99,94 procent van alle tbs’ers op verlof ontsnapt niet (maar de rest krijgt alle aandacht)
Als een tbs’er op verlof ontsnapt, dan schreeuwen media doorgaans moord en brand. Terwijl uit mijn onderzoek juist blijkt dat tbs in veel gevallen heel goed werkt. Alleen: de aandacht voor de enkeling die op verlof ontsnapt zorgt voor beleid dat dit succes juist in gevaar brengt.
Rond half elf ’s avonds wordt in de binnentuin van een Amsterdams huis een man opgepakt. Hij heeft een doorgeladen pistool bij zich. De man blijkt de tbs’er te zijn die zich een week eerder aan het toezicht van zijn begeleider onttrok op Utrecht Centraal.
Eerder die dag, rond één uur ’s middags, merkt een visser een motorboot op die stuurloos meedeint op de kleine golven van het Noordhollandsch Kanaal. Aan boord bevindt zich het levenloze lichaam van de 73-jarige Amsterdammer Appie Luchies. Vermoord door de tbs’er, Wilhelm Schippers, die zich inmiddels op het politiebureau bevindt.
De volgende dag informeert Justitieminister Piet Hein Donner de Tweede Kamer over de situatie. Joost Eerdmans (LPF) vindt dat de minister moet aftreden. Hoe had die tbs’er zomaar over Utrecht Centraal kunnen zwerven?
Maar de minister wil hier niets van weten en geeft in een persconferentie aan dat hij voor het tbs-systeem instaat en de risico’s nu eenmaal onvermijdelijk zijn.
De gevolgen van een spoeddebat
Een dag later vindt er toch een spoeddebat plaats. Hoewel de minister mag blijven, worden verloven tijdelijk ingetrokken, moeten ontsnappingen voortaan eerder via opsporingsberichten bekend worden gemaakt en moet er een landelijk meldpunt komen voor ontsnapte tbs’ers.
Daarnaast wordt er, door de commissie-Visser, een parlementair onderzoek gestart naar het tbs-systeem omdat ‘het tbs-stelsel in zijn huidige vorm onvoldoende in staat is de maatschappij te beschermen.’
Geen van die maatregelen zal de maatschappij veiliger of tbs beter maken. Verloven intrekken van mensen die op dat moment niets fout hebben gedaan, leidt niet alleen tot minder vertrouwen in het tbs-systeem, maar ook tot vertraging in de tbs-behandeling.
Mensen die zonder problemen buiten de kliniek wonen, moeten (tijdelijk) terug naar binnen. Daarnaast moet van alle tbs’ers opnieuw bekeken worden hoe groot de kans is dat zij weer de fout in gaan. Dat onderzoek kost tijd. Ook verslechtert het de behandelrelatie, waardoor in sommige gevallen de behandeling weer van voren af aan kan beginnen.
Een onbedoeld effect van de strenge maatregelen is dat behandelaars minder snel verlof aan durven te vragen. Wat als het weer fout gaat? Het resultaat: mensen zitten onterecht langer vast, waardoor de tbs-maatregel onnodig meer geld kost.
Ook het plan om een ontsnapping van een tbs’er eerder openbaar te maken, schiet zijn doel voorbij. Deze maatregel kan juist als een self-fulfilling prophecy werken.
Zijn advocaat stelde dat dit ook de reden is waarom het fout ging bij Wilhelm Schippers: uit angst voor recidive werd er een opsporingsbericht uitgezonden, waardoor Wilhelm Schippers in paniek raakte en een moord pleegde.
Een incident? Meteen maatregelen!
Uit het ingelaste parlementaire onderzoek van de commissie-Visser blijkt verder dat het helemaal niet zo slecht gesteld is met het tbs-systeem. Het grootste probleem zijn niet de incidenten met tbs’ers op verlof, maar ‘verstopping:’ het duurt te lang voordat een tbs’er terugkeert in de samenleving.
Een ernstig incident waarbij een tbs’er betrokken is, ligt politiek gevoelig
Ook politici worden op het matje geroepen in het onderzoek: ‘De politieke agenda en zelfs het politiek besluitvormingsproces is afhankelijk van de wijze waarop zaken in de media worden gepresenteerd,’ schrijft de commissie.
En dat is een terugkerend probleem. Vrijwel elke keer dat er sprake is van een incident waar verontwaardigd op wordt gereageerd in de media en waarbij één of meerdere tbs’ers betrokken zijn, reageert de politiek snel met strenge maatregelen.
‘Het is als een bom die je niet ziet aankomen waardoor de dag erna de minister weg kan zijn,’ legt een beleidsmaker van het Pieter Baan Centrum uit. Wanneer er een incident plaatsvindt, moet altijd afstemming plaatsvinden met Justitie over de communicatiestrategie. Er is weinig ruimte voor tbs-klinieken om hun eigen plan te trekken of kritiek te uiten op de politiek. Zij zijn afhankelijk van de regering, omdat die de zorg inkoopt.
En helpen die maatregelen?
Hoe strenger, hoe beter lijkt het motto voor ons tbs-beleid. Drie voorbeelden.
In 2007 wordt een beveiligde fase toegevoegd aan het verlof. Uit onderzoek blijkt dat deze oplossing weinig nut heeft en vooral veel geld kost. Toch wordt deze maatregel door de politiek in stand gehouden.
In januari 2008 wordt het Adviescollege Verloftoetsing ingevoerd. Het idee is dat met deze extra toetsingscommissie de minister minder inspraak krijgt bij het toekennen van verlof. In de praktijk is dit niet het geval: een negatief advies moet de minister overnemen, maar een positief advies kan hij negeren.
Nog een voorbeeld. ‘We willen de tbs-sector maximaal veilig hebben,’ zegt toenmalig Justitiestaatssecretaris Fred Teeven wanneer hij in 2010 de straf op onttrekking aankondigt. Als een tbs’er zich onttrekt aan het toezicht van een begeleider mag hij of zij een jaar lang niet meer op verlof.
En zo vaak gaat het helemaal niet fout. Zo vonden er afgelopen jaar circa 70.000 ‘verlofbewegingen’ plaats. Daarbij was 39 keer sprake van een ongeoorloofde afwezigheid. In 29 gevallen was de tbs’er binnen 24 uur alweer terug. Dit gaat dus om 0,056 procent van het totaal aantal verloven. Het percentage gevallen waarin het écht fout gaat tijdens het verlof is dus nog velen malen kleiner.
Ondanks dat de kans heel klein is, levert het idee dat het een keer goed mis kan gaan al veel stress op bij de mensen die in de tbs-kliniek werken. Zo geeft Harry Beintema, directeur van de Mesdagkliniek, op het symposium Tbs voor de media aan dat de druk van een incident zwaar weegt op de schouders van behandeldirecteuren. Dit verklaart de grote doorloop van directeuren, want: ‘die druk is bijna niet te verdragen.’
De gevolgen? Meer onveiligheid
Hoe veiliger, hoe beter, zou je zeggen. Toch niet: de meeste snelle maatregelen komen de veiligheid niet ten goede.
Een lange behandelduur zorgt ervoor dat advocaten hun cliënten afraden mee te werken aan het opstellen van een Pro Justitia Rapportage, waardoor de kans kleiner wordt dat er tbs wordt opgelegd.
Kortom: minder tbs’ers levert méér gevaar op
Daarnaast wegen rechters proportionaliteit mee: de straf moet in verhouding staan tot het delict. In interviews met mensen werkzaam binnen de tbs-sector komt naar voren dat criminelen die eerst in de tbs terecht zouden komen nu in de gevangenis zitten: ‘met een groter herhalingscijfer, dus het gevaar neemt toe in plaats van af,’ geeft een tbs-advocaat aan.
Kortom: minder tbs’ers levert méér gevaar op.
Wanneer wordt gekeken naar het aantal gevallen van ernstige recidive na twee jaar onder ex-tbs’ers, valt nog iets anders op: niet de tbs’ers die geweld of zedendelicten hebben gepleegd, maar degenen die vermogensdelicten op hun naam hebben staan recidiveren relatief veel.
Hoe komt dit?
In de eerste reacties van de media is meestal geen aandacht voor deze cijfers. Wel is er na een incident vaak in minstens één krant een opsomming te vinden van de ernstige recidive van tbs’ers in het verleden. Zo herinnert de Volkskrant ons deze herfst nog aan een stuk of acht tbs’ers die ernstig de fout in gingen tijdens hun verlof. Maar de krant schenkt geen aandacht aan de meer dan 1.000 tbs’ers die jaarlijks niet de fout in gaan tijdens hun verlof.
In de media wordt niet het wetenschappelijke risico genoemd dat de burger loopt om door een tbs’er op verlof aangevallen te worden, maar wordt aan de hand van voorbeelden een extreem beeld geschept van dit risico. Politici willen de burger vervolgens laten zien dat zij dit overdreven risico serieus nemen. Op die manier laat de politiek zich beïnvloeden door de beeldvorming.
Het beeld dat in de media gepresenteerd wordt heeft ook effect op de burger. Zo zegt Annemieke K. in de Volkskrant dat ze merkt dat ze tbs’ers sinds kort ‘heel eng’ is gaan vinden door de berichtgeving in de media.
En in het onderzoek van Mark Bench naar het imago van gezondheidszorgaanbieders onder burgers scoort tbs het allerlaagst: met een 5,6 als rapportcijfer. Ook zegt 51 procent van de ondervraagden (heel) weinig vertrouwen te hebben in de hulpverlening van de tbs-kliniek.
Toch: de oorzaak van al deze angst en de roep om strengere maatregelen kan niet enkel teruggevoerd worden op de media. Al sinds de jaren tachtig is er binnen de klinieken een beweging gaande die pleit voor meer beveiliging en een strakker regime. Door de jaren heen werden de eisen om verlof aan te vragen al strenger.
Hoogleraar rechtsgeleerdheid Constantijn Kelk constateert al in 2007 dat onze samenleving meer gericht is op beveiliging en straffen: we leven in een risicomaatschappij. Zo valt hem op dat de reactie van de maatschappij veranderd is. Als er vroeger een incident plaatsvond met een tbs’er werd dit als een (zeer ernstig) bedrijfsongeval gezien: heel vervelend, maar kan gebeuren. Nu roept de politiek vaak direct om meer beveiliging.
Wat sneeuwt onder? Tbs is vaak een succesverhaal
Lange tijd hebben tbs-klinieken hun best gedaan niet te veel op te vallen, ‘want alles wat je over tbs zegt gaat toch verkeerd uitgelegd worden,’ zegt een tbs-directeur. Maar nu, vindt hij, is het moment aangebroken om juist uit te leggen wat er allemaal goed is aan het systeem.
Ten eerste recidiveren tbs’ers minder vaak dan hun collega’s in de gevangenis. Ten tweede werkt het Nederlandse systeem vergeleken met vergelijkbare systemen in Zweden, Canada en Duitsland erg goed.
Om meer aandacht te krijgen voor dit positieve verhaal en het vertrouwen in tbs te vergroten, zoeken klinieken andere belangrijke spelers binnen de sector op. Zo is in het Manifest van Lunteren afgesproken dat tbs-klinieken duidelijker moeten aangeven wat ze met de aanwijzingen van de rechtbank doen en dat advocaten betrokken worden bij de behandeling wanneer deze dreigt vast te lopen.
En zo wordt het vertrouwen tussen de verschillende spelers groter. Advocaten en rechters stoorden zich vooral aan de lange behandelduur: volgens hen zijn klinieken te voorzichtig met het loslaten van hun patiënten. De klinieken proberen hier nu wat aan te doen: inmiddels is een verblijf in een tbs-kliniek verminderd naar gemiddeld acht jaar. Dit is ook mede door de druk vanuit de overheid: er moet bezuinigd worden dus de behandelduur moet korter.
Wanneer er een ernstig incident plaatsvindt, spelen Tweede Kamerleden en journalisten trouw hun rol
In de media is weinig te merken van de veranderingen binnen de sector. Wanneer er een ernstig incident plaatsvindt, spelen Tweede Kamerleden en journalisten trouw hun rol. Het is een dramatische musical die met succes verlengd wordt: een gruwelijk incident dat ons doet denken aan al die eerder gepubliceerde horrorverhalen, een zoektocht naar de schuldigen en als schijnoplossing extra maatregelen vanuit de politiek zodat we weer veilig kunnen slapen.
Dat kan anders. Bijvoorbeeld door ook aandacht te schenken aan cijfers waaruit blijkt dat we helemaal niet zo’n groot gevaar lopen. Ook is er vaak veel aandacht voor meningen uit de politiek of van de man op straat, maar de informatie om deze uitspraken in perspectief te plaatsen mist. Wat is tbs precies? En wat houdt verlof eigenlijk in?
Een evenwichtiger beeld in de media zorgt er vervolgens voor dat politici minder onder druk komen te staan. De snelle, nutteloze politieke maatregelen blijven dan achterwege en er komt meer aandacht voor behandeling in plaats van beveiliging. Nu al zijn bedrijven blij met ex-tbs’ers want ‘die zijn hartstikke gemotiveerd om het goed te doen,’ zegt oud-burgemeester Annemarie Jorritsma.
Zou Appie Luchies nog leven als er geen opsporingsbericht openbaar was gemaakt en de stroom aan reacties in de politiek en media uitgebleven was? Dat is een vraag die onmogelijk te beantwoorden is. Wel is duidelijk dat hoe banger we zijn, hoe meer gevaar we lopen.
Dat die angst vaak onterecht is, bleek even terug weer uit een artikel in De Telegraaf. Boven een tbs-kliniek was rookontwikkeling zichtbaar. Wat bleek: er werden tosti’s gebakken.
Correctie 18-11-2015: Eerder vermeldde dit artikel een percentage van 0,005 verlofbewegingen waarbij een tbs’er zich onttrok aan verlof, dat is aangepast naar 0,056 procent.