De Roemeense investeringen van de Rabobank zijn met verhalen over corruptie omgeven. Wat zijn onze bevindingen?

Luke Dale-Harris
Onderzoeksjournalist
Illustratie: Gijs Kast (voor De Correspondent)

Met een team Roemeense journalisten onderzocht ik de beleggingen van Rabobank in Roemeense landbouwgrond. Roemeense partners van de bank zouden op dubieuze wijze land hebben verkregen in een paar van de armste en meest corrupte regio’s van het land. In dit artikel zet ik onze belangrijkste bevindingen van ruim een jaar onderzoek op een rijtje.

Via drie dochterondernemingen van een beleggingsfonds ter waarde van 315 miljoen euro - Rabo Farm - heeft Rabobank sinds 2011 ruim 21.000 hectare landbouwgrond in Roemenië en Polen verworven.

Deze investering is onderdeel van een beleggingsproject met een looptijd van tien tot vijftien jaar, dat beleggers naar verwachting een rendement van ruim 900 miljoen euro zal opleveren. Het verwachte winstpercentage bedraagt acht procent.

Uit een onderzoek van De Correspondent en het Romanian Centre for Investigative Journalism (RCIJ) blijkt dat in minstens elf gevallen lappen grond die door het fonds zijn opgekocht nu worden onderzocht door Roemeense staatsprocureurs en anti-corruptieautoriteiten, in verband met aantijgingen van vervalsing en bedrog.

Door zaken te doen met veroordeelde misdadigers en lokale politici voldoen de praktijken van het beleggingsfonds en de drie dochterondernemingen niet aan de normen van die de Rabobank zelf hanteert.

Dick van den Oever, directeur van het fonds namens de Rabobank, stelt in een reactie het volgende: ‘Onze reguliere due diligence bestaat uit het verzamelen van allerlei soorten documenten die ons helpen ons een beeld te vormen van wie de verkoper is. Als we iets opvallends tegenkomen, zien we ons genoodzaakt om méér te doen, bijvoorbeeld door een bezoek te brengen aan het dorp.’

Oudere dorpsbewoners beschrijven hoe Papuc midden in de nacht naar hen toe is gekomen, en hen er met list en bedrog toe heeft verleid hun land te verkopen

In andere gevallen hebben dorpelingen het fonds voor de rechter gesleept en geclaimd dat ze nooit land hebben verkocht dat nu in handen is van Rabo Farm. Land waar het fonds pacht op int.

Aan de hand van tientallen interviews en de analyse van honderden documenten van het kadaster en rechtbanken ontdekten we onder meer dat een dochteronderneming van Rabo Farm uitgebreid heeft samengewerkt met tussenpersonen die een voor strafbare feiten veroordeelde scout genaamd Gheorghe Papuc hebben ingehuurd om land voor hen te zoeken.

Oudere dorpsbewoners beschrijven hoe Papuc midden in de nacht naar hen toe is gekomen, en hen er met list en bedrog toe heeft verleid hun land te verkopen. Iedereen die we hebben gesproken vertelde hetzelfde verhaal: dat ze samen met tientallen andere dorpelingen met een bus naar een nabijgelegen stad werden vervoerd.

Aanvankelijk wilde Rabo Farm 615 miljoen euro investeren. In de eerste fase ging om het 315 miljoen euro. Fase 2 is tot nader order uitgesteld, omdat de instelling zich ‘vanwege tal van redenen’ op haar strategische positie moest bezinnen.

Eenmaal daar werden ze meegenomen naar een flatgebouw en een kleine kamer in geduwd, zonder licht, waar ze het eigendom van hun land moesten overdragen in aanwezigheid van een notaris. Ze kregen slechts 80 euro per hectare, maar zeggen dat de kamer en de bus in duister waren gehuld, zodat ze het geld pas konden tellen toen ze weer thuis waren. Niemand die we hebben gesproken zegt enig idee te hebben aan wie hun land was verkocht.

Rabo Farm heeft land gekocht in minstens 51 Roemeense dorpen, gelegen in de vlakten in het westen, zuiden en oosten van het land. Na de aankoop heeft het fonds het land verpacht aan Roemeense boeren, die ‘ervaren pachters’ worden genoemd en die Rabo Farm hoopt te kunnen helpen ‘hun bedrijf te laten groeien.’

Maar uit ons bewijsmateriaal blijkt dat tot de 129 pachters van Rabo Farm politici behoren, evenals individuen die zijn geschorst wegens misdaden zoals moderne slavernij, diefstal en omkoping én plaatselijke oligarchen met sterke banden met corrupte overheidsfunctionarissen.

In dorpen waar Rabo Farm het land verpacht aan bedrijven die eigendom zijn van of nauw verbonden zijn met de plaatselijke burgemeester hebben dorpelingen ons over politieke monopolievorming verteld, waarbij de lokale hulpbronnen en werkgelegenheid in het bezit zijn van of gecontroleerd worden door kleine groepen mensen rondom de burgemeester.

Contracten die zijn opgesteld tussen de pachters en Rabo Farm duiden erop dat het fonds gebruikmaakt van een maas in de wet, waardoor het in staat is Europese landbouwsubsidies in eigen zak te steken, ook al bewerkt het fonds het land niet zelf.

Gebruikmakend van een Roemeense online database voor de waarborging van contracten zijn we erachter gekomen dat de pachters hun subsidies rechtstreeks aan Rabo Farm overdragen als onderpand voor de pacht. Daardoor worden de Europese landbouwsubsidies aan de boeren onttrokken en in handen van de beleggers gespeeld. In reactie op onze vragen over de herbestemming van de subsidies beweert Rabo Farm dat ‘dit overeenkomstig de Roemeense wet is, en die van veel andere landen van de EU, en gunstig is voor de boeren.’

De bevindingen contrasteren sterk met de reputatie van Rabobank als een van de meest verantwoordelijke banken ter wereld en roepen belangrijke vragen op over de toewijding van het fonds aan ‘due diligence’ en de sociale verantwoordelijkheid van bedrijven.

In een in van het fonds verklaarde Rabo Farm:

‘Voordat we een boerderij overnemen of erin beleggen, voeren we een intensief ‘due diligence’-onderzoek uit naar verkopers, pachters, boeren, boerderijen en veel andere factoren die relevant zijn voor de beleggingsfase.’

Het rapport verklaart ook dat ‘Rabo Farm actief is in landelijke gebieden waar de economische en sociale situatie doorgaans slechter is dan het landelijke gemiddelde. Rabo Farm gelooft dat zijn beleggingen bijdragen aan de plaatselijke sociale en economische ontwikkeling van de gemeenschappen waar het fonds actief is en dat het een rol speelt in het steunen van deze ontwikkeling.’

Illustraties: Gijs Kast

Uit ons onderzoek doemt een heel ander beeld op. Een waarin Rabo Farm profiteert van een systeem van diepe corruptie en vastgeroeste armoede en bijdraagt aan de vervreemding van kleine boeren aan de armste randen van de Europese Unie.

Het grootste deel van de winst van Rabo Farm gaat naar Nederlandse en Amerikaanse pensioenfondsen

Tot nu toe heeft Rabo Farm 315 miljoen euro belegd – slechts de helft van het totale fonds. Dat bedrag is in zijn geheel besteed aan grondaankopen in Roemenië en Polen. De volgende 300 miljoen euro zal waarschijnlijk worden belegd in dezelfde landen, met een potentieel voor expansie naar andere Oost-Europese landen. In een interview met IP Nederland van april 2014 zegt hoofd beleggingen van Rabo Farm Gerd Boeckenhoff: ‘Hoewel we onze ogen zeker niet sluiten voor de omringende landen, zijn we conservatief en geven we er momenteel de voorkeur aan in de twee landen te blijven waar we ons echt hebben gevestigd.’

In een reclamefilmpje voor Rabo Farm verklaart het fonds een jaarlijkse stijging van de waarde van de grond met 8 procent te verwachten, overeenkomstig de snel stijgende prijs van boerenland in de meest oostelijk gelegen lidstaten van de Europese Unie. Na tien tot vijftien jaar is het fonds van plan het land te verkopen voor drie maal de prijs waarvoor het is aangekocht.

Het grootste deel van de winst van Rabo Farm gaat naar Nederlandse en Amerikaanse pensioenfondsen. Volgens een rapport dat is uitgegeven door de Voedsel- en Landbouworganisatie van de Verenigde Naties (FAO) behoren tot de beleggers van Rabo Farm onder meer de Nederlandse pensioenfondsen APG en PFZW (voorheen PGGM) en het Amerikaanse pensioenfonds TIAA-CREF, dat in de Fortune 100 staat. Rabobank heeft geen informatie vrijgegeven over individuele beleggingen in het fonds.

Dit verhaal schreef ik met

Onder - veel anderen - Milvus Wildlife Protection Group, Attila Szocs, Stefan Candea, Andreea Pavel, Adrian Dumitru, Romulus Dabat, Adina Pop-Coman, Andrei Astefanesei en Elena uit Dobromir hebben ons bij dit onderzoek geholpen.

Het onderzoek werd mede mogelijk gemaakt door de Robert Bosch Stiftung en het

Dit artikel is vertaald uit het Engels door Menno Grootveld.