Het zaagsel onder de stoelpoten van Gerard Bouman was de afgelopen maanden voor iedereen zichtbaar. De politievakbonden trokken in openlijk zijn persoonlijke kwaliteiten in twijfel: ‘Blijkbaar mist de heer Bouman de juiste antenne.’

Ambtenaren op het ministerie speculeerden onderling al over zijn mogelijke opvolger: Pieter-Jaap Aalbersberg (politiechef van Amsterdam), Frank Paauw (idem in Rotterdam) of Erik Akerboom (secretaris-generaal op Defensie). ‘Dat is natuurlijk geen goed teken,’ zoals een ambtenaar al maanden geleden tegen me zei.

Bouman zelf gaf geen krimp en vertelde tegen iedereen dat hij van plan was zijn afgesproken termijn tot 1 januari 2019 gewoon af te gaan maken. Omdat Bouman bekendstaat als bot en bikkelhard was dat nog niet eens onmogelijk. Maar kennelijk is de druk op Bouman de afgelopen tijd zo groot geworden, dat hij toch is opgestapt. Zelf kwam hij op zijn met deze beeldspraak: ‘Ik bouw graag huizen, maar heb een hekel aan het aflakken van het kozijn en de plinten. Wij naderen de fase waarin wij stap voor stap zaken verder moeten afronden en in balans brengen. Daar leent mijn karakter zich nu eenmaal minder voor.’

Dat is leuk gevonden, maar ook behoorlijk misleidend. Bouman suggereert ermee dat de reorganisatie zo goed als afgerond is en dat er alleen nog wat details geregeld moeten worden. Daarmee miskent hij hoe diep en fundamenteel de problemen bij de politie zijn.

Er is te weinig geld

Het conflict tussen Bouman en de politiebonden gaat niet alleen over geld. De bonden verwijten hem ook bot te zijn en weinig oog te hebben voor de problemen van de gewone diender.

De politie staat rood (en dat ligt niet aan de korpschef) De politiebonden voeren actie omdat agenten al vier jaar geen loonsverhoging hebben gehad. Het probleem: daar is helemaal geen geld voor. De politie eet de eigen reserves op en moet miljarden lenen bij het ministerie van Financiën om de gaten te dichten. Hoe meer blauw op straat tot rode cijfers leidde. Lees het stuk hier terug

Met het vertrek van Bouman (en de aanstelling van Hans Borstlap als kunnen de verhoudingen tussen de bonden en de politietop weer normaliseren. Dat neemt niet weg dat de politie structureel honderden miljoenen tekortkomt en dat minister Ard van der Steur helemaal klem zit met zijn begroting.

De politiebonden blijven maar actievoeren. Waarom? De al maanden protesterende politieagenten willen meer dan een hoger salaris. Het gebrek aan waardering en de slecht verlopen reorganisatie nekken de organisatie. Maar de Nationale Politie is écht blut en moet zelfs geld lenen bij het ministerie van Financiën. Hoe nu verder? Lees het stuk hier terug

En dat de reorganisatie nog wel even gaat duren.

Hierom duurt de politiereorganisatie nog drie jaar (en kost het zoveel meer) De politie heeft nog drie jaar nodig om te hervormen. Die reorganisatie kost nog eens 230 miljoen euro. In deze update schets ik de geschiedenis van dit probleem en kijk ik vooruit. Lees het stuk hier terug

Er zijn fundamentele problemen met de organisatie

We tobben in Nederland al heel lang met versnippering, bureaucratie en inefficiëntie bij de politie.

Dat blijkt wel uit de totstandkoming van de Nationale Politie:

Waarom moest de Nationale Politie er ook alweer komen? Een reorganisatie die het dubbele kost, opleidingen die te veel agenten aannemen, actievoerende agenten, massale sluiting van politiebureaus, geldgebrek, haperende ICT-systemen, klagende burgemeesters: wie het nieuws een beetje volgt, vraagt zich af waarom we ooit aan de Nationale Politie zijn begonnen. Toch waren – en zijn – er goede redenen om één landelijk korps te smeden. Een korte geschiedenis. Lees het stuk hier terug

De Nationale Politie moest die problemen gaan oplossen, maar de verantwoordelijke politici en de politietop hebben de invoering zwaar onderschat. Dat heeft zeven plagen opgeleverd:

De zeven plagen van de Nationale politie De afgelopen jaren kwam na veel gedoe de Nationale Politie tot stand. De kritiek was niet van de lucht. Intussen geeft de top het ook zelf toe: er zijn grote financiële tekorten, de reorganisatie verloopt moeizaam en de politie komt om in het werk. Wat zijn de grootste problemen waar de politie nu mee tobt? En: vallen ze te verhelpen? Lees het stuk hier terug

De politie vangt nog steeds te weinig boeven

De Haagse retoriek was de afgelopen jaren erg gericht op crimefighting en strenger straffen. In werkelijkheid vangt de politie ieder jaar minder boeven en worden er ieder jaar minder opgesloten:

Opheldering verzocht: acht op de tien misdrijven in Nederland wordt nooit opgelost Stijgende kosten, dalende ophelderingspercentages, fictieve politie-eenheden en gegoochel met statistieken. Het zijn slechts enkele van de ongemakkelijke waarheden over het Nederlandse politieapparaat. Lees het verhaal hier terug

Zelfs als alle reorganisatieperikelen opgelost zouden worden (en dat gaat nog jaren duren), dan nog blijft de recherche onderbemand en blijven de prestaties ondermaats.

De politie is er vooral voor de vorm (en dat is maar goed ook) De ‘meten-is-wetencultuur’ bij de politie leidt tot schijnexactheid, veroorzaakt veel onnodige bureaucratie en zorgt voor perverse effecten. Het zorgt ervoor dat de politie achter makkelijke doelen aangaat en precies rapporteert wat de minister wil horen. Hoe kunnen we de prestaties van de politie intelligenter meten? Lees het stuk hier terug

Maar hoe moet het dan? Een verkenning van de oplossingen.

Hoe de recherche weer boeven kan gaan vangen Er lopen 12.000 veroordeelde criminelen vrij rond, schreef Justitiestaatssecretaris Klaas Dijkhoff onlangs aan de Kamer. Hoe komt dat, en wat zijn de ideeën om het beter te gaan doen? Lees het stuk hier terug