Wat als de natuur ons nu eens een factuur zou sturen?
Vorig jaar leverden de bijen, de koraalriffen en het Amazoneregenwoud ons 1250 miljard euro op. Maar krijgen de drie daar wel genoeg voor betaald? Wetenschappers en adviesbureaus pleiten voor het beprijzen van onze natuur.
De bij is maar een klein diertje. Met zijn collega’s de hommel en het zweefvliegje staan ze als natuurlijke bestuivers in voor de helft van de fruitproductie en bijna een kwart van de groenteproductie in Nederland. Hun dienstverlening levert ons land dan ook jaarlijks zeker 700 miljoen euro op. Op wereldschaal zo’n 1.000 miljard euro.
Of neem nu het Amazoneregenwoud, dat dienstdoet als één grote regenfabriek. Zijn volgepakte regenwolken drijven af richting Paraguay, Argentinië en Uruguay en voeden er een landbouweconomie ter waarde van 220 miljard euro per jaar.
Of het koraalrif, dat als voedselbank fungeert voor miljoenen zeedieren en een cruciale bescherming vormt voor kustlijnen tegen stormen of erosie. Daarnaast is het ecosysteem een toeristische trekpleister en een goudmijn voor de farmaceutische industrie, die er gretig op zoek gaat naar bestanddelen voor nieuwe medicatie. De jaarlijkse mondiale opbrengst? Bijna 30 miljard euro.
Je ziet: bij elkaar leverden de bijen, de koraalriffen en het Amazoneregenwoud ons het afgelopen jaar zeker 1250 miljard euro op. Het jaarlijks profijt van alle ecosysteemdiensten ter wereld bedraagt ruwweg zo’n 115 biljoen euro. Dat is bijna twee keer zo veel als het bruto nationaal product van alle landen samen. Of meer dan vijftien keer het vermogen van alle miljonairs opgeteld.
De natuur is onderbetaald
Het probleem: de natuur ziet er veel te weinig voor terug.
Stel, je bent op luilekkervakantie op de Filipijnen en tijdens een middagdutje op het strand lijkt het je een ideale gelegenheid om duiklessen te volgen. De Aziatische eilandengroep staat namelijk bekend om haar prachtige koraalriffen. Kosten? 1.000 euro. Je betaalt met plezier voor het gebruik van het materiaal, het vervoer naar de mooiste duikspots en het aantal uur dat de begeleidster voor je vrijmaakt. De lunch op de boot krijg je er zelfs gratis bij. Het duiken gaat je trouwens uitstekend af. De instructrice is blij: ze heeft een tevreden klant en verdiende goed aan je enthousiasme.
De belangrijkste dienstverlener, het koraal, verdient niets aan de 1.000 euro die je in de Filipijnse economie pompte
Iedereen gelukkig? Niet helemaal. Het duiktoerisme is namelijk niet enkel afhankelijk van de klant en de instructrice. De belangrijkste dienstverlener, het koraal, verdient niets of weinig aan de 1.000 euro die je in de Filipijnse economie pompte.
Hetzelfde geldt voor de 240 miljard euro van de Zuid-Amerikaanse landbouw of de 700 miljoen euro die Nederland jaarlijks verdient aan de dienst van de bijen.
Hoeveel van deze bedragen gaat uiteindelijk naar de ecologische infrastructuur die deze winsten genereert?
Natuurlijk kapitaal is ondergeschikt in onze economie
Veel en veel te weinig, vindt de Indiase milieu-econoom Pavan Sukhdev. Natuurlijk kapitaal blijft voor hem steevast van ondergeschikt belang in onze economie: ‘We hebben de voortdurende neiging om de natuur te negeren, simpelweg omdat het een gemeenschappelijk goed is.’ De onzichtbaarheid van de natuur, noemt hij het.
Tevens dé boosdoener van de degradatie van ecosystemen. Zo worden minstens de helft van de 350 soorten Nederlandse bijen en hommels met uitsterven bedreigd, waardoor het bestuiven van voedselgewassen en onze biodiversiteit gevaar loopt.
Hoe vullen we het gat van 700 miljoen euro op als de bijen helemaal verdwijnen?
Sukhdev, voormalig succesvol bankier en allesbehalve geitenwollensokker, heeft een idee. In 2008 stampte hij het internationaal onderzoeksinitiatief The Economics of Ecosystems and Biodiversity uit de grond, dat nieuwe manieren aanreikt om de onzichtbaarheid van de natuur in de economie aan te kaarten. Sukhdev pleit ervoor de natuur volledig te integreren in onze economische modellen en er zelfs een monetaire waarde op te plakken.
‘De natuur is enorm waardevol, maar we verliezen haar omdat ze gratis is. Alleen door ervoor te betalen zullen we er meer respect voor tonen,’ gelooft hij.
De factuur van de natuur
Aangezien de natuur zelf geen factuur kan opsturen, besloten enkele innoverende ondernemers dat in haar plaats te doen, met commissie uiteraard. Sukhdevs idee in de praktijk.
Neem de adviesbureaus die zich specialiseren in het berekenen van het prijskaartje van de natuurlijke hulpbronnen waar bedrijven op teren, inclusief de sociale en maatschappelijke kosten van hun diensten of productie.
Het Belgische Naturalogic is een van de vele start-ups in deze zogenoemde natuurkapitaalconsultancy. De jonge directeur Eric Dierckx licht toe: ‘Bij financieel kapitaal stapel je schulden op als je te veel uitgeeft, iets wat op termijn kan leiden tot faillissement. Ook voor natuurkapitaal geldt dat wanneer we te veel voorraad weghalen, we een schuld opstapelen die terugbetaald moet worden. De overgrote meerderheid van bedrijven houdt hier geen rekening mee. Ze evalueren incorrect hun impact op ecosystemen en de maatschappelijke kosten die hierbij komen kijken.’
Naturalogic wil niet alleen de ecologische voetafdruk voor bedrijven zichtbaar maken, maar deze ook doorrekenen in hun boekhouding, want ‘als we toch al de opbrengst privatiseren, waarom dan niet ook de impact?’
Precies hier ligt de innovatie. Volgens voorstanders van natuurinclusieve bedrijfsvoering dient het berekende kostenplaatje van de natuur vooral als informatie voor besluitvorming, strategie, marketing en communicatie. Bovendien hoeft aandacht voor de ecologische impact geen belemmering te zijn voor het ondernemerschap. Het biedt juist kansen, toont dit filmpje van adviesbureau World Business Council for Sustainable Development.
Maar hoe bereken je dat dan? Binnen de natuurkapitaalconsultancy bestaan verschillende manieren om de natuur monetair te waarderen. Zo zijn er payments for ecosystem services, waarbij iemand die werkt in de natuur beloond wordt door iemand die rekent op de natuur. De een betaalt de ander om zijn eigen ecosysteemdienst te behouden. Zo kan een lokale bierbrouwer in plaats van te investeren in waterzuiveringsoplossingen de plaatselijke landbouwers betalen voor duurzame landbouwpraktijken. Het kost de brouwer minder om schoon grondwater te garanderen, de boer krijgt aantrekkelijke compensatie en het ecosysteem blijft behouden.
Een andere methode gebruikten de Britse consultanten van Trucost en PWC, die wereldberoemd werden met de milieuresultatenrekening van het Duitse kledingmerk Puma. De textielgigant was in 2010 de eerste die zijn impact op het milieu volledig in kaart bracht en de kosten erna doorrekende aan de consument. Prijskaartje? 145 miljoen euro aan milieukosten op jaarbasis. Puma voegde deze kosten toe aan zijn jaarrekening en via ecolabels op de kleding wist de consument precies waar de meerprijs naartoe ging.
Kun je de natuur wel beprijzen?
Je bent zeker niet de enige die de wenkbrauwen fronst bij de exacte becijfering van koraalriffen, de Nederlandse bij of de gevolgen van je Pumasweater voor het milieu. Het monetair waarderen van de natuur stuit niet zelden op kritiek, want hoe vernieuwend het economisch model ook mag zijn, de ecologische én maatschappelijke impact van een volledige productieketen berekenen blijft een onmogelijke opdracht. Vooral schakels aan het begin en het einde van de keten, van katoenplukkende handen tot wat er gebeurt na afdanking van je kledingstuk, blijven onzichtbaar.
Adviesbureaus plakken prijzen op dingen die nooit een prijs hebben gehad
Bovendien plakken adviesbureaus prijzen op dingen die nooit een prijs hebben gehad. En zouden bedrijven vooral voor natuurinclusief ondernemen kiezen als er sprake is van een win-winsituatie en dus niet vanuit ideologische overtuiging. Critici vrezen daarom dat dit model vooral berust op ecomarketing, waarbij bedrijven louter reputatiegewijs handelen. Hiermee dreigt het natuurkapitaalverhaal een zoveelste ecohype te worden met uiteindelijk weinig invloed op milieubescherming.
Is het kapitalisme bovendien zo ver doorgedreven dat we pas rekening houden met de natuur wanneer we er een weinig zeggend bedrag op kleven? Veel ecologen zweren bij de kracht van regulering om de natuur te beschermen. Voor hen loert het gevaar van vermarkting van de natuur, waarbij de mens economisch beslist welke ecosystemen de moeite waard zijn om voor te betalen.
Ook verschillende multinationals - van PepsiCo, Coca Cola en Interface tot Kering, Akzo Nobel en Novo Nordisk - investeerden al in natuurinclusieve bedrijfsvoering.
Natuurkapitaalconsultants als Naturalogic, Trucost en consorten geven toe dat boekhoudkundige cijfers niet altijd even accuraat zijn en dat veel bedrijven hier inderdaad vooral kansen voor ecomarketing in zien. Dierckx: ‘Maar vergeet niet dat het denkmodel een ecologisch bewustzijn bij ondernemers creëert, en is dat uiteindelijk niet wat we willen bereiken?’