Is dit ultieme transparantie of juist propaganda?
Redacteuren van het persbureau AP zijn woedend, omdat president Obama een intransparant persbeleid voert: fotografen die niet Pete Souza heten, mogen enkel kort en van afstand foto’s maken. Maar wat zou het opleveren als alle fotografen wél evenveel zouden mogen als hij?
Vorige week heeft het internationale persbureau AP (Associated Press), samen met nog zevenendertig andere nieuwsorganisaties als The New York Times, Getty Images en Washington Post, een protestbrief gestuurd naar de persafdeling van het Witte Huis. Strekking van de brief: stop met het opleggen van, in hun ogen, buitensporige restricties aan persfotografen om president Barack Obama te kunnen fotograferen.
‘Jullie [de persafdeling van het Witte Huis] vervangen, in feite, onafhankelijke fotojournalistiek voor zelf geproduceerd visueel persmateriaal. [...] De organisaties en individuen die deze brief hebben ondertekend zijn ervan overtuigd dat het beperken van toegang voor de pers, zoals uw organisatie heeft gedaan, een verontrustend precedent schept met directe en nadelige gevolgen voor het publiek om zich een volledig objectief beeld te kunnen vormen van wat haar regering doet.’
Daarnaast heeft AP al haar klanten, dus nieuwsmedia over de hele wereld, opgeroepen om niet meer de foto’s te gebruiken die door het Witte Huis worden vrijgegeven. Ofwel, de foto’s van Pete Souza en zijn team.
Rijtje boze fotografen
Wat is er aan de hand? Persfotografen en -bureaus klagen dat fotografen steeds vaker worden geweigerd tijdens officiële, en ook minder officiële, gelegenheden van Obama. Ze krijgen maar een paar minuten om een foto te maken, moeten zich allemaal opstellen in hetzelfde persvak, of de toegang wordt hen volledig ontzegd.
‘Het wordt de journalistiek onmogelijk gemaakt zijn rol te vervullen als controlerende macht’
Ondertussen krijgt Pete Souza alle mogelijkheid en vrijheid om van dichtbij, gedurende de gehele gebeurtenis, Obama van alle kanten te fotograferen. Omdat deze foto’s ook nog eens allemaal gratis worden vrijgegeven ter publicatie, is de concurrentie tussen de foto’s van Souza en van andere persfotografen volgens AP en andere media oneerlijk.
En dit is gevaarlijk, zo stellen de nieuwsorganisaties nu. Want hoewel Obama bij aantreden als president van de Verenigde Staten heeft beloofd een zo transparant mogelijk beleid te voeren, legt hij meer restricties op aan de pers dan elke president die hem voorging. Zo wordt het de journalistiek onmogelijk gemaakt zijn rol te vervullen als controlerende macht van de politiek, een van de basisprincipes van journalistiek.
Obama speelt zelf persbureautje door het publiek direct, via Twitter, Facebook en Flickr van informatie te voorzien. In de ogen van de persafdeling van het Witte Huis komt dit de transparantie juist ten goede. Zij stellen dat ze met deze middelen het volk directer toegang kunnen bieden tot de activiteiten van de president. Maar je kan je afvragen of het werkelijke doel is objectieve informatie te vertrekken, of dat het een zeer effectief middel is voor positieve beeldvorming.
Is het terecht?
Het is begrijpelijk dat de redacteuren en fotografen van het persbureau AP boos zijn. Als je je werk zo goed mogelijk probeert uit te voeren, maar hierin wordt beperkt, is dat frustrerend.
Een voorbeeld, zichtbaar in het tweeluik hierboven: de fotojournalist krijgt vlak voor het begin een belangrijke viering te horen dat je toch niet achter Obama op het podium mag komen, maar in het persvak tientallen meters verderop tussen het publiek moet gaan staan. Hierdoor kun je Barack en Michelle alleen van voren fotograferen, terwijl huisfotograaf Souza het imposante publiek op de achtergrond ook in beeld kan brengen dat Obama staat toe te juichen. Dan voel je je als fotograaf overbodig en niet serieus genomen.
Hiermee wordt ook fotopersbureaus het moeilijk gemaakt te concurreren met het gratis beeldmateriaal van Souza. Hij kan overal bij zijn, waardoor zijn foto’s meestal interessanter zijn. Hun (niet in de brief genoemde) belang in deze discussie is natuurlijk ook dat zij bestaan door de foto’s die zij kunnen verkopen aan media. Maar tegen gratis kan niemand op, vandaar ook dat AP ook haar klanten in deze kwestie wil betrekken.
Identiek beeld
Maar deze discussie toont nog een onderliggend dilemma. Want is vrije toegang echt een oplossing (en niet eigenlijk achterhaald), als alle persfotografen weer naast elkaar bijna identieke foto’s kunnen maken?
Ironischer kan het bijna niet. De dag nadat AP de brief hadden verstuurd, publiceerde het Witte Huis deze zogenoemde ‘foto van de dag’:
Wat zien we op deze foto? Een groepje persfotografen dat toegang is verleend om bij een ceremoniële handing van Obama aanwezig te mogen zijn. Het lijkt een bijna letterlijk antwoord op de brief van AP. Dit is beeldvorming in werking. Maar: wat we ook zien is dat, als persfotografen eenmaal toegang krijgen, ze allemaal netjes in een rijtje dezelfde foto maken.
De vraag is wat vrije toegang voor persfotografen op zou leveren in de altijd volledig geënsceneerde decors van de Amerikaanse president. Om even te chargeren: Obama met een koffievlek, of met een gekke bek, omdat hij de hik heeft?
Beeldvorming is niet alleen hoe iets wordt afgebeeld, maar wordt ook bepaald door de setting die wordt gecreëerd. In het publieke leven van Obama wordt, in grote lijnen, alles geregisseerd. Van wie hij ontmoet, tot waar hij staat tijdens het handen schudden, tot de achtergrond waartegen dat gebeurt. Precies zoals in de ‘foto van de dag’ hierboven.
Het is een illusie dat dat objectiviteit is. Het is ook verspilde moeite.
Meer foto’s die hetzelfde laten zien zullen daarin geen verschil maken. Bovendien zullen persfotografen nooit welkom zijn bij bijvoorbeeld besprekingen waar vertrouwelijke informatie op tafel komt. Tijdens het schudden van handen worden vooral beleefde woorden gewisseld.
Valse hoop
Mijn idee is dus dat (foto)journalisten valse hoop hebben over wat vrije toegang oplevert. Het is een illusie dat dat objectiviteit is. Het is ook verspilde moeite. Nieuws is een registratie van wat er gebeurt, dus waarom zou je met z’n allen naast elkaar hetzelfde registreren? Daarin zouden media niet met elkaar moeten willen concurreren.
Eerder schreef ik in mijn analyses van het Witte Huis-fotoarchief van Pete Souza dat beeldvorming niet voorkomen of bestreden kan of moet worden. Het zou soms wel goed zijn te beseffen dat foto’s altijd met bepaalde intenties zijn gemaakt. En ook met bepaalde intenties in gekozen contexten worden gebruikt. Door ons daar meer bewust van te zijn, kunnen we de verhalen die foto’s vertellen inhoudelijk beter beoordelen.