Luisteren: De Bijbel is belabberd geschreven. Dat kon beter, vond Dimitri Verhulst

Lex Bohlmeijer
Correspondent Goede gesprekken
Dimitri Verhulst. Foto: Marijn Smulders (voor De Correspondent)

De Belgische schrijver Dimitri Verhulst (1972) heeft in zijn nieuwste boek de bijbel herschreven: Bloedboek. Hij opent er de aanval mee op iedereen die met de Bijbel (of de Koran) in de hand andere mensen de hersens inslaat. Tegelijk bruist zijn verhaal van het vertelplezier: hij gelooft in de kracht van het woord. ‘Kunst moet af en toe pijn doen.’

Er zijn vijf redenen om te luisteren naar Dimitri Verhulst:

  1. Hij is een succesvolle auteur, die met verve de schoonheid van de Nederlandse taal verdedigt. Hij noemt het ‘een soort jazz’. Het vertelplezier spat dan ook van zijn boeken af. Zijn laatste boek, Bloedboek, is wat dat betreft als vanouds een feest.
  2. Hij spreekt zijn persoonlijke geloofsbelijdenis uit: hij blijft met een zekere koppigheid in de liefde geloven en in de vrije mens.
  3. Hij gelooft daarentegen absoluut niet in de God van de Bijbel, die hij een fascist noemt, intolerant en racistisch. En allesbehalve vergevingsgezind. Hij vindt de Bijbel in dat opzicht even verderfelijk als de Koran. Hoe kan het toch dat mensen met deze oude boeken in de hand zich geroepen voelen om te moorden?
  4. En toch heeft hij goeie redenen om de Bijbel te herschrijven zoals hij nu gedaan heeft met de eerste vijf boeken van het Oude Testament. Hervertellen is een oerinstinct. De Bijbel is een van de wortels van onze cultuur, maar is belabberd geschreven: dat kon beter.
  5. Hij zegt: ‘Kunst is stille oppositie. Af en toe moet ’t pijn doen, dat is de taak van de letteren.’