In codetaal orakelt Mario Draghi, de president van de Europese Centrale Bank (ECB), op een drukbezette persconferentie over de details van het laatste rentebesluit. De rente gaat met 25 basispunten omlaag, zoveel was al duidelijk, maar misschien is er meer. Misschien geeft hij nog wat kleur, wat inzicht in zijn gedachten. Al zijn woorden worden gewikt en gewogen. Marginal lending facilitieswell anchored inflation expectationscredit conditions – een hele rits aan weinig toegankelijk monetair vocabulaire volgt.

Schijnbaar is de ECB zo belangrijk dat het al deze aandacht verdient. Maar wat het machtige instituut eigenlijk doet is voor de meesten een raadsel. Een persconferentie blijkt een vreemd ritueel van ontoegankelijkheid. Centrale banken zijn omgeven door een zweem van mysterie. Een zoektocht op het internet levert vaak niets anders op dan de meest wilde complottheorieën met als steevaste slotconclusie dat je maar zo snel mogelijk een baar goud moet aanschaffen. 

Maar wat doet de ECB eigenlijk? Wat maakt haar uniek ten opzichte van andere (centrale) banken?

Wat is een centrale bank? 

De centrale bank is de bank der banken. Net zoals elke persoon een rekening bij een bank heeft, zo heeft elke bank een rekening bij de centrale bank. Centralebankgeld staat helemaal bovenaan de hiërarchie in ons geldsysteem. Uiteindelijk moet elke transactie afgerekend worden in centrale bankgeld. Als ik 100 euro overmaak van mijn SNS-rekening naar een Rabobank-rekening, dan moet de SNS ook 100 euro van haar centrale bankrekening overmaken aan de Rabobank. 

Het betalingsverkeer kan alleen soepeltjes verlopen als de centrale bank ervoor zorgt dat banken Het zou erg onwenselijk zijn als opeens mijn betalingsopdracht wordt geweigerd, omdat mijn bank geen saldo meer heeft bij de centrale bank. 

In de praktijk zorgt de centrale bank er dan ook voor dat er altijd voldoende centrale bankgeld in omloop is, zodat banken hun betalingen kunnen verrichten. Niet iedere bank heeft echter altijd genoeg geld op haar rekening staan. In dat geval zal ze het geld moeten lenen van een andere bank of - in uiterste nood - van de centrale bank zelf. 

De vraag is dan wat het kost om dat centrale bankgeld te krijgen? Hier heeft de centrale bank als geldmonopolist een doorslaggevende invloed op. Door te manipuleren voor welke rente een bank geld kan lenen en voor welke rente een bank geld kan stallen bij de centrale bank kan ze

Die basisrente is de bouwsteen voor alle andere rentes, van hypotheekrentes tot staatsobligatierentes. Het is een vrijwel risicoloos minimum rendement op geld, gegarandeerd door de centrale bank.

Waarom is dat zo belangrijk? Een voorbeeld: als banken hun geld risicoloos kunnen uitzetten voor vier procent, dan loont het nauwelijks om een hypotheeklening, waar fikse wanbetalingsrisico’s aan kleven, te verstrekken voor 5 procent rente. Banken willen dan een hogere hypotheekrente, omdat ze elders met veel minder risico hun geld kunnen uitlenen. Zou de basisrente echter op nul staan, dan wordt een hypotheeklening met 5 procent rente opeens een stuk aantrekkelijker.

Alle rentes zijn in feite direct of indirect gekoppeld aan de rente die de centrale bank vaststelt. Kortom, lenen wordt duurder als de centrale bank besluit de rentes omhoog te stuwen. 

Wat doet die bank dan?

Vrijwel elke centrale bank heeft prijsstabiliteit als doel. De prijzen van Europese goederen en diensten mogen niet met meer dan 2 procent per jaar stijgen. De rente is het wapen in die eeuwige strijd tegen deze  Bij een hoge rente is lenen duur en wordt er minder geïnvesteerd, loopt de werkgelegenheid terug en dalen de prijzen. En vice versa bij een lage rente.  

Centraal bankieren is eigenlijk puur marxisme 

De theorie van het centraal bankieren is eigenlijk Oplopende inflatie is het gevolg van een strijd tussen kapitaal en arbeid om de nationale koek. Arbeiders eisen hogere lonen, die bedrijven vervolgens doorrekenen in hun prijzen, waardoor arbeiders nog hogere lonen eisen, die de bedrijven opnieuw doorberekenen in hun prijzen, enzovoorts. Om dit onzalige proces van prijsstijgingen een halt toe te roepen beslecht de centraal bankier de klassenstrijd eigenlijk in het voordeel van de kapitalist: door de rente omhoog te brengen moet de werkloosheid hoog genoeg worden gemaakt om de looneisen te dempen.

Volgens economen is er altijd een bepaald percentage werkloosheid nodig om de looneisen in toom te houden. Marx noemde dit het reserveleger van werklozen, centraal bankiers gebruiken de technischere term ‘non-accelerating wage rate of unemployment’ (NAWRU) of nog vriendelijker, ‘the natural rate of unemployment’. Daalt de werkloosheid onder de NAWRU, dan is het eigenlijk zaak om zo snel mogelijk de basisrente te verhogen, de werkloosheid op te krikken, en de looneisen te remmen. De Europese commissie schat dat de NAWRU voor de Eurozone op ongeveer 10,8 procent ligt.

Die NAWRU is alleen omlaag te brengen door een lang proces van arbeidsmarkthervormingen en andere pijnlijke maatregelen. Er is echter al jaren op het gebruik van de NAWRU door de ECB en de Europese Commissie. Niet in de minste plaats, omdat het onmogelijk blijkt een algemeen geaccepteerde schatting te maken van wat deze ‘natuurlijke werkloosheid’ dan wel moet zijn. In 2007 schatte de Europese Commissie de Spaanse NAWRU bijvoorbeeld nog op zo’n 7 procent, inmiddels is die NAWRU 23,2 procent. Dat een land dat tot voor kort nog een werkloosheid van minder dan 10 procent had opeens een NAWRU van 23 procent heeft is op zijn minst   

De theorie van het centraalbankieren klinkt nogal wreed en dat is het ook. Daarom zijn centrale banken ook onafhankelijk. Als de rente onderhevig zou zijn aan politieke besluitvorming, zo gelooft men, dan zouden politici geneigd kunnen zijn te lang te wachten het noodzakelijke recept voor te schrijven. Technocratische besluitvorming door een raad van wijzen is dan ook wat veel economen voorschrijven. 

Wie controleert de ECB?

De Europese Centrale Bank is in menig opzicht van die technocratische wens tot politieke onafhankelijkheid. De ECB hoeft nauwelijks verantwoording af te leggen aan het Europees Parlement. Ook worden er - vooralsnog - geen notulen van vergaderingen gepubliceerd, zoals bij andere centrale banken wel het geval is. 

Een ander groot verschil ligt in het mandaat van de ECB. Terwijl bijvoorbeeld de het nastreven van ‘maximale werkgelegenheid en prijsstabiliteit’ in haar doelstellingen heeft staan, heeft de ECB op de eerste plaats prijsstabiliteit staan. 3 procent inflatie is dan ook zorgelijker voor een ECB’er dan een werkloosheid van meer dan 20 procent in het Zuiden. 

Nog unieker is dat de ECB eigenlijk een bank zonder land is. In veel landen is er een band tussen de nationale overheid en de centrale bank. De Europese overheid is echter dan de federale overheid in de Verenigde Staten, Japan of het Verenigd Koninkrijk.

Het probleem van deze zwakke band tussen overheid en centrale bank, en genegeerd door velen, is dat overheidsleningen opeens veel risicovoller zijn. In de Verenigde Staten is de veronderstelling van beleggers eigenlijk dat een overheidslening risicoloos is. Als de nood echt aan de man is, dan zal de overheid altijd gered worden door de Federal Reserve. De centrale bank koopt dan staatsobligaties op of laat de overheid tijdelijk rood staan op haar centrale bankrekening. 

In de Eurozone is dit expliciet verboden. De logica is dat als de ECB landen zou gaan helpen er geen marktdiscipline meer is. Landen hebben dan geen enkele prikkel meer om hun begroting op orde te brengen, omdat de ECB toch wel te hulp schiet. 

Wat deed de ECB eigenlijk tegen de crisis?

Het gevolg van niet-ingrijpen door de ECB is echter  als beleggers het vertrouwen verliezen in een euroland, dan stijgt de rente op staatsleningen, waardoor het vertrouwen nog verder afneemt, waardoor de rente nog verder stijgt, enzovoorts. Er is niemand die deze spiraal kan doorbreken, behalve de ECB.  

Dit is wat we de eurocrisis noemden. De perceptie dat Zuid-Europese landen weleens failliet konden gaan, zette deze spiraal in werking, waardoor een staatsbankroet juist dichterbij kwam. De rentes op Zuid-Europese staatsleningen schoten daardoor door het dak. De straf van de markten voor jaren van fiscale onverantwoordelijkheid, zo was de consensus. 

Zoiets zou nooit in Japan of de Verenigde Staten zijn gebeurd. Daar had de centrale bank ingegrepen en een einde gemaakt aan de speculatie. De ECB was echter weinig geneigd om dit te doen. 

Toch bood de ECB redding in juli 2012. Op het hoogtepunt van de crisis sprak Mario Draghi uit dat hij zou doen wat nodig is om de euro te laten overleven. Beleggers interpreteerden dit als een toezegging om in uiterste nood landen bij te springen en hun staatsleningen op te kopen. Meteen daarna daalden de rentes op staatsobligaties. En sindsdien zijn ze alleen maar gedaald. Eén zin van Draghi was genoeg om een einde te maken aan twee jaar paniek over oplopende rentes. 

Het toont de macht van de ECB binnen Europa. Een macht die onvermijdelijk politiek van aard is. Hulp van de ECB, zo onthulde Draghi later, zou namelijk alleen komen als landen zich aan het vaste recept van bezuinigingen en zouden houden. De ECB heeft het antiserum voor het financiële gif van de markten, maar wil die alleen toedienen als landen de gifbeker van de ECB leegdrinken.

Maar wat is de ECB nu?

Henry Ford schijnt ooit eens gezegd te hebben dat het maar goed is dat de bevolking het monetair systeem niet begrijpt, anders zou er morgen nog een revolutie plaatsvinden. Een wat hyperbolische constatering, maar wel één met een kern van waarheid.

Veel van de veronderstellingen die schuilgaan achter de praktijk van het centraal bankieren zouden het in de politieke arena waarschijnlijk niet overleven. Juist daarom hebben centrale banken een soort pauselijke status van onfeilbaarheid toebedeeld gekregen. Door zich te hullen in onafhankelijkheid en ontoegankelijkheid blijven centrale banken vaak buiten schot. 

Zeker in Europa is dat onterecht. De Europese Centrale Bank is een instituut met een inherent politieke taak, maar hoeft daar vrijwel geen verantwoording voor af te leggen. Juist omdat we nog geen sterke federale overheid hebben, heeft de ECB de macht om nationale overheden op de knieën te dwingen. Ze gebruikt die macht om haar recept van bezuinigingen en hervormingen erdoorheen te krijgen. Wat je er ook van mag vinden. Dat is moeilijk een apolitiek besluit te noemen.