Hoe bloggers zelfs Nobelprijswinnaars de les lezen
Verontrustende cijfers van Nobelprijswinnaar Angus Deaton begin deze maand. Sterftecijfers onder witte Amerikanen van middelbare leeftijd zouden sinds 1999 flink zijn gestegen. Maar dan leidt een reactie op een blog tot nieuwe inzichten. Een kleine ode aan de blogs die de wetenschap in de gaten houden.
Anoneuoid heette hij. Wie Anoneuoid was wist zelfs Joost niet. Dat hij nooit een Nobelprijs won is waarschijnlijk. Toch zorgde een negentien woorden tellende reactie van de beste man ervoor dat het werk van een Nobelprijswinnaar werd gecorrigeerd.
Elke grote Amerikaanse krant had al over het spraakmakende onderzoek geschreven. Samen met zijn vrouw Anne Case had Angus Deaton een analyse gemaakt van de Amerikaanse sterftecijfers. In weerwil van de wetten der vooruitgang bleek: witte Amerikanen van 45 tot 54 jaar stierven sinds 1999 steeds vaker.
Schokkende cijfers. De laatste keer dat een dusdanige stijging was voorgekomen was bij de uitbraak van hiv/aids in de jaren tachtig. Deprimerend genoeg was de oorzaak ditmaal niet een ziekte. Nee, mensen richtten zichzelf te gronde, door drugs, alcohol en zelfmoord.
Maar klopt dit wel?
Terwijl columnisten bij TheNew York Times en TheWashington Post al druk bezig waren de cijfers te duiden, las Andrew Gelman een interessante opmerking van ene Anoneuoid op zijn blog.
Hadden Case en Deaton niet iets over het hoofd gezien? Je zou verwachten dat 45-jarigen minder vaak sterven dan 54-jarigen. Wat nou als er vergrijzing in die groep 45-tot-54-jarigen had plaatsgevonden? Met andere woorden, als er nu minder jonge mensen en meer oude mensen in die groep zitten dan vroeger? Dan sterven er ook vaker mensen in die groep. Dat is geen verschrikkelijk gegeven, maar komt simpelweg door een andere samenstelling van de groep.
Gelman pikte de reactie op en begon te rekenen. Binnen een dag produceerde hij een grafiek die wel rekening hield met de veranderende samenstelling (‘bijna de helft van de stijging kan toegeschreven worden aan vergrijzing binnen de groep’). Anoneuoid had gelijk!
Wat peer reviewers hadden gemist, hadden Gelman en zijn anonieme reaguurder wel gezien. Het belangrijkste resultaat - dat de VS een uitzondering was op de trend in andere landen - bleef overeind, maar de cijfers bleken aanzienlijk genuanceerder dan in eerste instantie werd verkondigd.
Zelfreinigend bloggen
Inhoudelijke kritiek wil op de blogs nog weleens gepaard gaan met retorisch zwaargeschut dat je in de betere vakliteratuur niet vaak tegen zult komen. Geen ‘ik bedank de auteur voor zijn belangwekkende kritiek,’ maar ‘ik zou graag willen weten waarom een figuur als Matt O’Brien zich gekwalificeerd genoeg voelt mij een ‘onoprechte idioot’ te noemen.’
Toch zorgen de blogs ervoor dat het zelfreinigende vermogen van de wetenschap is toegenomen. En dat komt misschien wel juist omdat de blogs lak hebben aan de normale regels van het wetenschappelijk verkeer. Het lijkt gek, maar op blogs wordt tegenwoordig serieuze wetenschap bedreven. Dat is even wennen, want soms klinkt het allemaal niet des wetenschaps.
Het lijkt gek, maar op blogs wordt tegenwoordig serieuze wetenschap bedreven
Wetenschappelijke tijdschriften worden streng gecureerd door redacteuren die dikwijls gelijkgestemd zijn. Iedereen met een computer en een toetsenbord kan echter een blog beginnen. In de economische tijdschriften neemt het debat bijvoorbeeld al tijden af, maar wie economieblogs leest krijgt juist de indruk dat er een felle ideeënstrijd plaatsheeft.
Deze week bracht het CPB bijvoorbeeld een publicatie uit die een steun in de rug was voor bezuinigingsgezinden. Mathijs Bouman van het Financieele Dagblad constateerde dat het CPB er achter was gekomen dat ‘Europa zich toch niet kapot bezuinigde.’
Econoom Bas Jacobs, zeker niet van de bezuinigingsgezinde coalitie, ging op onderzoek uit en liet op zijn blog al vrij snel zien dat de interpretatie van veel mediafiguren geen stand hield. Juist, omdat er een levendig online debat is, komt kritiek op slecht onderzoek (of verkeerde interpretaties van onderzoek) snel op gang.
Hoe blogs de rangorde negeren
Een ander voordeel van de blogs is dat de academische rangorde er op het internet nauwelijks toe doet. ‘Een van de mooiste dingen aan de blogosfeer is dat ook mensen zonder [formele academische kwalificaties] een publiek kunnen krijgen,’ aldus blogger (en Nobelprijswinnaar) Paul Krugman.
Een prachtig voorbeeld is Matt Rognlie, een zesentwintig jaar oude PhD-student. Net rond het moment dat wereldwijd Peak Piketty werd bereikt plaatste hij een reactie op het populaire blog Marginal Revolution, waarin hij uitlegde dat de Franse econoom Thomas Piketty een cruciale denkfout had gemaakt. ‘Ik probeer, zeg maar, te laten zien dat één van de denkstappen die hij maakt, het omgekeerde doet van wat hij denkt dat het doet,’ legde de zesentwintigjarige uit.
Andere economen begonnen over zijn reactie te bloggen. Rognlie breidde zijn blogpost uit tot een heus wetenschappelijk artikel. En een jaar later mocht hij een paper presenteren aan het prestigieuze Brookings Institute. Een volslagen onbekende student kon via blogs de op dat moment populairste econoom ter wereld corrigeren.
Blogs als een betere vorm van wetenschap
Bloggen is in de openbaarheid een gesprek voeren dat voorheen in seminars of achter de bureaus van academici werd gevoerd. En die openbaarheid is alleen maar toe te juichen, zeker wanneer onderzoek maatschappelijk relevant is. Als laatste voordeel hebben de blogs dat ideeën nog niet volledig af hoeven te zijn voor ze al in een blogpost kunnen verschijnen.
Zoals econblogger Noah Smith beschrijft: ‘Onenigheden worden in de academische wereld vaak opgelost over de loop der jaren - als ze überhaupt opgelost worden.’ Het tempo van de blogs ligt veel hoger, juist omdat een reactie niet definitief hoeft te zijn.
Toch is het nog even wennen voor de old school. Gelman werd de correctie bijvoorbeeld niet in dank afgenomen. ‘We waren een jaar bezig met dit onderzoek, we hebben op elk cijfer gezweet en om dan te zien dat mensen er real time over gaan bloggen - dat is niet de manier waarop wetenschap hoort te gaan,’ zei Anne Case.
Misschien is het niet altijd aangenaam, maar zegt Gelman in een reactie, ‘of het nu op blogs plaatsvindt of elders, dit is juist precies hoe wetenschap hoort te gaan.’