie denken en spreken zullen grote invloed hebben op de uitkomst.