Hoe een van Europa’s grootste voetbalrevolutionairen het Duitse voetbal veranderde
Het Duitse voetbal is het afgelopen decennium ingrijpend veranderd. Onervaren coaches met opwindende ideeën zetten die vernieuwing in gang. De motor daarachter: Christian Heidel, directeur van het bescheiden FSV Mainz 05. Ik zocht hem op en stuitte op een modern Duits voetbalsprookje.
Het is tot voor kort redelijk onopgemerkt gebleven, maar in het slaperige Duitse universiteitsstadje Mainz huist een van Europa’s grootste voetbalrevolutionairen.
Hij heet Christian Heidel, is al 23 jaar algemeen directeur van voetbalclub FSV Mainz 05, en is verantwoordelijk voor de aanstelling van drie voetbaltrainers die het Duitse voetbal ingrijpend hebben veranderd: Wolfgang Frank, Jürgen Klopp en Thomas Tuchel.
Frank was in de jaren negentig de eerste Duitse trainer die zijn ploeg zonder libero liet spelen; Klopp, inmiddels trainer van Liverpool FC, zal voor altijd verbonden blijven met de tactiek ‘ Gegenpressing ’; en Tuchel, inmiddels trainer van Borussia Dortmund, is een tactisch en didactisch genie , die zijn ploeg in één wedstrijd drie of zelfs vier systemen kon laten spelen.
De mannen hebben ook iets anders gemeen: voordat Heidel ze een baan gaf, waren ze nobody’s - ze hadden geen noemenswaardige ervaring als speler of trainer.
Frank was een briljante, permanent ruziemakende gek die nergens anders welkom was; Tuchel was bij Mainz jeugdtrainer; en Klopp was nog speler van de ploeg toen Heidel hem aanbood trainer te worden.
Maar deze nobody’s hebben Mainz fundamenteel veranderd: van een bijna-degradant in de Tweede Bundesliga in de jaren negentig in een stabiele middenmotor van de Eerste Bundesliga nu, en dat alles met een minimaal budget.
Je zou zeggen: het vereist moed om onervaren mannen de belangrijkste baan bij de club te geven.
Maar zelf ziet Heidel dat niet zo. Juist ervaren trainers stelden hem keer op keer teleur - trainers met grote reputaties, trainers in strak pak, trainers die zelf in de Bundesliga hadden gespeeld, en trainers die geweldig tekeer konden gaan tegen hun spelers. Ze kwamen in alle soorten en maten.
Maar geen van allen konden ze wat Heidel van hen verwachtte: zijn ploeg beter maken.
‘Op een zeker moment besloot ik: ervaring is voor trainers een overschatte eigenschap. Onze spelers waren toen tactisch beter dan de trainers die ik op sollicitatiegesprek kreeg,’ zegt Heidel over de aanstelling van Klopp in 2001. ‘Dus toen dacht ik: laat maar zitten. Ik maak gewoon mijn slimste speler trainer.’
De opkomst van een nieuw soort trainer
Met name de aanstelling van Klopp heeft het Duitse voetbal veranderd. Het voorheen als conservatief geldende Duitsland streefde sindsdien progressieve landen voorbij. Vergelijk deze lijstjes maar eens:
- Nederlands elftal: Danny Blind (ex-Ajax, 42 interlands)
- Ajax: Frank de Boer (ex-Ajax, ex-Barcelona, 112 interlands)
- PSV: Phillip Cocu (ex-PSV, ex-Barcelona, 101 interlands)
- Feyenoord: Giovanni van Bronckhorst (ex-Feyenoord, ex-Barcelona, 106 interlands)
- Duits elftal: Joachim Löw (ex-Freiburg, 52 wedstrijden in de Bundesliga, 0 interlands)
- Bayern München: Pep Guardiola (ex-Barcelona, 47 interlands)
- Borussia Dortmund: Thomas Tuchel (0 wedstrijden in de Bundesliga, 0 interlands)
- Bayer 04 Leverkusen: Roger Schmidt (nooit profvoetballer geweest, voormalig ingenieur bij een leverancier van auto-onderdelen)
Zo’n tweede lijstje is in Nederland moeilijk voorstelbaar. Maar in Duitsland is hetold boys network dood. Ook zonder noemenswaardige ervaring als profvoetballer kun je voetbaltrainer worden van een belangrijke club.
Sterker, deze week bleek dat je in Duitsland zonder enige ervaring als wat dan ook trainer kunt worden. Voetbalclub Hoffenheim stelde deze week de 28-jarige Julian Nagelsmann aan als trainer voor volgend seizoen.
Toen ik ontdekte dat Frank, Tuchel en Klopp niet alleen door dezelfde club, maar door dezelfde man waren aangesteld - Heidel dus - wilde ik hem ontmoeten. Hoe komt hij tot zijn eigenaardige keuzes voor trainers?
Heidels invloed op het Duitse voetbal geanalyseerd, aan de hand van zijn drie grootste trainers (en vier scouts).
Trainer 1: levend tafelvoetbal
Als je Heidel (52) ziet, denk je niet meteen aan het woord revolutionair. Je denkt eerder: gegoede Duitse middenklasse. Hij is dan ook de zoon van een voormalig burgemeester van Mainz en zelf voormalig autohandelaar. Mooie leren schoenen, lichte spijkerbroek, overhemd onder een merinowollen trui.
Maar stel hem een vraag, en je krijgt een onophoudelijke stroom aan ideeën over voetbal terug. Sommige radicaal, sommige simpelweg logisch, en zo nu en dan met een vleugje zelfspot.
De trainer met wie Mainz’ en zijn eigen opkomst begon, Wolfgang Frank, was een gelukstreffer. ‘Ik stelde hem aan, maar ik had geen idee hoe goed hij was. En eerlijk gezegd: we konden ook geen andere trainer betalen. Dus namen we hem maar. Dat was een gelukkige keuze.’
En eerlijk gezegd: we konden ook geen andere trainer betalen. Dus toen namen we hem maar
Op een dag in 1996 - Mainz stond weer eens onderaan in de Tweede Bundesliga - kwam Frank met een stoutmoedig plan . Heidel: ‘Hij zei: ‘Christian, we gaan iets nieuws doen. We gaan met een viermansverdediging spelen, zonder libero.’
‘Ik zei: je bent gek geworden. Je gumt Beckenbauer uit!’
Duitse ploegen speelden sinds de gloriedagen van Beckenbauer altijd met een libero, een vijfde, vrije verdediger achter de vier gewone verdedigers. Als die een steekje lieten vallen, loste de libero de problemen op. Frank dacht anders: als we zonder libero spelen, ontstaan die problemen niet eens.
Heidel staakte zijn verzet. ‘We stonden toch laatste, dus waarom ook niet?’
Maar het werkte, geholpen door Franks onorthodoxe trainingsmethoden. Zie het als levend tafelvoetbal: Frank liet zijn vier verdedigers een lange stang vasthouden en ze in één lijn bewegen. De middenvelders moesten dat ook. ‘Vervolgens liep hij tussen de stangen door en riep: ‘Ik ben de bal! Ik ben de bal! Val me aan!’
Het idee was: collectief en tegelijkertijd de bal proberen te veroveren. Ballorientierte Verteidigung, dat was nieuw in Duitsland. Alleen de tegenstanders met of in de buurt van de bal werden aangevallen, de anderen bleven ongemoeid.
‘De toeschouwers in het stadion waren in paniek: DIE MAN STAAT VRIJ! DIE MAN STAAT VRIJ!,’ lacht Heidel. ‘Maar dat de bal er niet heen kon, omdat onze spelers die weg afsneden, begrepen ze niet.’
Aan het einde van het seizoen begrepen ze het wel: Mainz had met de zwakste selectie van de competitie de beste tweede seizoenshelft gespeeld. Gewoon omdat Heidel vertrouwen had in die rare, onervaren Frank.
Trainer 2: maniakale balverovering
Toen Frank naar een andere club vertrok, wilde Heidel deze speelstijl behouden. Hij stelde een serie trainers aan die dit zeiden te kunnen. Ze konden het niet.
Heidel had een probleem: de spelers die onder Frank hadden getraind, begrepen de speelwijze. Nieuwe spelers begrepen het niet, omdat de trainer het hun niet kon leren.
‘Al die ervaren mannen, bekende mannen, oud-voetballers, ze konden mijn spelers niks leren. Mijn ploeg is tactisch beter dan die trainers. Ervaring is overschat, besloot ik toen.’
Dat inzicht leidde tot een idee: we doen het zelf. Het antwoord op de vraag: hoe leren we de nieuwe spelers wat de ouden al kunnen? was niet meer: ‘een nieuwe trainer.’ Het nieuwe antwoord was: ‘een van de spelers die het systeem wel begrepen.’
De vraag was: welke speler?
‘Jürgen Klopp was toen toevallig geblesseerd. Hij was aanvoerder, welbespraakt, heerlijk impulsief, dus ik dacht: die wil misschien wel. En inderdaad: na een paar seconden stond hij in vuur en vlam van het idee.’
Klopp bracht iedereen Franks ideeën bij, voegde er een paar eigen ideeën aan toe, en de rest is inmiddels Duitse voetbalgeschiedenis. Klopp maakte school met een agressieve, maniakale speelstijl - ‘Gegenpressing’ - die draaide om het directe terugveroveren van de bal na balverlies. Hij promoveerde met Mainz naar de Bundesliga, en trok de aandacht van het grote Borussia Dortmund.
Met Dortmunds betere spelers haalde hij grote successen: twee landstitels en in 2013 de Champions League-finale. In Dortmund geldt hij als levende legende , en Bayern Munchen jatte zijn tactiek.
Nu wacht hem een nog grotere klus. Twee weken geleden begon Klopp als coach van het Engelse Liverpool – net als Dortmund een topclub in verval. Heidel is vol vertrouwen in de linksback die hij coach maakte.
‘Als het Kloppo niet lukt,’ zegt Heidel, ‘dan lukt het niemand. Die man is een genie.’
Trainer 3: De sciencefictioncoach
De zeven jaren met Klopp stelden Heidel voor een nieuw managementprobleem: hoe herhaal je succes?
Hij koos voor een breuk met het verleden, want een kopie van Klopp zou alleen maar tot teleurstelling leiden. ‘Maar ik geef toe: het tegendeel van Klopp stelde me ook teleur.’ De opvolger - Jorn Andersen, een ervaren Noorse trainer - leidde Mainz weliswaar naar de Bundesliga, maar dat was volgens Heidel eerder ondanks dan dankzij Andersen.
Je hebt zat trainers die maar wat doen. Die komen ’s ochtends naar het trainingsveld, slaan zich in de handen, en zeggen enthousiast: mannen, wat zullen we vandaag eens doen?
Een paar dagen voor het begin van het seizoen 2009/2010 ontsloeg Heidel hem, in de wetenschap dat er binnen de club al een vervanger rondliep: een lange, magere, welbespraakte 35-jarige jeugdtrainer met de naam Thomas Tuchel.
Wederom stelde Heidel een nobody aan, en wederom met succes.
Als de extraverte Klopp vernieuwend was, dan was de introverte Tuchel sciencefiction. Hij bedacht bizarre, maar effectieve trainingsvormen: op een zeker moment zette hij de uiterste hoeken van het veld af, zodat de spelers daar niet heen konden passen. Het doel: snel spel door het midden afdwingen.
Heidel: ‘Ook trainde hij regelmatig met elf spelers tegen elf spelers – in het strafschopgebied. Hij zei: dat is een zaak van de hersenen . Als je elf tegen elf op een kleine ruimte speelt, dan komt er altijd iemand op je af. Je moet niet denken maar spelen. Als je dan zaterdag de wedstrijd speelt, merk je: ik heb veel meer ruimte. Meer ruimte, meer tijd, dat is bevrijdend.’
Mainz werd onder Tuchel een stabiele Bundesligaclub. Tuchel is inmiddels de opvolger van Klopp bij Borussia Dortmund. En Heidel kreeg weer een scherper beeld van wat hij zocht in een trainer.
‘Je hebt zat trainers die maar wat doen. Die komen ’s ochtends naar het trainingsveld, slaan zich in de handen en zeggen enthousiast: mannen, wat zullen we vandaag eens doen? Maar Tuchel had zijn trainingen week voor week uitgeschreven, het leek wel een dissertatie. Elk detail was uitgeschreven, tot aan waar de pilonnen moesten staan.’
Meer ketterij: de scouts mogen weg
Heidel ging op meer terreinen de strijd aan met de traditie. Een paar jaar geleden kreeg hij opeens een ingeving: laten we alle scouts wegsturen.
‘Hoe langer ik dit werk doe’, zegt Heidel, ‘hoe meer ik me afvroeg: waar heb ik ze eigenlijk voor nodig?’ Hij vond hun adviezen vaak subjectief en inconsequent - waarmee ze voor Mainz een luxe werden die de kleine club zich niet kon veroorloven. In plaats daarvan baseerde hij Mainz’ transferbeleid voortaan op gezond verstand, statistieken, en twee ‘analysescouts’ - die veel, heel veel video kijken.
Dat gaat ongeveer zo. Mainz kijkt welke spelers hun worden aangeboden (spelers die niet worden aangeboden zijn waarschijnlijk te duur voor de club). Als hun zaakwaarnemer deugt en hun cv er niet oninteressant uitziet, volgt stap twee: een blik in de database van het Oekraïense bedrijf InStat.
Hoeveel loopt de speler? Loopt hij bijvoorbeeld minder dan tien kilometer per wedstrijd, dan is het waarschijnlijk geen Mainz 05-speler. ‘Onze manier van druk zetten vergt veel loopvermogen. We lopen als team zo’n 118 kilometer per wedstrijd, relatief veel.’
En: wint hij minder dan 30 procent van zijn duels? Geen Mainz 05-speler. Doet hij mee als zijn ploeggenoten druk zetten op de tegenstanders? Zo nee: ongeschikt.
Als deze statistieken kloppen, dan bekijken de twee analysescouts de speler. Conform Mainz’ ketterse traditie zijn dat geen oud-profs. Heidels naaste transfer-adviseur was jarenlang de 32-jarige Benjamin Weber , die een paar jaar eerder als bijbaantje trainingen mocht filmen. ‘Als Benni zei: niet doen, dan gingen we nooit live kijken. Als hij zei: dat is een goede, dan bleek hij vaak gelijk te hebben.’
Als laatste stap volgt het gesprek met de speler en zaakwaarnemer, waarbij één ding vooropstaat: de speler moet van trainen houden. ‘Bij Mainz kunnen we alleen winnen als iedereen meedoet. Alleen als we meer worden dan de som der delen, blijven we in de Bundesliga.’
De manager als transferdoelwit
Het succes van Mainz is niet onopgemerkt gebleven bij grotere clubs in binnen- en buitenland. Behalve spelers en trainers waren ook stafleden in trek, zoals analysescout Weber, die deze zomer ook overstapte naar Dortmund.
Elke keer moet Heidel weer sterren uit nobody’s maken, om zijn club weer een stapje verder te brengen. Maar misschien komt hier binnenkort een einde aan. Een andere grote club – Schalke ’04 – is tot de conclusie gekomen dat ze niet een speler of trainer van Mainz willen, maar Heidel zelf.
Drie dagen voordat ik met Heidel sprak, lekte dit uit naar de Duitse pers. De club, de fans, zowat de hele stad stond in rep en roer omdat Heidel – de personificatie van de opmars van de club – de club ging verlaten. En nog steeds is de opwinding niet over.
Zeker, hij heeft uitvoerig met Schalke gesproken, er is wederzijdse interesse – Schalke wil de ideeën van Heidel, Heidel ziet kansen om een chronisch onderpresterende club beter te maken. Maar zomaar weggaan bij Mainz, midden in het seizoen?
‘Dat doe ik nooit. Mainz is een beetje mijn baby. Als ik ga, dan op zijn vroegst in de zomer van 2016.’
Hij besluit: ‘Ik ben 23 jaar hier en kennelijk denken de mensen dat als ik weg ben, er geen voetbal meer gespeeld wordt. Dat is onzin. Dat gebeurde niet nadat Jürgen Klopp vertrok, en ook niet na Thomas Tuchel. En voor mij zal dat niet anders zijn.’
Misschien niet. Maar het zal wel het einde betekenen van een van Duitslands inspirerendste succesverhalen.