Hoe gestolen landbouwgrond in handen van Rabobank terechtkwam

Luke Dale-Harris
Onderzoeksjournalist
Illustratie: Gijs Kast (voor De Correspondent)

Ruim een jaar geleden stuitte ik op een mysterie: Roemeense boeren ontdekten dat hun land, zonder medeweten, was verkocht. Met collega Sorin Semeniuc volgde ik een jaar lang het financiële spoor en kwam ik uit bij Rabobank. De Nederlandse bank heeft middels een fonds vele miljoenen in Roemeense landbouwgrond geïnvesteerd. Hoe zijn ze aan die grond gekomen?

Mircea Necrilescu heeft een verhaal te vertellen. Maar niet bij hem thuis, in zijn stamkroeg of waar dan ook in zijn Roemeense dorp. Dus stapt hij in zijn auto en gaat rijden. Pas als Zarand, het dorp waar hij zijn hele leven heeft gewoond, een stip is in zijn achteruitkijkspiegel, begint hij te praten.

Hij vertelt hoe zijn land werd gestolen. Hoe hem eenvoudigweg werd verteld dat een deel van zijn landbouwgrond niet langer van hem was. Dat het aan een paar buitenlanders was verkocht. Aan wie en hoe wilden ze niet zeggen.

‘Dit is heel veel mensen in dit dorp overkomen,’ zegt Necrilescu. ‘Ik weet niet precies [wat er is gebeurd, LDH], maar ik heb gehoord dat ze vervalste documenten hebben opgesteld en hulp hebben gekregen vanuit het stadhuis. Het is ons land, dat ons door onze ouders is gegeven. Het klopt niet dat iemand anders daar gewoon maar eigenaar van kan worden.’

Een deel van zijn land is nu van Rabo Farm, een beleggingsfonds ter waarde van 315 miljoen euro, dat eigendom is van Rabobank en in land investeert. Rabo Farm heeft sinds 2012 ruim 140 hectare landbouwgrond in Zarand gekocht, en nog tienduizenden hectares meer in vijftig dorpen in heel Roemenië. Zarand zelf huisvest ruim 2.500 mensen, die bijna allemaal boeren op stukjes land die ze van de staat hadden gekregen na de val van het communisme in 1989.

Het dorp lijkt zodoende op ieder ander Roemeens dorp waar Rabo Farm actief is. Overal op de vruchtbare vlakten van westelijk Roemenië vind je naast onverharde weggetjes degelijke kleine betonnen huisjes. Vanachter ieder van die huisjes komt het gekakel en geknor van varkens en kippen, van nog verder weg het geluid van boeren op het land.

In het hele dorp vertellen de boeren hetzelfde verhaal. Ze zeggen dat hun land hun is afgenomen. Zonder dat ze het wisten, zonder dat ze daar ook maar iets voor betaald hebben gekregen. Dat land dat op hun naam stond door iemand anders is verkocht, vaak aan buitenlandse bedrijven.

De meeste boeren weten echter niet precies wat er met hun land is gebeurd, omdat een volledig onderzoek door de justitiële autoriteiten nog moet plaatsvinden. Als er al wél sprake is geweest van vervolging, zeggen de dorpelingen dat ze nog op een verklaring of vergoeding zitten te wachten.

Maar ze weten allemaal één ding zeker: op een of andere manier was de toenmalige burgemeester Ion Mot erbij betrokken. Mot werd september dit jaar gedwongen om zijn positie als burgemeester op te geven, nadat hij was veroordeeld door het Roemeense Nationale Agentschap voor Anti-Corruptie (DNA), wegens zijn rol in het vervalsen van documenten om honderden hectares land te stelen.

Volgens het DNA had Mot voor 40.000 euro aan steekpenningen aangenomen in ruil voor het doorsluizen van eigendomspapieren van dorpelingen naar corrupte zakenmannen. Mannen die deze documenten gebruikten voor het opstellen van vervalste ‘pre-contracten’ om land op hun naam over te kunnen zetten.

Hoe kun je je land verkopen zonder dat je dat doorhebt?

Sinds 2013 heeft Rabo Farm ruim 140 hectare land in Zarand gekocht. Daarvan werd minimaal 16,5 hectare via tussenpersonen verworven. Zij maakten gebruik van een ingewikkelde procedure waar onder meer een rechter die onlangs wegens fraude is veroordeeld bij was betrokken. De afgesloten pre-contracten worden nu onderzocht door staatsprocureurs en anti-corruptiefunctionarissen.

Het land van Mircea Necrilescu is een van de tientallen lapjes grond in Zarand die in 2013 aan Rabo Farm zijn verkocht. Volgens het kadaster en rechtbankverslagen heeft Necrilescu in 2010 land verkocht aan een vrouw genaamd Elena Bosca. Drie jaar later heeft Rabo Farm het land van Necrilescu van Bosca gekocht, samen met het land dat deze vrouw van minstens veertien andere dorpelingen in Zarand had verworven.

Necrilescu houdt voet bij stuk dat hij nooit is geïnformeerd. Dat zijn land werd verkocht zonder dat hij of een van zijn familieleden ervan afwist, of ook maar enig geld had ontvangen. Om te begrijpen hoe dat kan, moeten we Bosca’s methode uitleggen.

Necrilescu houdt voet bij stuk dat hij nooit is geïnformeerd. Dat zijn land werd verkocht zonder dat hij of een van zijn familieleden ervan afwist

In 2010 sleepte zij Necrilescu en twaalf andere dorpelingen voor de rechter. Ze beweerde dat de dorpelingen een landverkoopovereenkomst niet waren nagekomen. Ze liet voorlopige contracten zien en verklaarde dat de dorpelingen ermee hadden ingestemd haar in totaal bijna dertig hectare grond te verkopen.

De hoorzitting was snel voorbij. Noch Necrilescu noch een van de andere aangeklaagden was op de hoorzitting verschenen. Necrilescu zegt dat hij niet eens wist dat de zaak voorkwam. Een rechter genaamd Florita Bolos, die vorig jaar tot vier jaar cel werd veroordeeld wegens vervalsing en het aannemen van steekpenningen, deed uitspraak in Bosca’s voordeel, gunde haar het officiële eigendom van het land en stond haar toe dat aan Rabo Farm te verkopen.

Deze rechtszaak, en de eigendomspapieren die door Bosca ter beschikking werden gesteld, worden nu onderzocht door staatsprocureurs van het nabijgelegen gerechtshof van Chisineu Cris, op grond van beschuldigingen inzake de vervalsing van particuliere documenten, de vervalsing van officiële documenten en machtsmisbruik.

Andere regio, hetzelfde verhaal

Exact dezelfde procedure werd toegepast door een andere tussenpersoon van Rabo Farm: een Oostenrijks bedrijf genaamd Bardeau Holding Romania, dat honderden hectare landbouwgrond aan Rabo Farm heeft verkocht in heel West-Roemenië.

Via rechter Bolos wist Bardeau Holding land te verwerven van minstens 148 dorpelingen in Zarand. Minimaal zeven van deze lapjes grond zijn nu eigendom van Rabo Farm. De transacties van Bardeau en Bolos worden nu onderzocht door het Nationale Agentschap voor Anti-Corruptie.

Een analyse van de rechtbankverslagen aangaande de dochterondernemingen van Rabo Farm in Roemenië duidt op een patroon van aankopen van land dat zich uitstrekt tot ver buiten Zarand. Neem Dolj, aan de andere kant van het land, waar een dochteronderneming van Rabo Farm, Kamparo Investment, aangeklaagd wordt wegens het kopen van land waarvan de eigenaar beweert dat hij het nooit heeft verkocht.

In een ander geval, van een rechtszaak in de buurt van de Bulgaarse grens, heeft Kamparo Investment een schikking buiten de rechter om getroffen, nadat het bedrijf door vijf landeigenaren was aangeklaagd wier land via tussenpersonen was verkocht. De landeigenaren betoogden dat hun land hun op illegale wijze was ontnomen, nadat nieuwe en onrechtmatige eigendomspapieren waren uitgegeven door een kantoor bij de lokale raad. Kamparo heeft ermee ingestemd hun land terug te geven.

Aanvankelijk wilde Rabo Farm 615 miljoen euro investeren. In de eerste fase ging om het 315 miljoen euro. Fase 2 is tot nader order uitgesteld, omdat de instelling zich ‘vanwege tal van redenen’ op haar strategische positie moest bezinnen.

Weet Rabo Farm wel met wie het te maken heeft gehad?

In een dat Rabo Farm in 2013 uitbracht stond: ‘Voordat we een boerderij overnemen of erin beleggen, voeren we een intensief ‘due diligence’-onderzoek uit naar verkopers, pachters, boeren, boerderijen en veel andere factoren die relevant zijn voor de beleggingsfase.’

Toen we Rabo Farm vroegen wat ze wisten over Elena Bosca, antwoordde het fonds: ‘We hebben door een externe partij een onderzoek in alle publieke bronnen naar de verkoper laten uitvoeren. Dat onderzoek omvatte alle informatie die beschikbaar was in het publieke domein. De uitkomst was positief – de persoon in kwestie was niet betrokken bij criminele activiteiten of publieke schandalen.’

Het fonds zei dat hetzelfde gold voor Bardeau Holdings: ‘Op basis van dit ‘due diligence’-onderzoek lijkt het erop dat het bedrijf Bardeau en zijn management niet betrokken zijn bij criminele activiteiten in verband met de aankoop van land of andere economische misdaden.’

Je kunt nooit met 100 procent zekerheid zeggen dat je niet in contact bent gekomen met corruptie, maar we zetten alle mogelijke procedures in gang om dit te voorkomen

Ondanks hun ‘due diligence’-onderzoek heeft Rabo Farm het feit over het hoofd gezien dat ze land aan het kopen waren in een dorp dat gebukt ging onder corruptie en het misbruik van grondrechten. En dat van verkopers die betrokken waren bij duistere zaakjes.

We hebben aan Rabo Farm gevraagd waar hun ‘due diligence’ uit bestond. Dick van den Oever, directeur van het fonds, reageert: ‘Onze reguliere due diligence bestaat uit het verzamelen van allerlei soorten documenten die ons helpen ons een beeld te vormen van wie de verkoper is. Pas als we iets opvallends tegenkomen, zien we ons genoodzaakt om méér te doen, bijvoorbeeld door een bezoek te brengen aan het dorp.’

Rabo Farm geeft aan het beeld van een land dat door en door corrupt is niet te herkennen. Van den Oever: ‘Je kunt nooit met 100 procent zekerheid zeggen dat je niet in contact bent gekomen met corruptie, maar we zetten alle mogelijke procedures in gang om dit te voorkomen.’

Hoe kan het dat bovenstaande kwesties dan niet werden opgemerkt? Misschien ligt een deel van het antwoord wel besloten in wat corruptie is: je kunt moeilijk op instituties en documenten vertrouwen, als je niet van tevoren weet wie wel en niet corrupt is.

Kun je in Roemenië wel ‘schoon’ zakendoen?

Corruptie en armoede zijn hardnekkig in landelijk Roemenië. Alleen al dit jaar heeft het Nationale Anti-Corruptie Directoraat aan ruim zesduizend verschillende corruptiezaken gewerkt, waarvan de meerderheid zich afspeelt in verafgelegen stadjes en dorpen. Door het hele land praten dorpelingen erover hoe een paar centrale figuren – die altijd iets met burgemeesters te maken hebben – zeggenschap hebben over de lokale geldstromen, hulpbronnen en werkgelegenheid.

Neem die boer in Zarand die, op voorwaarde van anonimiteit, wel iets over de lokale politiek wil vertellen: ‘De burgemeester controleert dit dorp, en iedereen werkt voor hem of leeft in angst voor hem. Je zult niemand vinden die met je wil praten, omdat mensen bang zijn of aan zijn kant staan.’

Andrei Macsut, een onderzoeker bij de Roemeense anti-corruptiewaakhond Romania Curata, doet er nog een schepje bovenop: ‘Onze instituties lopen over van de corruptie – het besmet alles en iedereen in Roemenië. Als beleggers grote hoeveelheden geld het land binnenbrengen, blijken ze uiteindelijk vaak de corruptie te steunen, omdat dat de enige manier is waarop je iets voor elkaar kunt krijgen.’

Rabo Farm hoopte de uitzondering te kunnen zijn, maar bevestigde enkel de regel. Uit het eerder genoemde rapport: ‘Rabo Farm is actief in landelijke gebieden waar de economische en sociale situatie doorgaans slechter is dan het landelijke gemiddelde. Rabo Farm gelooft dat zijn beleggingen bijdragen aan de plaatselijke sociale en economische ontwikkeling van de gemeenschappen waar het fonds actief is en dat het een rol speelt in het steunen van deze ontwikkeling.’

Dat dat niet gelukt is, moge inmiddels duidelijk zijn.

Maar wat zijn de gevolgen hier nu precies van?

Attila Szocs, die voor een Roemeense werkt die deze kwestie al jaren onderzoekt, plaatst de transacties van Rabo Farm in perspectief: ‘Roemenië is land van boeren. Landjepik verdrijft hen uit het agrarische landschap, zorgt voor een uittocht van het platteland. Vergrijzing en jongerenmigratie droegen daar al aan bij, nu worden de problemen nog eens versterkt door het landjepik.’

Het was maar een klein lapje grond. Maar we gebruikten het om onszelf te voeden en een klein beetje te verkopen. Nu is het weg en hebben we niets meer

In Zarand heeft het ertoe geleid dat een groot deel van het dorp geen land meer heeft, de nagel in de doodskist van een toch al noodlijdende boerengemeenschap. In de vijfentwintig jaar na het einde van het communisme is de economie van de kleine boeren namelijk al van alle kanten afgebrokkeld. Eerst omdat buitenlandse supermarkten de waarde van de landbouwproducten omlaag brachten, daarna omdat de markt voor zaden werd gemonopoliseerd door multinationals die hun zaden voor veel te hoge prijzen verkochten.

Door een gat in de muur op haar erf aan de rand van Zarand barst mevrouw Pocrisa in tranen uit als ze uitlegt hoe haar land haar en haar man is ontfutseld. ‘Het was maar een klein lapje grond – een paar hectare. Maar we gebruikten het om onszelf te voeden en een klein beetje te verkopen. Nu is het weg en hebben we niets meer.’

Wat kan de (Europese) politiek hier aan doen?

Hoe Rabo Farm van het landbouwbeleid van de Europese Unie profiteert

Sylvia Kay houdt zich hier mee bezig. Zij onderzoekt agrarische gerechtigheid al sinds 2011 namens met het Eerder dit jaar schreef ze mee aan een voor het Europees Parlement, waarin werd betoogd dat landjepik in Europa ernstige gevolgen heeft voor de voedselveiligheid, de werkgelegenheid én de welvaart.

Illustraties: Gijs Kast

‘[De activiteiten van Rabo Farm, LDH] geven echt een alarmerend beeld van wat er in Roemenië gaande is,’ zegt ze. ‘De Europese Commissie laat de kwestie tegenwoordig helemaal over aan de lidstaten en aan het duurzaamheidsbeleid van particuliere beleggers. Het is duidelijk dat dit niet volstaat.’

Het idee dat landjepik een Europees probleem zou kunnen zijn, is nieuw. De term is lange tijd louter in verband gebracht met het mondiale zuiden en de enorme, dikwijls door de staat gesteunde overname van landbouwgrond en bossen door westerse bedrijven. Maar ook in Europa is de concentratie van grond in de handen van steeds minder mensen deel gaan uitmaken van de politieke praktijk. Dat wordt echter vaak eufemistisch ‘ontwikkeling van het platteland’ genoemd en niet zozeer als een economische misdaad gezien. Verder geeft de Europese Commissie nog ieder jaar miljarden euro’s aan bedrijven die grote stukken land opkopen in Oost-Europa.

Voor de vier miljoen kleine Roemeense boeren betekent dit dat ze op een enorm waardevolle hulpbron zitten. Sinds 2012 is de grondprijs in Roemenië vervijfentwintigvoudigd. Rabo Farm gelooft dat de prijs zal blijven stijgen, zij het in een iets lager tempo. De kleine boeren bevinden zich opeens in de wereld van de hongerige beleggers. Staan in de weg voor het grote geld.

Szocs vat samen waarom Roemenië zo’n giftige cocktail is waarin landjepik kan voorkomen. ‘In de overgangseconomie na de val van het communisme is de toegang tot en de zeggenschap over de strategische hulpbronnen naar lokale oligarchen toegevloeid. Daarna hebben grote bedrijven, een zwak nationaal bestuur, institutionele corruptie en passiviteit de weg geplaveid voor grootschalig landjepik, met vergaande gevolgen voor de plattelandssamenleving.’

De vraag die overblijft: waarom zo geheimzinnig?

Van den Oever geeft op veel van onze vragen aan dat hij niet helemaal vrijuit kan spreken. Van wie is het land dat het fonds koopt? Van wie wordt het land, wanneer ze het verpachten? Het zijn vragen waar de bank het antwoord veelal op schuldig blijft. ‘Dit zijn gesloten beleggingen, wat betekent dat we niet zomaar alle informatie kunnen prijsgeven. Sommige van onze beleggers kunnen dat wel doen, op hun initiatief, maar wij niet.’

Ook op meer praktische vragen als hoeveel pachters de bank heeft, wie dat zijn, in hoeveel dorpen de bank landbouwgrond gekocht heeft, kan de bank niet ingaan.

Om meer te weten te komen over hoe wijdverbreid dit fenomeen is, en hoe verstrekkend de gevolgen, is meer onderzoek nodig. Of, beter nog, veel meer transparantie en controle, voegt onderzoeker Sylvia Kay van het Transnational Institute eraan toe. ‘Eigen verantwoordelijkheid van bedrijven en nationale overheden is niet genoeg. Er is meer Europees toezicht nodig om ervoor te zorgen dat mensen zeggenschap houden over wat er met hun land gebeurt.’

Dit verhaal schreef ik met De naam van Mircea Necrilescu is verzonnen om zijn identiteit te beschermen.

Onder - veel anderen - Milvus Wildlife Protection Group, Attila Szocs, Stefan Candea, Andreea Pavel, Adrian Dumitru, Romulus Dabat, Adina Pop-Coman, Andrei Astefanesei en Elena uit Dobromir hebben ons bij dit onderzoek geholpen.

Het onderzoek werd mede mogelijk gemaakt door de Robert Bosch Stiftung en